Voorgesteld 3 februari 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat Iran stelselmatig weigert, Nederlanders die ook de Iraanse nationaliteit bezitten en in Iran zijn gedetineerd, toegang te verschaffen tot consulaire bijstand door de Nederlandse regering;
constaterende, dat in het internationale recht een duidelijke trend waar te nemen is dat mensen met een dubbele nationaliteit, op basis van het principe van effective nationality, het recht op consulaire bijstand door de staat van hun effectieve of overheersende nationaliteit niet mag worden ontzegd;
constaterende, dat Iran net als Nederland is aangesloten bij het Internationaal Gerechtshof;
verzoekt de regering onderzoek te doen naar de mogelijkheid, procedures te starten tegen Iran bij het Internationaal Gerechtshof vanwege de ontzegging van het recht op Nederlandse consulaire bijstand aan de in Iran gedetineerde Nederlanders;
verzoekt de regering tevens hierbij specifiek onderzoek te doen naar de kansen van een procedure over het recht op consulaire bijstand van de heer Al-Mansouri, aangezien zijn effective nationality relatief makkelijk te bewijzen is;
verzoekt de regering voorts de uitkomsten van dit onderzoek binnen drie maanden naar de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
El Fassed