Ontvangen 1 november 2010
Artikel I
In het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2011 wordt de departementale begrotingsstaat als volgt gewijzigd (bedragen x € 1 000):
Toelichting
Algemene toelichting
In deze nota van wijziging worden de begrotingsaanpassingen voor 2011 voorvloeiend uit het Regeerakkoord in de onderhavige begroting doorgevoerd, exclusief de beleidsherverkavelingen. Thans is gekozen voor een technische aanpassing door middel van een evenredige verdeling over de verschillende beleidsartikelen. Omdat de korting op ontwikkelingssamenwerking reeds in 2011 omvangrijk is, zal de Kamer rond het kerstreces 2010 specifiek worden geïnformeerd over de nadere beleidsmatige invulling van de kortingen. Op voorhand worden hierbij geen beleidsterreinen uitgesloten.
Toelichting bij de departementale begrotingsstaat
Algemeen
De bezuinigingen op de HGIS, voor wat betreft het ODA-budget, de vrijwillige bijdragen en de Taakstelling Rijk, agentschappen en ZBO’s (inclusief het postennet) raken meerdere begrotingshoofdstukken. Deze taakstellingen zijn vooralsnog op de begroting van Buitenlandse Zaken ingeboekt en zullen bij Voorjaarsnota over de betreffende begrotingshoofdstukken worden verdeeld. De coördinatie hiervan zal door de minister van Buitenlandse Zaken ter hand worden genomen, in overleg met de minister van Financiën. Daarnaast geldt dat voor de realisering van een deel van de bezuinigingen op de begroting van Buitenlandse Zaken medewerking van andere departementen noodzakelijk is. Dit geldt bijvoorbeeld voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Veiligheid en Justitie voor de noodzakelijke stroomlijning van de visumverlening en voor de paspoortgeldigheid van 10 jaar.
2011
B3: Ondernemingsklimaatsubsidies
In de Nota van Wijziging van Economische Zaken (XIII) is hierover een toelichting opgenomen. Het betreft het schrappen van subsidies gericht op het ondernemingsklimaat en internationale bedrijfslevenprogramma’s (onderdeel van HGIS, non-ODA)
D1: Ontwikkelingssamenwerking gem. op 0,7% BNP
De besparing wordt gerealiseerd door de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking van 0,8% BNP-ODA terug te brengen naar gemiddeld 0,7% BNP-ODA (vanaf 2012) per jaar in de kabinetsperiode (inclusief internationaal klimaatbeleid). De korting van EUR 340 mln is voor 2011 evenredig over de artikelen verdeeld.
Conform hetgeen is vastgelegd in het Regeerakkoord wordt het ontwikkelingsbeleid fundamenteel herzien en gemoderniseerd. Uitgangspunt hierbij is te gaan van hulp naar investeren zodat de ontvangende landen in staat worden gesteld de verantwoordelijkheid voor de eigen ontwikkeling in toenemende mate zelf ter hand te nemen. De inhoudelijke en financiële herschikking is er op gericht een grotere focus aan te brengen in het ontwikkelingsbeleid. Dit heeft consequenties voor het aantal partnerlanden en thema’s waarin Nederland momenteel actief is. Gezien de grote budgettaire opgave kunnen op voorhand geen beleidsterreinen van kortingen worden uitgesloten. Daarnaast wordt gezocht naar ruimere mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven en een grotere inzet van Nederlandse kennis en kunde zoals watermanagement en landbouw. Tegen deze achtergrond vormt de ontwikkeling van de private sector speerpunt van beleid evenals het behalen van de Millennium Development Goals.
D2: Toerekening conform ODA-criteria
Op basis van de huidige inzichten is het volgens internationale afspraken (OESO/DAC-criteria) mogelijk om de toerekening aan ODA te verhogen met EUR 60 mln, door onder andere een hogere EU-toerekening en meer kosten toe te rekenen voor vrijwillige terugkeer asielzoekers. De korting is voor 2011 evenredig over de artikelen verdeeld.
D3: HGIS/vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties
Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties worden verminderd. In 2011 is er sprake van een HGIS taakstelling van EUR 10 mln. De korting is voor 2011 geboekt op het HGIS artikel 10.1 Nominaal en onvoorzien. In latere jaren loopt de besparing op tot een totaal van EUR 50 mln structureel vanaf 2015, waarvan EUR 40 mln op de begroting van Buitenlandse Zaken.
Meerjarig
Bij Voorjaarsnota 2011 zal nadere invulling worden gegeven aan de meerjarige begrotingsaanpassingen voorvloeiend uit het Regeerakkoord, inclusief reserveringen voor onder meer flankerend beleid.
A1: Taakstelling Rijk, agentschappen en ZBO’s, inclusief besparingsverlies
Deze taakstelling bestaat uit een Rijksbrede efficiencykorting van EUR 21 mln en een additionele korting van 57 mln vanwege extensiveringen. De taakstelling zal worden verdeeld over het Nederlandse postennet in het buitenland, het departement van Buitenlandse Zaken in Den Haag en de overige departementen voor zover de aanwending van HGIS-middelen hiertoe aanleiding geeft. Bij de verdeling zal rekening worden gehouden met de vorige taakstelling Vernieuwing Rijksdienst, de efficiencykorting vanaf 2012 waartoe het vorige Kabinet reeds besloot en noodzakelijke investeringen samenhangend met de aanpassingen naar een kleiner en meer flexibel postennet, zoals de kosten gemoeid met afslanking en sluiten (bijvoorbeeld afvloeiingskosten). Uiterlijk bij de Voorjaarsnota 2011 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de nadere invulling van deze taakstelling.
Het Nederlandse netwerk van vertegenwoordigingen in het buitenland wordt de komende jaren verder gedynamiseerd. Hierbij geldt een aantal uitgangspunten. In de eerste plaats dient het netwerk optimaal de Nederlandse belangen te dienen, of die ondersteuning aan Nederlandse bedrijven en ondernemers zijn, ontwikkelingssamenwerking betreffen, de Nederlandse veiligheid raken of Nederlanders in het buitenland betreft. In de tweede plaats zal het netwerk flexibeler en efficiënter worden en waar nodig worden ingekrompen. Dit zal plaatsvinden via onder andere regionaliseren van een deel van de back-office taken van het postennet, inzetten van digitale hulpmiddelen en verkleinen of zelfs sluiten van posten. Ook zal meer worden gekeken naar wat de beste vorm van vertegenwoordiging en belangenbehartiging is. Dit betekent ook dat er ruimte voor intensiveringen moet zijn zoals voor het openen van een ambassade als daar economische belangen mee zijn gemoeid. De beste vorm van vertegenwoordiging verschilt per land en per situatie en kan in de loop der tijd veranderen.
D4: EU-afdracht (zie tabel hieronder)
Het ingeboekte bedrag heeft betrekking op het behouden van de huidige korting van EUR 1 mld op de EU-afdracht.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal