Kamerstuk 32500-IXB-18

Aankondiging inzake Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011

Gepubliceerd: 8 april 2011
Indiener(s): Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-IXB-18.html
ID: 32500-IXB-18

Nr. 18 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2011

Heden heeft de ministerraad ingestemd met het treffen van een wettelijke maatregel inzake valutaresultaten op deelnemingen in de vennootschapbelasting1.

Onder de huidige wet en jurisprudentie vallen valutaresultaten op deelnemingen onder de deelnemingsvrijstelling van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Zowel positieve als negatieve valutaresultaten hebben geen invloed op de fiscale winst. Gebleken is dat een aantal belastingplichtigen de stelling betrekt dat valutaverliezen op een deelneming ten laste van de winst kunnen worden gebracht. Zij baseren zich hierbij op een arrest van het Europese Hof van Justitie inzake Deutsche Shell met betrekking tot een valutaverlies, dat overigens niet was geleden op een buitenlandse deelneming maar op een Italiaanse vaste inrichting.

Om deze verliezen in aftrek te kunnen brengen zullen zij een gerechtelijke procedure moeten starten. Mochten zij het gelijk aan hun zijde krijgen dan zou dit tot gevolg hebben dat valutaverliezen ten laste van het resultaat kunnen worden gebracht terwijl over valutawinsten niet kan worden geheven. Deze onevenwichtigheid wordt mede vanuit budgettair oogpunt niet wenselijk geacht.

Ik stel mij op het standpunt dat de deelnemingsvrijstelling onverkort van toepassing is op de valutaresultaten. Mede gezien het vestigingsklimaat acht ik het daarom niet wenselijk om nu reeds de deelnemingsvrijstelling aan te passen, in die zin dat dan alle belastingplichtigen voor valutaresultaten op deelnemingen in de heffing zouden worden betrokken.

Ik ben dan ook voornemens een wettelijke maatregel te treffen die alleen gevolgen heeft voor die belastingplichtigen die valutaverliezen ten laste van de winst brengen en hun standpunt ook gehonoreerd zien. Dit wetsvoorstel zal u zo spoedig mogelijk worden aangeboden.

Doel van dit wetsvoorstel is om bij de belastingplichtigen die valutaverliezen op deelnemingen ten laste van de winst brengen eveneens de valutawinsten op deelnemingen in de heffing te betrekken. Op deze winsten zal alsdan de deelnemingsvrijstelling eveneens niet van toepassing zijn. Hierdoor zal een mogelijke onevenwichtigheid worden voorkomen die kan ontstaan ingeval de belastingplichtigen de procedure(s) mochten winnen.

Voorts stel ik voor een bepaling op te nemen die ten doel heeft te voorkomen dat valutaverliezen, mochten deze ten laste van de winst kunnen worden gebracht, onder omstandigheden tweemaal zouden kunnen worden genomen; eenmaal als valutaverlies en eenmaal als deel van een eventueel liquidatieverlies.

Deze maatregel zou eenvoudig kunnen worden ontgaan door de deelnemingen over te dragen aan een andere concernmaatschappij. Daarom zal ik voorstellen om ook de deelnemingsvrijstelling buiten toepassing te laten op valutawinsten die worden behaald op een deelneming die is overgedragen binnen het concern.

Het gaat bij deze maatregel om de valutawinsten die opkomen na het tijdstip van inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. De zogeheten compartimenteringsarresten zullen dan ook niet van toepassing zijn. Hierdoor zullen eveneens de valutawinsten die zijn toe te rekenen aan de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van het wetvoorstel maar na datum inwerkingtreding opkomen in de heffing worden betrokken. Het zou zeer eenvoudig zijn om de valutawinsten die zijn toe te rekenen aan de periode voor inwerkingtreding buiten de heffing te laten door de deelnemingen te vervreemden. Het is de bedoeling dat de wet met terugwerkende kracht vanaf het tijdstip van uitbrengen van het persbericht zal gaan gelden. Ik ben van oordeel dat met het oog op dit «aankondigingseffect» en «rechtvaardige belastingheffing» terugwerkende kracht in de onderhavige situatie is gerechtvaardigd.

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers