Voorgesteld 17 november 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de minister-president tien jaar geleden voor het laatst zijn visie op het koningschap heeft gegeven;
van mening, dat het koningshuis als symbool van de eenheid en continuïteit van ons land, als staatshoofd van alle Nederlanders en als boegbeeld van Nederland in het buitenland een uitermate belangrijke functie heeft;
van mening, dat vanwege de voortschrijdende maatschappelijke discussie en politieke meningsvorming het vaststellen van een nieuwe visie op een modern koningschap wenselijk is;
van mening, dat eventuele veranderingen in de rol en positie van de Koning, juist gelet op zijn functies een duurzaam en breed maatschappelijk en politiek draagvlak vereisen;
verzoekt de minister-president om voor juli 2011 ten behoeve van een debat hierover in de Kamer deze te informeren over zijn visie op modern koningschap en daarbij ten minste in te gaan op de rol van de Koning binnen de regering, de ministeriële verantwoordelijkheid, de fiscale vrijstellingen van de Koning en de communicatie rondom leden van het Koninklijk Huis,
en gaat over tot de orde van de dag.
Heijnen
Van Raak