Voorgesteld 17 november 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de aantredende leden van een nieuw kabinet elke schijn van belangenverstrengeling tussen privé- en publieke belangen dienen te vermijden;
dat het daarvoor onvoldoende is, dat zij het beheer van hun zakelijke belangen op afstand plaatsen;
dat het bovendien niet aan aantredende bewindspersonen overgelaten kan worden, daar invulling aan te geven en er al dan niet openbaarheid over te betrachten;
overwegende, dat hierdoor weinig transparantie ontstaat over de zakelijke belangen van bewindspersonen en de garantie ontbreekt, dat deze belangen niet van invloed kunnen zijn op hun taakvervulling;
verzoekt de regering de ministerscode zodanig aan te passen dat de minister-president openbaar maakt wat de zakelijke belangen van de aantredende bewindspersonen zijn en hoe zij hun zakelijke belangen op afstand hebben geplaatst;
verzoekt de regering voorts om nadere informatie aan de Kamer te verschaffen die ten minste omvat:
– welke bewindspersonen onroerende zaken in het buitenland bezitten en in welk land;
– voor zover het gaat om financiële of zakelijke belangen in ondernemingen, de namen van de betrokken vennootschappen;
– en een beschrijving van de wijze waarop de zeggenschap in het beheer over financiële belangen op afstand is geplaatst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pechtold
Van Gent