Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter versterking van de handhaving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wenselijk is om de toezichthouders de bevoegdheid te geven tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen alsmede enige technische wijzigingen aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, derde lid, vervalt de zinsnede «, met uitzondering van de dienstbetrekking, bedoeld in de Wet inschakeling werkzoekenden».
B
Aan artikel 18a wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De op grond van het eerste of tweede lid aangewezen ambtenaar is te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen. Hij kan daartoe de uitlevering vorderen tegen een door hem afgegeven schriftelijk bewijs. Zodra het belang van onderzoek omtrent de overtreding zulks toelaat wordt het in beslag genomen voorwerp teruggegeven aan degene bij wie het in beslag is genomen.
C
Artikel 23a vervalt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,