Vastgesteld 24 juni 2010
De algemene commissie voor Jeugd en Gezin1, belast met het voorbereidend onderzoek van onderhavig wetsvoorstel, heeft, met verwijzing naar besluit van de Kamer op 11 maart 2010 over de behandeling van de suppletoire wetten dit jaar, geen aanleiding gevonden tot het maken van opmerkingen of het stellen van vragen.
De commissie acht hiermee de openbare behandeling voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de algemene commissie voor Jeugd en Gezin,
Heijnen
De griffier van de algemene commissie voor Jeugd en Gezin,
Teunissen