Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Financiën,
J. C. de Jager
De voorliggende suppletore begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2010. Deze begroting bestaat uit 7 beleidsartikelen en 2 niet-beleidsartikelen. De beleidsartikelen weerspiegelen bijna het gehele werkterrein van het Ministerie van Financiën; het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid zijn opgenomen in de begroting van Nationale Schuld (IX-A).
In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (mutaties ≥ € 10 mln.).
Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. In deze tabel is bij de beleidsartikelen door middel van de regel «waarvan juridisch verplicht» informatie over de budgetflexibiliteit opgenomen. Het nog niet juridisch verplichte deel van de geraamde programma-uitgaven (peildatum 1 maart 2010) vormt een indicatie voor de mate van budgetflexibiliteit. Voor de apparaatsuitgaven geldt dat de verplichtingen gelijk worden gesteld aan de kasuitgaven. Een groot deel van de apparaatsuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.
Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 1e suppletore begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een toelichting bij grote programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatsuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht. De toelichting op de mutaties in de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.
Tot slot is in paragraaf 2.3 en 2.4, vanwege de overgang van de directie Ontwikkeling van het RVOB van het kas-verplichtingenstelsel naar het baten-lastenstelsel per 1 januari 2010, eenmalig een balans en een batenlasten-paragraaf opgenomen.
De belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.
Uitgaven | Artikel | ||
---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | 7.281.708 | ||
Belangrijkste suppletore mutaties: | |||
1. | Apparaat Belastingdienst | 42.840 | 1 |
2. | Bijdrage toezicht AFM en DNB | 10.000 | 2 |
3. | Superdividend NS/schuldaflossing ProRail | 1.400.000 | 3 |
4. | Herkapitalisatie ABN Amro | 928.000 | 3 |
5. | Back-up faciliteit | 380.096 | 3 |
6. | Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 20.000 | 3 |
7. | Mult.ontw.banken en -fondsen HGIS | – 43.815 | 4 |
8. | Lening Griekenland | 1.800.000 | 4 |
9. | Exportkredietverzekering | 40.000 | 5 |
10. | Apparaat (algemeen( | 14.029 | 9 |
11. | Overige mutaties (saldo) | 15.482 | |
Stand 1e suppletore begroting 2010 | 11.888.340 |
Toelichting
1. De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven in verband met: uitvoeringskosten BES, kosten voor vervolging belastingplichtigen en een BTW-correctie in het kader van de liberalisering van de postmarkt.
2. Het bedrag komt voort uit enerzijds hogere pensioenlasten en anderzijds een compensatie van gerestitueerde heffingen bij DNB.
3. In 2009 heeft de NS een superdividend van € 1,4 mld. uitgekeerd aan de Staat. Hiermee heeft in 2010 een schuldaflossing ten aanzien van ProRail plaatsgevonden.
4. Dit betreft het resterende bedrag (€ 1,2 mld.) van de tweede herkapitalisatie van ABN Amro uit november 2009 waarop € 302 mln. in mindering is gebracht vanwege een kasschuif.
5. De mutatie hangt samen met bijstellingen in de raming en de gebruikte (Dollar-Euro) wisselkoers.
6. De kosten van strategisch, juridisch en financieel advies ten behoeve van het beheer van financiële deelnemingen vallen hoger uit.
7. De mutatie hangt samen met een kasschuif naar 2011.
8. Aandeel Nederland in leningenprogramma Griekenland ter waarde van maximaal € 4,7 mld. over de gehele periode. 2010–2013. Voor 2010 is geraamd dat hiervan ca. € 1,8 mld. zal worden verstrekt.
9. Aanpassing schaderaming EKV vanwege de realisatie van de schade op Dubai in 2010.
10. De mutatie hangt samen met een desaldering, ICT gerelateerde uitgaven en overige apparaatuitgaven.
Ontvangsten | Artikel | ||
---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | 116.323.645 | ||
Belangrijkste suppletore mutaties: | |||
1. | Belastingontvangsten | 1.445.291 | 1 |
2. | Kosten vervolging | 25.000 | 1 |
3. | Garantieregeling bancaire leningen | 34.720 | 2 |
4. | Dividend staatsdeelnemingen | – 37 195 | 3 |
5. | Winstafdracht DNB | 126.000 | 3 |
6. | Holland Casino | – 10.000 | 3 |
7. | Staatsloterij | 30.000 | 3 |
8. | Rente en aflossing kapitaalversterking | 91.881 | 3 |
9. | Back-up faciliteit | 151.096 | 3 |
10. | Rente-ontvangsten MCN | – 80.000 | 3 |
11. | Premie-ontvangsten counter indemnity | 19.114 | 3 |
12. | Griekenland rente-ontvangsten | 42.017 | 4 |
13. | Exportkredietverzekering | 40.000 | 5 |
14. | Verkoop roerende zaken | – 13.917 | 7 |
15. | Verkoop onroerende zaken | 160.000 | 7 |
16. | Overige mutaties (saldo) | 24.088 | |
Stand 1e suppletore begroting 2010 | 118.371.740 |
Toelichting
1. Zie paragraaf 2.2 artikel 1 voor een gedetailleerde specificatie van de belastingontvangsten.
2. De mutatie komt voort uit een structurele verhoging van de kosten en terug te vorderen kosten van vervolging van belastingplichtigen (zie ontvangsten 1.)
3. Deze mutatie betreft de premieontvangsten van de in 2009 verstrekte en geëffectueerde garanties uit hoofde van de garantieregeling bancaire leningen.
4. Ramingbijstelling vanwege tegenvallende resultaten bij de NS.
5. Rente-effecten op de geld- en kapitaalmarkt leiden tot hogere winstafdrachten dan geraamd.
6. De winstgevendheid van Holland Casino was in 2009 lager dan verwacht hetgeen leidt tot een neerwaartse bijstelling van de verwachte ontvangsten.
7. De afdrachten van de Staatsloterij zijn hoger dan oorspronkelijk geraamd.
8. Dit betreft de in 2010 ontvangen dividendbelasting ten aanzien van de door SNS REAAL en ING betaalde rente over de aflossing en de repurchase fee.
9. Toevoeging van twee extra kasstromen en wijziging van de (Dollar-Euro) wisselkoers.
10. Aangezien de MCN is geconverteerd bij separatie zullen er geen inkomsten voortvloeien uit de coupon.
11. Dit betreft de premie die de Staat ontvangt in het kader van de afgegeven counter indemnity aan ABN Amro.
12. Griekenland betaalt op de verstrekte leningen een rentevergoeding welke is samengesteld uit de 3 maands Euribor plus een opslag van 300 basispunten.
13. De verwachte hogere schade-uitkeringen op EKV (Dubai) worden opgevangen door een ontvangst uit de begrotingsreserve van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.
14. Correctie op de geraamde verkoopopbrengst naar aanleiding van uitspraak Functioneel Parket.
15. Verkoop onroerende zaken RVOB in verband met ontvangsten voor een afgesloten lening die gebruikt wordt ter vergoeding van de overgenomen activa.
Artikel 1 Belastingen
Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3.701.884 | 37.895 | 3.739.779 | 36.662 | 54.736 | 49.074 | 28.864 |
Uitgaven | 3.701.884 | 37.895 | 3.739.779 | 36.662 | 54.736 | 49.074 | 28.864 |
Programma-uitgaven | 809.602 | – 4.945 | 804.657 | ||||
Waarvan juridisch verplicht | 804.657 | ||||||
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevordert de Belastingdienst dat belastingplichtigen en premieplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen | |||||||
Heffings- en invorderingsrente | 800.000 | 800.000 | |||||
Overige programma-uitgaven | 9.602 | – 4.945 | 4.657 | 55 | 55 | 55 | 55 |
Apparaatsuitgaven | 2.892.282 | 42.840 | 2.935.122 | 36.607 | 54.681 | 49.019 | 28.809 |
Ontvangsten | 110.781.297 | 1.475.391 | 112.256.688 | 34.900 | 45.000 | 52.000 | 52.000 |
Programma-ontvangsten | |||||||
Algemene doelstelling | |||||||
Belastingontvangsten | 109.618.172 | 1.445.291 | 111.063.463 | ||||
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevordert de Belastingdienst dat belastingplichtigen en premieplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen | |||||||
Heffings- en invorderingsrente | 795.000 | 3.500 | 798.500 | 12.900 | 20.000 | 27.000 | 27.000 |
Overige programma-ontvangsten | 347.153 | 26.600 | 373.753 | 22.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Apparaatsontvangsten | 20.972 | 20.972 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Overige programma- uitgaven (– € 4,9 mln.)
Naar de huidige inzichten zal het depotstelsel niet eerder dan in het eerste kwartaal van 2011 worden ingevoerd. De oorzaak hiervan is de vertraagde invoering van het nieuwe debiteurensysteem (ETM) bij de Belastingdienst. Het depotstelsel en de invoering daarvan is afhankelijk van dat systeem. De voor 2010 geraamde rentevergoeding (€ 5 mln.) komt te vervallen. Verder wordt de raming voor de rijksbijdrage aan de Waarderingskamer structureel opgehoogd met € 55.000.
Apparaatsuitgaven (+ € 42,8 mln.)
De mutatie in de apparaatsuitgaven bestaat uit:
Correctie voor BTW als gevolg van de liberalisering van de postmarkt (+ € 9,8 mln.)
In het kader van de liberalisatie van de postmarkt, heeft het kabinet besloten dat per 1 april 2009 de BTW-vrijstelling op meerstukszendingen van post vervalt. Dit betekent dat de Belastingdienst BTW moet gaan betalen over zijn postzendingen. Voor 2010 en verder zijn deze uitgaven naar verwachting € 9,8 mln.
Kosten voor vervolging (+ € 25,0 mln.)
Wanneer een belastingplichtige niet op tijd een opgelegde aanslag betaalt, gaat de Belastingdienst over tot invordering. De kosten van de invordering – zoals de kosten van aanmaningen, dwangbevelen, beslagopdrachten, verkoopdrachten en de inzet van deurwaarders – worden doorbelast aan de belastingplichtigen. De kosten van invordering en de daarmee samenhangende opbrengsten zijn toegenomen, mede door toename van het aantal belastingplichtigen en toeslaggerechtigden. Voor deze toename worden de uitgaven en opbrengsten voor een gelijk bedrag structureel opgehoogd.
Uitvoering van werkzaamheden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) (+ € 10,0 mln.)
De Nederlandse regering wordt op de BES eilanden verantwoordelijk voor de inrichting en uitvoering van het fiscale stelsel (zie Belastingwet BES en de Douane- en Accijnswet BES). De uitvoeringstaken op rijksniveau zijn bij de Belastingdienst belegd. De mutatie betreft zowel incidentele uitgaven zoals kosten voor de projectorganisatie, investeringen in ICT-systemen, opleidingen en uitgaven voor de intichting van de douane, als structurele uitgaven voor o.m. personeel, huisvesting, communicatie en beheer en onderhoud van de ICT-systemen.
Fiscale wetsvoorstellen (+ € 3,8 mln.)
Deze post betreft het saldo van de uitvoeringskosten en -besparingen die voortvloeien uit het Belastingplan 2010, de aanpassing van het wetsvoorstel EU BTW-pakket en het fiscaal crisispakket.
Kasschuif Belastingdienst (– € 3,8 mln.)
Naar verwachting zullen enkele in 2010 voorziene uitgaven niet worden gerealiseerd. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2012 t/m 2014. Het gaat o.a. om middelen in het kader van het programma-complexiteitsreductie.
Overig (– € 2,0 mln.)
Dit betreft diverse overboekingen van en naar andere departementen en nog enkele relatief kleine (technische) mutaties.
Ontvangsten
Programma-ontvangsten (+ € 1.475 mln.)
De mutatie betreft:
Belastingontvangsten (+ € 1.445,3 mln.)
In de Voorjaarsnota 2010 zijn de mutaties in de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt:
Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | |
---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten | 131.637.629 | 1.914.067 | 133.551.696 |
-/- Afdracht Gemeentefonds | – 18.046.569 | – 375.098 | – 18.421.667 |
-/- Afdracht Provinciefonds | – 1.302.485 | – 115.178 | – 1.417.663 |
-/- Afdracht BTW-Compensatiefonds | – 2.670.403 | 21.500 | – 2.648.903 |
Belastingontvangsten IXB | 109.618.172 | 1.445.291 | 111.063.463 |
* Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal
Overige programma-ontvangsten (+ € 26,6 mln.)
Extra uitgaven inzake kosten voor vervolging leiden ook tot extra ontvangsten in 2010 e.v. (+ € 25,0 mln.). Zie ook de toelichting bij de apparaatsuitgaven. Daarnaast is de raming voor de boete-ontvangsten naar beneden bijgesteld (– € 3,4 mln.) en wordt een stijging van de ontvangsten aan schikkingen verwacht (+ € 5,0 mln.).
Heffings- en invorderingsrente (+ € 3,5 mln.)
In het Belastingplan 2010 is de maatregel «Heffingsrente successierechtschulden en -vorderingen» opgenomen. De maatregel levert extra ontvangsten aan heffings- en invorderingsrente op; € 3,5 mln. in 2010, oplopend tot € 27 mln. structureel.
Artikel 2 Financiële Markten
Algemene beleidsdoelstelling: Een integer en stabiel financieel stelsel waarin de financiële markten goed functioneren, voldoende toegankelijk en transparant zijn en een gunstige internationale concurrentiepositie kennen | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 75.663 | 152.894.822 | 152.970.485 | 8.105 | 1.757 | 1.157 | 1.157 |
waarvan garantieverplichtingen | |||||||
Garantieregeling bancaire leningen (plafond) | 152.899.131 | 152.899.131 | |||||
Garantie kredietfaciliteit AFM | – 15.000 | – 15.000 | |||||
Uitgaven | 75.663 | 10.691 | 86.354 | 8.105 | 1.757 | 1.157 | 1.157 |
Programma-uitgaven | 66.724 | 9.571 | 76.295 | 6.960 | 1.600 | 1.000 | 1.000 |
Waarvan juridisch verplicht | 76.295 | ||||||
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten | |||||||
Uitkeringen Deposito Garantiestelsel (DGS)/Icesave | |||||||
Bijdrage toezicht AFM | 27.492 | 500 | 27.992 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Bijdrage toezicht DNB | 19.015 | 9.500 | 28.515 | 5.600 | 500 | 500 | 500 |
Platform CentiQ | 3.500 | – 713 | 2.787 | ||||
Rechtspraak Financiële Markten | 1.000 | 1.000 | |||||
Overige programma-uitgaven | 770 | 684 | 1.454 | 260 | |||
Doelst. 2 Integer financieel stelsel | |||||||
Caribbean Financial Action Taskforce | 32 | 32 | |||||
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie | |||||||
Muntcirculatie | 14.915 | – 400 | 14.515 | 600 | 600 | ||
Apparaatsuitgaven | 8.939 | 1.120 | 10.059 | 1.145 | 157 | 157 | 157 |
Ontvangsten | 359.054 | 34.745 | 393.799 | 339.002 | 233.447 | 154.556 | 154.556 |
Totaal programma-ontvangsten | 359.054 | 34.745 | 393.799 | 339.002 | 233.447 | 154.556 | 154.556 |
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten | |||||||
premieontvangsten garantieregeling bancaire leningen | 351.092 | 34.720 | 385.812 | 338.977 | 233.422 | 154.531 | 154.531 |
Overige programma-ontvangsten | 2.778 | 25 | 2.803 | 25 | 25 | 25 | 25 |
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie | |||||||
Ontvangsten muntwezen | 5.184 | 5.184 | |||||
Toename munten in circulatie |
Toelichting
Verplichtingen
Garantieverplichting uit hoofde van de garantieregeling bancaire leningen (+ € 152,9 mld.)
Uit hoofde van de garantieregeling was het saldo aan uitstaande garanties ultimo 2009 in totaal € 47,1 mld. Het plafond van deze regeling is € 200 mld. Het resterende deel van het plafond (€ 152,9 mld.) zal in 2010 beschikbaar blijven omdat de garantieregeling in principe loopt tot en met 30 juni 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 32 013, nr. 4). Derhalve wordt opnieuw het resterende deel van het plafond ter autorisatie aan het parlement voorgelegd.
Garantie kredietfaciliteit AFM (– € 15,0 mln.)
Deze mutatie betreft de verlaging van het garantiebedrag als gevolg van de verlaging van de kredietlimiet in het kader van geïntegreerd middelenbeheer met hetzelfde bedrag tot een bedrag van € 55 mln.
Uitgaven
Bijdrage toezicht DNB (+ € 9,5 mln.)
Vergeleken met de voor het jaar 2009 opgestelde toezichtbegroting zullen de kosten van het door DNB in 2010 uit te oefenen toezicht naar verwachting fors hoger uitvallen. Deze ontwikkeling is vooral het gevolg van hogere pensioenlasten. Tevens is rekening te houden met crisisgerelateerde intensiveringen. Als gevolg daarvan zal de overheidsbijdrage voor DNB naar verwachting € 6,2 mln. hoger uitvallen. In 2009 was eveneens sprake van een pensioenlasteffect. Ook heeft DNB dat jaar vanwege een door het College van Beroep voor het bedrijfsleven in 2008 gedane uitspraak een deel van eerder opgelegde heffingen moeten restitueren. Dit heeft geleid tot een hogere overheidsbijdrage van € 3,3 mln.
Muntcirculatie (– € 0,4 mln.)
Deze mutatie komt voort uit een lagere verwachte muntproductie en het bewerkstelligen van een verandering van de hoeveelheid grensoverschrijdende euromunten.
Overige programma uitgaven (+ € 0,7)
De mutatie betreft een bijdrage aan het IASB (+ €0,4 mln.) en een bijdrage aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (+ € 0,3 mln.).
Ontvangsten
Premieontvangsten garantieregeling bancaire leningen (+ € 34,7 mln.)
Deze mutatie betreft de premieontvangsten van de eind 2009 verstrekte en geëffectueerde garanties uit hoofde van de garantieregeling bancaire leningen.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Algemene beleidsdoelstelling: Bedrijfseconomische doelmatigheid en optimaal financieel resultaat bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en vaste activa van de Staat | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3.009.542 | 877.375 | 3.886.917 | – 47.956 | – 43.563 | – 36.406 | – 32.402 |
Meerjarenverplichting aan ING | – 2.430.079 | – 2.430.079 | |||||
Verplichting counter indemnity | 950.000 | 950.000 | |||||
Uitgaven | 3.011.642 | 2.736.958 | 5.748.600 | 254.044 | – 43.563 | – 36.406 | – 32.402 |
Programma-uitgaven | 3.002.100 | 2.716.896 | 5.718.996 | 254.044 | – 43.563 | – 36.406 | – 32.402 |
Waarvan juridisch verplicht | 5.718.996 | ||||||
Doelstelling 1 Beheer van deelnemingen | |||||||
Dotatie begrotingsreserve TenneT | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | |
Uitkering superdividend NS | 1.400.000 | 1.400.000 | |||||
Doelst. 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen | |||||||
Verwerving vermogenstitels | |||||||
Doelst. 3 PPS en Activabeleid | |||||||
PPS | 1.000 | 4.000 | 5.000 | ||||
Doelstelling 4 Beheer van financiële instellingen | |||||||
Kapitaalversterkingen ING, Aegon en SNS Reaal | |||||||
Schade-uitkeringen Capital Relief Instrument | |||||||
Mandatory Convertible Note(s) | |||||||
Tweede herkapitalisatie ABN AMRO | 1.230.000 | 1.230.000 | |||||
Kasschuif Tweede herkapitalisatie ABN AMRO | – 302.000 | – 302.000 | 302.000 | ||||
Overige programma-uitgaven | |||||||
Regeling BF | 2.100 | 2.100 | |||||
Uitvoeringskosten tijdelijke regeling subsidie tankstations | |||||||
Back-up faciliteit ING | |||||||
Management Fee | 46.000 | 592 | 46.592 | – 1.153 | – 705 | – 230 | – 1.002 |
Funding Fee | 2.953.000 | 379.504 | 3.332.504 | – 46.803 | – 42.858 | – 36.176 | – 31.400 |
Apparaatsuitgaven | 9.542 | 20.062 | 29.604 | ||||
Personeel en materieel | 5.087 | 62 | 5.149 | ||||
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 4.455 | 20.000 | 24.455 | ||||
Ontvangsten | 4.875.561 | 300.552 | 5.176.113 | 273.858 | 133.822 | 37.998 | – 20.375 |
Programma-ontvangsten | 4.875.561 | 300.552 | 5.176.113 | 273.858 | 133.822 | 37.998 | – 20.375 |
Doelstelling 1 Beheer van staatsdeelnemingen | |||||||
Opbrengst Onttrekking vermogenstitels | |||||||
Dividend staatsdeelnemingen | 413.555 | – 37.195 | 376.360 | – 14.895 | 105 | 105 | 105 |
Rente en aflossing div. leningen | 67.006 | 67.006 | |||||
Winstafdracht DNB | 838.000 | 126.000 | 964.000 | 104.000 | – 1.000 | – 83.000 | – 130.000 |
Afdrachten Holland Casino | 20.000 | – 10.000 | 10.000 | ||||
Afdrachten Staatsloterij | 60.000 | 30.000 | 90.000 | 30.000 | |||
Premie-ontvangsten garantie TenneT | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | |
Doelstelling 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen | |||||||
Opbrengst verkoop vermogenstitels | |||||||
Doelstelling 4 Beheer van financiële instellingen | |||||||
Dividend financiële instellingen | 0 | ||||||
Rente en aflossing kapitaalversterkingen | 91.881 | 91.881 | |||||
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 8.110 | 8.110 | |||||
Premie-inkomsten Capital Relief Instrument | 169.000 | – 3.254 | 165.746 | ||||
Renteontvangsten Mandatory Convertible Note | 80.000 | – 80.000 | 0 | ||||
Premie-inkomsten counter indemnity | 19.114 | 19.114 | 25.555 | 25.555 | 25.555 | 25.555 | |
Doelstelling 5 Back-up faciliteit ING | |||||||
Verwachte portefeuille ontvangsten | 3.127.000 | – 59.162 | 3.067.838 | – 49.603 | – 45.596 | – 38.353 | – 33.540 |
Garantie fee | 101.000 | 1.502 | 102.502 | – 1.536 | – 750 | – 1.706 | – 1.005 |
Additionele fee | 54.817 | 54.817 | 47.186 | 40.700 | 35.541 | 31.118 | |
Additionele garantiefee | 153.939 | 153.939 | 128.351 | 110.008 | 95.056 | 82.592 | |
Overige programma-ontvangsten | |||||||
Regeling BF | |||||||
Overige programma-ontvangsten | |||||||
Tijdelijke regeling subsidie tankstations |
Toelichting
Verplichtingen
Verplichting counter indemnity (+ € 950,0 mln.)
De wederzijdse aansprakelijkheden ontstaan door de afsplitsing van HBU (Newbank) uit het oude ABN AMRO, nu RBS N.V. genaamd. Indien RBS N.V. in default raakt, kunnen crediteuren onder specifieke voorwaarden tot maximaal € 950 mln. claimen bij HBU, hiervoor heeft ABN AMRO een vrijwaring afgegeven. Aangezien ABN AMRO het risico van uitbetaling niet zelf kan lopen, is er een counter indemnity door de Staat afgegeven. Deze counter indemnity is als verplichting in de begroting opgenomen.
Meerjarenverplichting aan ING (– € 2,43 mld.)
In de begroting voor 2010 is voor de Illiquid Assets Back-up Facility voor elk jaar de geraamde verplichting aan ING gelijkgesteld aan de geraamde kasuitgave. In 2009 is in het jaarverslag eenmalig een meerjarenverplichting aan ING verantwoord. Gevolg daarvan is dat voor 2010 en latere jaren de eerder geraamde jaarlijkse verplichtingen aan ING neerwaarts moeten worden bijgesteld met dat deel dat al in 2009 is verantwoord.
Uitgaven
Dotatie begrotingsreserve TenneT (+ € 4,8 mln.)
In 2009 heeft de Staat door het afgeven van een garantie van € 300 mln. aan de Stichting Beheer Doelgelden ervoor gezorgd dat de overname door TenneT van het hoogspanningsnet van E.ON gefinancierd kon worden. De jaarlijks door de Staat ontvangen premie van € 4,8 mln. wordt afgestort in een begrotingsreserve.
Uitkering superdividend Schiphol (+ € 1,40 mld.)
In 2009 heeft de NS een superdividend van € 1,4 mld. uitgekeerd aan de Staat. Hiermee heeft in 2010 een schuldaflossing ten aanzien van ProRail plaatsgevonden.
PPS Zuidas (+ € 4,0 mln.)
De mutatie betreft de nacalculatie van de kosten voor de Rijksvertegenwoordiger en de mogelijke verrekening met het Rijk van de voorbereidingskosten die Amsterdam voorgeschoten heeft voor het Zuidas projectbureau in 2008 indien wordt afgezien van het Dokmodel.
Tweede herkapitalisatie ABN AMRO (+ € 1,2 mld.)
Deze mutatie betreft het resterende gedeelte van de tweede herkapitalisatie van ABN AMRO uit november 2009.
Kasschuif tweede herkapitalisatie ABN AMRO (– € 302,0 mln.)
Het is de verwachting dat een gedeelte van het gereserveerde kapitaal niet in 2010 wordt uitgegeven en daarom wordt doorgeschoven naar 2011.
ING/Funding fee (+ € 379,5 mln.)
De funding fee voor 2010 is opwaarts bijgesteld doordat alles wat binnenkomt onder de Illiquid Assets Back-up Facility (portefeuilleontvangsten en fees) vooralsnog ook weer worden terugbetaald aan ING. Hierdoor wordt de verplichting aan ING versneld afgebouwd.
ING/Management fee (+ € 0,6 mln.)
De wisselkoers op moment dat de management fee is betaald was lager dan de gebruikte rekenkoers (de waarde van één euro uitgedrukt in dollars). Hierdoor is de management fee opwaarts bijgesteld in 2010.
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 20,0 mln.)
De hogere uitgaven voor de inhuur van extern advies wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er strategisch, juridisch en financieel advies benodigd is voor het beheer van de door de kredietcrisis verworven deelnemingen. Een deel van deze uitgaven wordt doorbelast aan de deelnemingen. Zie de toelichting bij de ontvangsten.
Ontvangsten
Dividend staatsdeelnemingen (– € 37,2 mln.)
De dividendtegenvaller wordt voornamelijk veroorzaakt door tegenvallende resultaten bij de NS. Door de kredietcrisis blijft de groei in het aantal reizigers achter en reizen er minder mensen met de eerste klas. Daarnaast heeft de NS een negatief resultaat gerealiseerd op de hogesnelheidslijn. Mede hierdoor blijven de verwachte dividendontvangsten achter bij de raming en moet deze naar beneden worden bijgesteld.
Winstafdracht DNB (+ € 126,0 mln.)
Rente-effecten op de geld- en kapitaalmarkt hebben ervoor gezorgd dat de winstafdrachten van DNB hoger uitvallen dan geraamd
Afdrachten Holland Casino (– € 10,0 mln.)
De winstgevendheid van Holland Casino in 2009 was lager dan verwacht. Holland Casino verwacht dat de winstgevendheid in 2010 ook onder druk komt te staan. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de economische malaise en de toenemende concurrentie van internetkansspelen. Aangezien de afdrachten aan de Staat afhankelijk zijn van de winst worden er ook voor de Staat lagere ontvangsten verwacht.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 30,0 mln.)
De afdrachten van de Staatsloterij zijn hoger dan oorspronkelijk geraamd.
Premie-ontvangsten garantie TenneT (+ € 4,8 mln.)
Dit betreft de premie die door de Staat wordt ontvangen in het kader van de garantie van € 300 mln. die zij aan de Stichting Beheer Doelgelden heeft afgegeven, zie uitgaven.
Rente en aflossing kapitaalversterkingen (+ € 91,9 mln.)
Dit betreft de in 2010 ontvangen dividendbelasting ten aanzien van (i) de door SNS REAAL betaalde rente en (ii) de door ING betaalde rente over de aflossing en de repurchase fee.
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 8,1 mln.)
In 2009 zijn kosten voor extern advies gemaakt. Een gedeelte van die kosten had betrekking op het verstrekken en/of vrijspelen van kapitaal bij steunontvangende instellingen. Deze kosten komen voor rekening van de kapitaalontvangende instellingen. Aangezien de kosten in 2009 zijn gemaakt, maar een deel van de terugvordering in 2010 plaatsvindt, leidt dit tot hogere ontvangsten in 2010.
Premie-inkomsten capital relief instrument (– € 3,3 mln.)
Nu de garantie op de portefeuille enkele maanden onder beheer is, is er meer inzicht in de verwachte inkomsten uit premies. Deze verwachtingen leiden tot lagere ontvangsten.
Rente-ontvangsten Mandatory Convertible Note (– € 80,0 mln.)
Aangezien de MCN is geconverteerd bij separatie zullen er geen inkomsten voortvloeien uit de coupon.
Premie-inkomsten counter indemnity (+ € 19,1 mln.)
Dit betreft de premie die door de Staat wordt ontvangen in het kader van de afgegeven counter indemnity, zie verplichtingen.
ING/Verwachte portefeuille ontvangsten (– € 59,2 mln.)
Door een hogere rekenkoers (de waarde van één euro uitgedrukt in dollars) is de raming voor de portefeuilleontvangsten voor 2010 neerwaarts bijgesteld.
ING/garantie fee (+ € 1,50 mln.)
De wisselkoers op het moment dat de garantie fee is ontvangen was lager dan de gebruikte rekenkoers ( de waarde vanéén euro uitgedrukt in dollars). Hierdoor is de garantie fee opwaarts bijgesteld in 2010.
ING/additionele garantiefee en & additionele fee (€ 54,8 mln. en € 153,9 mln.)
In de IABF transactie was initieel sprake van vier kasstromen (funding fee, management fee, portefeuille ontvangsten en een garantie fee). Later is een additionele betaling overeengekomen tussen de Staat en ING (Kamerstukken II 2009/10, 31 371, nr. 273), waardoor twee extra kasstromen zijn toegevoegd.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Algemene beleidsdoelstelling: Een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 116.032 | 39.177.207 | 39.293.239 | 2.675.241 | – 1.506.763 | 1.383.933 | |
Betalingsverplichtingen | 2.587 | 4.704.149 | 4.706.736 | – 10.359 | – 72.943 | 60.407 | |
Garantieverplichtingen IFI's en DNB | 113.445 | 4.422.558 | 4.536.003 | 2.685.600 | – 1.433.820 | 1.323.526 | |
Garantie Stabiliteitsmechanisme EU | 2.946.000 | 2.946.000 | |||||
Garantie Stabiliteitsmechanisme SPV | 25.872.000 | 25.872.000 | |||||
Garantie kredieten EU betalingsbalansteun | 1.232.500 | 1.232.500 | |||||
Uitgaven | 102.187 | 1.756.334 | 1.858.521 | 1.748.815 | 955.577 | 220.787 | – 2.693 |
Programma-uitgaven | 99.600 | 1.756.185 | 1.855.785 | 1.748.815 | 955.577 | 220.787 | – 2.693 |
Waarvan juridisch verplicht | 55.785 | ||||||
Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire ontwikkeling van de EU en haar lidstaten. | |||||||
Instrument: lening aan Griekenland | 1.800.000 | 1.800.000 | 1.705.000 | 913.000 | 286.000 | ||
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI's | |||||||
Instrument: deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen | 99.600 | – 43.815 | 55.785 | 43.815 | 42.577 | – 65.213 | – 2.693 |
Apparaatsuitgaven | 2.587 | 149 | 2.736 | ||||
Ontvangsten | 10.754 | 42.017 | 52.771 | 119.316 | 157.358 | 692.798 | 1.677.415 |
Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire ontwikkeling van de EU en haar lidstaten. | |||||||
Renteontvangsten lening Griekenland | 42.017 | 42.017 | 119.316 | 157.358 | 177.344 | 153.400 | |
Aflossingen lening Griekenland | 515.454 | 1.524.015 | |||||
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI's | |||||||
Ontvangsten | 10.754 | 10.754 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties die betrekking hebben op de uitgaven worden bij de uitgaven toegelicht.
Garantieverplichtingen IFI’s en DNB (+ € 4,4 mld.)
Voor 2010 is de garantie aan DNB uit hoofde van de Nederlandse deelname in het IMF met € 544 mln. verhoogd i.v.m. PRGT-ESF trust van het IMF. Dit is eind 2009 aan de Kamer gemeld. Daarnaast is de garantieverplichting met betrekking tot de New Arrangements to Borrow (NAB) (+ € 3,9 mld.) opgehoogd . De NAB vormen samen met de General Arrangements to Borrow (GAB) de noodfaciliteit van het IMF. Er kan worden besloten tot het inzetten van deze middelen als de reguliere quota-middelen niet toereikend zijn vanwege een directe dreiging op het disfunctioneren van het internationaal monetair systeem.
Tijdens de G20 summit in London in april 2009 is overeengekomen de NAB uit te breiden met $ 500 miljard en de NAB te hervormen. Aan deze uitbreiding zullen ook 13 nieuwe leden meebetalen. Om de tijd te overbruggen die deze herziening vergt, zijn er eerst bilaterale leningen toegezegd. De EU heeft in dat verband toegezegd € 75 miljard bilateraal beschikbaar te stellen. In oktober 2009 heeft Nederland hiervoor een bilaterale lening van € 5,3 miljard afgesloten. In de Europese Raad van 17 september 2009 is afgesproken dat deze bilaterale leningen worden doorgerold in de NAB en dat de EU uiteindelijk aanvult tot € 125 miljard, op dat moment $ 175 mld. Dit bedrag is op 24 november 2009 in SDRs gewaardeerd de NAB heeft hiermee een totale omvang van SDR 367,4 mld. gekregen.
Het totale Nederlandse aandeel in de nieuwe NAB komt hiermee uit op SDR 9,0 mld., inclusief de doorgerolde bilaterale lening en de oude NAB.
De Kamer is steeds nauw op de hoogte gehouden van de beslissingen in de Europese Raad over de EU-bijdrage aan de NAB. Daarnaast is er in een brief aan de Kamer van 23 september 2009 een overzicht verschaft over de Nederlandse bijdragen aan het IMF, waarin ook deze bijdrage aan de NAB is gemeld.
DNB verstrekt een eventuele lening in het kader van de NAB namens Nederland aan het IMF. In het kader van de uitbreiding van de NAB wordt de garantie van de Nederlandse staat jegens DNB uit hoofde van het IMF verhoogd met SDR 3,3 mld. (tegen de huidige koers € 3,9 mld). Deze garantie wordt alleen ingeroepen wanneer het IMF niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen; de kans hierop wordt miniem geacht.
Garantieverplichting Stabiliteitsmechanisme EU (+ € 2,9 mld.)
Op 10 mei jongstleden besloot de Ecofin Raad tot een totaalpakket aan maatregelen ter borging van de financiële stabiliteit (d.d. 10 mei 2010, kenmerk BFB 2010-548M). Belangrijk onderdeel van dit pakket was de afspraak dat landen alles in het werk zouden stellen om binnen de afgesproken termijn hun begrotingstekort op orde te brengen. Sluitstuk van het pakket is het stabiliteitsmechanisme. Het mechanisme bestaat uit twee delen. Via de Europese begroting komt een bedrag van € 60 mld. beschikbaar. Het gaat hier in feite om een uitbreiding van de bestaande betalingsbalansfaciliteit (die reeds beschikbaar is voor landen buiten de eurozone). Dit bedrag kan worden uitgeleend aan lidstaten in nood. Lidstaten van de EU staan via hun aandeel in de Europese begroting garant voor deze leningen. Voor Nederland gaat het dan om een garantstelling voor maximaal ca. € 3 mld.
Garantieverplichting Stabiliteitsmechanisme SPV (+ € 25,9 mld.)
Het communautaire deel van het stabiliteitsmechanisme wordt, indien dat nodig zou zijn, aangevuld met additionele leningen. Hiertoe is vanuit een Special Purpose Vehicle (SPV) maximaal € 440 mld. beschikbaar. De eurolanden zullen garant staan voor de verplichtingen van deze SPV. Het Nederlandse aandeel hierin, inclusief een eventuele bijdrage aan het eigen vermogen van de SPV, bedraagt maximaal ca. € 26 mld. Dit loket is in beginsel tijdelijk beschikbaar, voor een periode van 3 jaar. Indien uit de Europese middelen een leningenprogramma wordt gefinancierd, zal ook het IMF voor naar verwachting in ieder geval de helft hieraan deelnemen. Leningen zullen, net als bij Griekenland, enkel worden verstrekt onder zeer stringente beleidscondities en tegen een forse renteopslag.
De garanties die Nederland verleent via de Europese begroting, en voor eventuele additionele leningen via het SPV leiden niet tot directe uitgaven op de Nederlandse begroting. Een effect op de uitgaven is pas aan de orde als delen van de leningen uiteindelijk toch niet worden terugbetaald. De kans hierop achten we bijzonder klein, temeer daar de leningen gepaard gaan met zeer strenge beleidscondities en een frequente monitoring.
Garantie kredieten EU betalingsbalanssteun (+ €1,2 mld.)
Het plafond van de bestaande EU betalingsbalanssteun faciliteit is in 2009 opgehoogd naar € 50 mld. Hierover bent u meermaals geïnformeerd.
Uitgaven
Lening Griekenland (€ 1,8 mld.)
Omdat dit noodzakelijk was met het oog op de financiële stabiliteit in de eurozone, is een leningenprogramma gestart voor Griekenland. Het programma betreft een gezamenlijk programma van het IMF en de lidstaten van de eurozone. Op 7 mei jongstleden heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Nederlandse deelname (d.d. 3 mei 2010, kenmerk BFB 2010-450M). Voor Nederland gaat het om een aandeel in dit programma van maximaal € 4,7 mld. over de gehele periode 2010–2013. Voor het ritme waarmee op dit bedrag getrokken zal worden is een raming gemaakt die voor 2010 uitkomt op € 1,8 mld.
Multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen (– € 43,8 mln.)
Uit hoofde van kasmanagement is op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken het verzilveringschema van IDA aangepast (februari 2010). Een bedrag van € 43,8 mln. is van 2010 naar 2011 geschoven. Teneinde de netto contante waarde van de kasschuif nul te houden wordt een zelfde bedrag van 2013 naar 2012 geschoven.
Ontvangsten
Renteontvangsten lening Griekenland (+ € 42,0 mln.)
Griekenland betaalt voor de verstrekte leningen in de eerste drie jaar een rentevergoeding die is samengesteld uit de 3 maands euribor rente plus een opslag van 300 basispunten (vanaf het vierde jaar komen hier nog 100 basispunten bij). Daarnaast wordt bij uitkering van iedere lening een service fee betaalt van 50 basispunten. Voor de financiering van (het Nederlandse deel van) deze leningen trekt het Agentschap geld aan op de financiële markten tegen het voor Nederland geldende rentepercentage; dat is fors lager dan de vergoeding die Griekenland betaalt.
Artikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties
Algemene beleidsdoelstelling: Een completere markt voor verzekering van betalingsrisico's die zijn verbonden aan export en aan investeringen in het buitenland | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 11.950.431 | 1.484.781 | 13.435.212 | |||||
waarvan betalingsverplichtingen | 14.375 | 17 | 14.392 | |||||
waarvan garantieverplichtingen | 11.936.056 | 13.420.820 | ||||||
EKV | 11.332.276 | 11.332.276 | ||||||
TRhi | 453.780 | 453.780 | ||||||
MIGA | 150.000 | 150.000 | ||||||
omzetpolissen | 1.484.764 | 1.484.764 | ||||||
0 | ||||||||
Uitgaven | 134.875 | 40.017 | 174.892 | 20.000 | 20.000 | |||
Programma-uitgaven | 120.500 | 160.500 | 20.000 | 20.000 | ||||
Waarvan juridisch verplicht | 152.475 | |||||||
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten | ||||||||
Schade-uitkering EKV | 120.000 | 40.000 | 160.000 | 20.000 | 20.000 | |||
Schade-uitkering TRhi | 500 | 500 | ||||||
Schade-uitkering MIGA | ||||||||
Apparaatsuitgaven | 14.375 | 14.392 | ||||||
Personeel en materieel | 1.469 | 17 | 1.486 | |||||
Kostenvergoeding Atradius DSB | 12.906 | 12.906 | ||||||
Ontvangsten | 111.050 | 40.000 | 151.050 | |||||
Programma-ontvangsten | 111.050 | 151.050 | ||||||
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten | ||||||||
Premies EKV | 40.000 | 40.000 | ||||||
Premies TRhi | 1.250 | 1.250 | ||||||
Schaderestituties EKV | 69.800 | 69.800 | ||||||
Overige programma-ontvangsten |
| 40.000 | 40.000 |
|
|
|
|
|
Toelichting
Verplichtingen
Garantieverplichting omzetpolissen (+ € 1,48 mld.)
De regeling voor de Tijdelijke Aanvullende Staatskredietverzekering (TASK) is in 2009 in werking getreden. De totale uitstaande garantieverplichting ultimo 2009 is € 15,2 mln. Het plafond van deze regeling is € 1,50 mld. Het resterende deel van het plafond (€ 1,48 mld.) zal in 2010 beschikbaar blijven, omdat deze regeling in beginsel loopt tot en met 31 december 2010. Derhalve wordt opnieuw het resterende deel van het plafond ter autorisatie aan het parlement voorgelegd.
Uitgaven
EKV schade-uitkeringen (+ € 40,0 mln.)
Naar verwachting zal de schade op de EKV € 40 mln. hoger zijn dan oorspronkelijk geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat een deel van de schade op Dubai niet in 2009, maar in 2010 gerealiseerd zal worden.
Ontvangsten
Overige programmaontvangsten (+ € 40,0 mln.)
De verwachte hogere schade-uitkeringen worden opgevangen door een ontvangst uit de begrotingsreserve van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.
Artikel 7 Beheer materiële activa
Algemene beleidsdoelstelling: De verwerving, het beheer en de vervreemding van onroerende en roerende zaken door het Rijk is doelmatig | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 92.844 | 216.900 | 309.744 | 2.900 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Uitgaven | 92.844 | 9.900 | 102.744 | 2.900 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Programma-uitgaven | 66.694 | 9.900 | 76.594 | 2.900 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Waarvan juridisch verplicht | 49.415 | ||||||
Doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed | |||||||
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling | 10.000 | 10.000 | |||||
Doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken | |||||||
Onderhoud en beheerskosten | 8.779 | 5.300 | 14.079 | 500 | |||
Zakelijke lasten | 47.915 | 1.500 | 49.415 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Overige programmauitgaven | 3.100 | 3.100 | 900 | ||||
Doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken | |||||||
Apparaatsuitgaven | 26.150 | 26.150 | |||||
Ontvangsten | 168.638 | 151.083 | 319.721 | 5.000 | |||
Programma-ontvangsten | 168.459 | 151.083 | 319.542 | 5.000 | |||
Doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling | |||||||
Doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken | |||||||
Verkoop onroerende zaken | 36.545 | 160.000 | 196.545 | ||||
Beheersontvangsten | 95.014 | 5.000 | 100.014 | 5.000 | |||
Overige programma-ontvangsten | 35.400 | 35.400 | |||||
Doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken | |||||||
Verkoop roerende zaken | 1.500 | – 13.917 | – 12.417 | ||||
Apparaatsontvangsten | 179 |
| 179 |
|
|
|
|
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Verplichtingen (+ € 216,9 mln.)
Voor het opvangen van de risico’s die zijn gerelateerd aan ontwikkelingsprojecten waaraan het RVOB deelneemt staat het moederdepartement garant in de vorm van een zogenaamd vorderingenplafond. Het vorderingenplafond (€ 207,0 mln.) is als garantieverplichting in de begroting verwerkt. De resterende toename in de verplichtingen (+ € 9,9 mln.) weerspiegelt de toename van de programma-uitgaven.
Programma-uitgaven (+ € 9,9 mln.)
De overschrijding op onderhouds- en beheerskosten (+ € 5,3 mln.) wordt veroorzaakt door hogere pachtafkopen (+ € 3,5 mln.) en door een (vorig jaar uitgestelde) aankoop van een safe house (+ € 2,0 mln.). De beheerskosten voor vliegveld Twente dalen € 0,2 mln. Tevens nemen de zakelijke lasten toe (+ € 1,5 mln.) door een stijging van de waterschapslasten.
Tot slot zijn in 2009 in het kader van lopende projecten van het RVOB verplichtingen aangegaan die in 2010 tot plankosten leiden en waarvoor nog geen budget was voorzien (+ € 2,2 mln.). Tevens is voor de plankosten van nieuwe projecten zonder rijksgrondpositie budget voorzien (+ € 0,9 mln).
Ontvangsten
Verkoop onroerende zaken (+ € 160,0 mln.)
Conform de Regeling Batenlastendiensten 2007 heeft het RVOB voor de overname van vlottende activa van het moederdepartement een beroep gedaan op de leenfaciliteit van het ministerie van Financiën. De uit de verstrekte lening ontvangen gelden worden betaald aan het moederdepartement ter vergoeding van de overgenomen activa. Het moederdepartement boekt de ontvangsten (+ € 150 mln.) als niet-relevante ontvangsten op de begroting. Op basis van inschattingen van het RVOB wordt een extra verkoopopbrengst van € 10 mln. verwacht. Deels betreft het een overloop van verkoopopbrengsten uit 2009 en deels additionele opbrengsten uit verkoop van agrarische gronden.
Beheersontvangsten (+ € 5,0 mln.)
De beheersontvangsten worden opwaarts aangepast (+ € 5,0 mln.), aangezien per 2010 de pachtprijzen zijn verhoogd op basis van het Pachtnormenbesluit 2007.
Verkoop roerende zaken (– € 13,9 mln.)
In de jaren 2006 en 2007 heeft Domeinen Roerende Zaken in beslag genomen mobiele telefoons, in verband met een vermeende BTW carrousel, verkocht om waardedaling te voorkomen. Ultimo 2009 heeft het Functioneel Parket te Amsterdam aangegeven dat de waarde van deze goederen uitgekeerd moet worden aan de rechtmatige eigenaar, omdat de BTW carrousel niet kan worden aangetoond. In 2010 wordt € 13,9 mln. geretourneerd ten laste van de geraamde verkoopopbrengst.
Artikel 8 Begrotingsbeleid
Algemene beleidsdoelstelling: Het budgettaire beleid creëert de randvoorwaarden om maatschappelijke ambities, nu en in de toekomst, te verwezenlijken | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 32.787 | 808 | 33.595 | – 67 | – 68 | – 1.478 | – 1.478 |
Uitgaven | 32.787 | 808 | 33.595 | – 67 | – 68 | – 1.478 | – 1.478 |
Programmauitgaven | 4.680 | 375 | 5.055 | ||||
Waarvan juridisch verplicht | 5.055 | ||||||
Doelst. 4 Verminderen regeldruk voor bedrijven | |||||||
Vermindering regeldruk | |||||||
Apparaatsuitgaven | 28.107 | 433 | 28.450 | – 67 | – 68 | – 1.478 | – 1.478 |
Ontvangsten | 5.829 | 5.829 | |||||
Apparaatsontvangsten | 5.829 |
| 5.829 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Programma-uitgaven en apparaatsuitgaven (+ € 0,8 mln.)
Voor uitvoering van diverse projecten op het terrein van vermindering regeldruk is er budget interdepartementaal overgeboekt naar het programma (€ 0,4 mln.) en voor overige werkzaamheden naar apparaat (€ 0,4 mln.).
Artikel 9 Algemeen
Algemeen | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 128.112 | 14.029 | 142.141 | 14.333 | 5.627 | 7.046 | 7.046 |
Uitgaven | 128.112 | 14.029 | 142.141 | 14.333 | 5.627 | 7.046 | 7.046 |
Totaal apparaatsuitgaven | 128.067 | 14.029 | 142.096 | 14.333 | 5.627 | 7.046 | 7.046 |
Apparaatsuitgaven | 120.467 | 14.029 | 134.496 | 14.333 | 5.627 | 7.046 | 7.046 |
Uitvoeringskosten omslagstelsel Rijkswagenpark | 7.600 | 7.600 | |||||
Tegoeden WOII | 45 | 45 | |||||
Ontvangsten | 11.462 | 4.307 | 15.769 | 4.237 | 4.237 | 4.237 | 4.237 |
Apparaatsontvangsten | 3.862 | 4.307 | 8.169 | 4.237 | 4.537 | 4.537 | 4.537 |
Omslagstelsel Rijkswagenpark | 7.600 |
| 7.600 |
|
|
|
|
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Apparaatuitgaven (+ € 14,0 mln.)
De mutatie hangt samen met een desaldering (zie ontvangsten), ICT gerelateerde uitgaven en overige apparaatuitgaven.
Ontvangsten
Apparaatsontvangsten (+ € 4,3 mln.)
De apparaatsuitgaven in het kader van uitvoeringskosten RAD en huisvesting worden gedesaldeerd.
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Onvoorzien | Stand ontwerpbegroting 2010 (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting 2010 (3)=(1+2) | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.714 | 1.714 | 3443 | 3093 | 3059 | 3059 | |
Uitgaven | 1.714 | 1.714 | 3443 | 3093 | 3059 | 3059 | |
Onvoorzien | |||||||
Loonbijstelling | |||||||
Prijsbijstelling |
Domeinen Onroerende Zaken, dat sinds 1 januari 2008 een baten-lastendienst was, en het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) zijn op 1 juli 2009 gefuseerd tot het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB). Het GOB is hiertoe overgeheveld van het ministerie van VROM naar het ministerie van Financiën. Het RVOB heeft vanaf 1 januari 2010 de status van (tijdelijke) baten-lastendienst gekregen. In verband hiermee is een volledig uitgewerkte baten-lastenparagraaf voor de nieuwe fusiedienst opgenomen (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010). Mutaties in de cijfers in de paragrafen 2.3.1 t/m 2.3.3 ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2010 zijn toe te schrijven aan de overgang van de directie Ontwikkeling van het kas/verplichtingenstelsel naar het batenlastenstelsel. Onder bepaalde voorwaarden kan het RVOB nu gronden die deel uitmaken van een (gebieds)ontwikkeling op de balans opnemen. Hetzelfde geldt voor de kosten die het RVOB moet maken gedurende de planontwikkeling voor die gronden. Voor het opvangen van de projectrisico’s is een aparte afspraak met het moederdepartement gemaakt die wordt toegelicht bij de openingsbalans.
(Bedragen * € 1.000) | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Opbrengst moederdepartement | 20.670 | 20.415 | 22.904 | 22.216 | 22.216 | 22.216 | 22.216 |
Opbrengst overige departementen | 1.192 | 750 | 750 | 750 | 750 | 750 | |
Opbrengsten derden | 1.076 | 920 | 750 | 750 | 750 | 750 | 750 |
Rentebaten | 11 |
| 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Buitengewone baten | |||||||
Exploitatie bijdrage | |||||||
Totaal baten | 22.949 | 21.335 | 24.424 | 23.736 | 23.736 | 23.736 | 23.736 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | |||||||
Personele kosten | 13.954 | 14.156 | 16.682 | 16.189 | 16.189 | 16.189 | 16.189 |
Materiele kosten | 5.779 | 6.620 | 6.893 | 6.775 | 6.775 | 6.775 | 6.775 |
Rentelasten | 42 | 35 | 64 | 61 | 57 | 43 | 64 |
Afschrijvingskosten | 427 | 401 | 672 | 678 | 591 | 363 | 465 |
Materieel | 420 | 394 | 665 | 671 | 584 | 356 | 458 |
Immaterieel | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Dotaties voorzieningen | 1.795 | ||||||
Buitengewone lasten | |||||||
Totaal lasten | 21.997 | 21.212 | 24.311 | 23.703 | 23.612 | 23.370 | 23.493 |
Saldo van baten en lasten | 952 | 123 | 113 | 33 | 124 | 366 | 243 |
Toelichting op de baten
Opbrengst moederdepartement (€ 22,9 mln.)
De opbrengsten in 2010 zijn als volgt te verdelen naar de diverse productgroepen:
Producten | Omzetbedrag (* € 1.000) |
---|---|
Homogene producten | |
Erfpacht | 1.035 |
Huur | 3.542 |
Pacht | 2.414 |
Medegebruik | 1.946 |
Behandelen zakelijke lasten | 1.770 |
Onbeheerde nalatenschappen | 810 |
Bodemmaterialen | 407 |
Beheerstaken in eigen beheer | 727 |
Heterogene producten | |
Verkopen | 6.450 |
Aankopen | 109 |
Taxatie & Advies | 882 |
Projectopdrachten gebiedsontwikkeling | 690 |
Business cases gebiedsontwikkeling | 1.775 |
Adviezen over ontwikkelmogelijkheden | 347 |
Totaal | 22.904 |
Opbrengst overige departementen (€ 750.000)
De opbrengst betreft vergoedingen voor beheeractiviteiten en taxaties ten behoeve van Rijkswaterstaat, Rijksgebouwendienst en Defensie.
Opbrengsten derden (€ 750.000)
De betreffende opbrengsten zijn te verdelen naar vier afnemerscategorieën:
• Opbrengsten DRZ i.v.m. ICT-dienstverlening (€ 450.000).
• Opbrengsten uit taxaties voor het verstrekken van schatkistleningen aan onderwijsinstellingen (€ 50.000).
• Opbrengst taxaties RGD (€ 50.000).
• Opbrengst activiteiten i.v.m. Onbeheerde nalatenschappen (€ 200.000).
Rentebaten (€ 20.000)
De rentebaten zijn vastgesteld op basis van een rentevoet van 1,5%.
Toelichting op de lasten
Personeel (€ 16,7 mln.)
De personele kosten 2010 bestaan uit twee componenten, namelijk:
• Personeel ad € 16,6 mln. Het betreft 274 fte’s. De gemiddelde loonkosten per fte bedragen circa € 61.000;
• Uitzendkrachten (€ 100.000).
Materieel (€ 6,9 mln.)
De materiële kosten 2010 zijn onder te verdelen in onderstaande categorieën.
Materiële kosten – categorieën | Bedrag (* € 1.000) |
---|---|
Automatisering | 1.895 |
Huren RGD | 1.300 |
Huisvesting | 895 |
Opleiding en wervingskosten | 628 |
Reis- en verblijfkosten | 601 |
Communicatie | 404 |
Overig | 1.170 |
Totaal | 6.893 |
De post automatisering bestaat voor een deel uit automatiseringskosten ten behoeve van dienstverlening aan DRZ (€ 366.000). Door middel van een service level agreement (sla) worden de betreffende kosten verrekend.
Rentelasten (€ 64.000)
De rentelasten vloeien voort uit rente- en aflossingsdragend vermogen (gebruik leenfaciliteit). De daadwerkelijke rentepercentages zijn afhankelijk van de looptijden van de leningen. Het gehanteerd gemiddeld rentepercentage bedraagt 4,1%. De rente over de leningen die het RVOB afsluit voor de overname van gronden wordt niet jaarlijks betaald maar bijgeschreven op de hoofdsom en in een keer afgelost bij de afronding van het project. Deze rentelasten zijn hier dus niet opgenomen.
Afschrijvingskosten (€ 672.000)
De afschrijvingskosten zijn bepaald op basis van de huidige investeringsvoorraad en de te verwachten (vervangings)investeringen. In onderstaande tabel zijn de betreffende afschrijvingskosten uitgesplitst naar activagroep. Tevens is hierbij de gehanteerde (totale) afschrijvingstermijn vermeld.
Activa groepen | afschrijvingstermijnen | Bedrag (* € 1.000) |
---|---|---|
Verbouwingen | 10 jaar | 72 |
Installaties | 10 jaar | 11 |
Meubilair | 10 jaar | 99 |
Kantoormachines | 5 jaar | 6 |
Computer apparatuur | 3 jaar | 397 |
Telecommunicatie apparatuur | 7 jaar | 38 |
Voertuigen | 4 jaar | 42 |
Software | 3 jaar | 6 |
Licenties | 3 jaar | 1 |
Totaal | 672 |
Saldo van baten en lasten (€ 113.000)
Het geraamde saldo van baten en lasten betreft alleen RVOB, directie Vastgoed. Het geraamde resultaat 2010 van RVOB, directie Ontwikkeling is nihil. Rekening houdend met de 5%-regeling zal een deel worden afgedragen aan de algemene middelen.
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1/1 | 0 | 3.269 | 1.979 | 1.061 | 842 | 646 | 603 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 1.574 | – 634 | – 962 | 470 | 503 | 673 | 683 |
3a. | -/- Totaal investeringen (incl. onderhanden werk) | – 241 | – 1020 | – 188.378 | – 24.550 | – 550 | – 550 | – 550 |
3b | +/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen |
|
|
|
|
|
| |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 241 | – 1020 | – 188.378 | – 24.550 | – 550 | – 550 | – 550 |
4a. | -/- Eenmalige uitkering aan moederdepartement |
|
| – 88 | – 33 | – 124 | – 366 | – 243 |
4b. | +/+ Eenmalige storting door moederdepartement | 2.301 |
| 756 |
|
|
| |
4c. | -/- Aflossingen op leningen | – 365 | – 656 | – 624 | – 656 | – 575 | – 350 | – 451 |
4d. | +/+ Beroep op de leenfaciliteit |
| 1.020 | 188.378 | 24.550 | 550 | 550 | 550 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 1.936 | 364 | 188.422 | 23.861 | – 149 | – 166 | – 144 |
5. | Rekening courant RHB 31/12 | 3.269 | 1.979 | 1.061 | 842 | 646 | 603 | 592 |
Toelichting
1. Per 1 januari 2010 beschikt RVOB naar verwachting op de eigen apparaatbankrekening over een saldo van € 1.979.000. Dit is het rekening-courantsaldo uit 2009.
2. De totale operationele kasstroom komt tot stand door het resultaat van baten en lasten te vermeerderen met de geplande afschrijvingen en te verminderen met de onttrekking aan voorzieningen.
Er is zowel in 2009 als in 2010 sprake van een negatief operationeel kasstroomsaldo. Dit wordt veroorzaakt door de onttrekking aan een tweetal in 2008 gevormde voorzieningen.
3a. De investeringen hebben grotendeels betrekking op de verwerving van gronden.
4a. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement heeft betrekking op de bestemming van een deel van de vastgestelde winst (5% regeling eigen vermogen).
4b. De post «eenmalige storting door moederdepartement» heeft betrekking op het saldo tussen vlottende activa+liquide middelen en kortlopende schulden.
4c. De totale aflossing op leningen ad € 624.000 heeft voor € 157.000 betrekking op de initiële lening.
4d. Het beroep op de leenfaciliteit heeft grotendeels betrekking op de verwerving van gronden ten behoeve van gebiedsontwikkeling.
Indicatoren | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mate van kostendekkendheid geheel RVOB | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | ||
Ontwikkeling tarieven homogene producten van RVOB, directie Vastgoed1 | 100% | 97% | 93% | 89% | 85% | 82% | 79% |
Aandeel directe uren voor totaal RVOB | 50% | 52% | 54% | 56% | 58% | 60% | 62% |
Aantal directe uren voor medewerker in primair proces | 1150 | 1160 | 1170 | 1180 | 1190 | 1200 | 1210 |
Uitkomst klanttevredenheidsonderzoek | 7 | 7 | |||||
Percentage in het gelijkgestelde procedures (WOZ) van RVOB, directie Vastgoed | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% |
Toelichting
RVOB heeft voor de taken die voortvloeien uit de Comptabiliteitswet twee soorten producten onderscheiden: homogene en heterogene producten. De homogene producten zijn met name ingebruikgevingen en het beoordelen en betalen van OZB-aanslagen. Per soort homogeen product zijn normuren gedefinieerd. Dat betekent dat er een genormeerd aantal uren per overeenkomst/zaak beschikbaar is. De ontwikkeling van de tarieven voor homogene producten is berekend als het gewogen gemiddelde van de gerealiseerde uren per soort homogeen product maal het uurtarief afgezet tegen het gemiddelde genormeerde aantal uren maal het uurtarief.
Algemene toelichting
In deze paragraaf is de definitieve openingsbalans voor het RVOB opgenomen. In de Ontwerpbegroting 2010 is geen indicatieve openingsbalans voor het RVOB opgenomen, aangezien het RVOB bij VJN met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 wordt ingesteld.
Openingsbalans RVOB per 1 januari 2010 (x € 1.000)
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 47 | |
Materiële vaste activa | 942 | |
– Grond en gebouwen | 107 | |
– Installaties en inventarissen | 795 | |
– Overige materiële vaste activa | 40 | |
Vlottende activa | 158.416 | |
– Onderhanden werk grondexploitaties | 156.267 | |
– Debiteuren | 797 | |
– Nog te ontvangen en vooruitbetaalde posten | 596 | |
– Te vorderen van moederdepartement | 756 | |
Liquide middelen | 4.234 | |
Totaal activa | 163. 639 | |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 3.083 | |
– Exploitatiereserve | 3.083 | |
– Verplichte reserves | 0 | |
– Onverdeeld resultaat | 0 | |
Langlopende schulden | 155.873 | |
– Leningen ministerie van Financiën | 151.267 | |
– Overige schulden | 4.606 | |
Voorzieningen | 1.825 | |
Kortlopende schulden | 2.858 | |
– Crediteuren | 327 | |
– Nog te betalen en vooruit ontvangen posten | 2.531 | |
Totaal passiva | 163.639 |
Toelichting
Voor het opvangen van de risico’s die zijn gerelateerd aan het onderhanden werk (en die zich vertalen in het treffen van voorzieningen) staat het moederdepartement garant voor de projecten die in 2010 en 2011 in portefeuille worden genomen in de vorm van een zogenaamd vorderingenplafond maximaal (€ 207.000.000). Dat wil zeggen dat het RVOB eventuele voorzieningen die het moet treffen zodra de verwachting bestaat dat het onderhanden werk met een negatief resultaat zal worden afgesloten (waardoor de boekwaarde van de gronden moet worden verlaagd), kan financieren door het instellen van een vordering op het moederdepartement. Deze mogelijkheid zal in de tijd worden afgebouwd. Voor projecten die vanaf 2012 in portefeuille worden genomen zal het RVOB de risico’s dekken uit het eigen vermogen (in de vorm van een aparte bestemmingsreserve).