Ontvangen 22 november 2010
Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel I, onderdeel A, onder 3, wordt gewijzigd als volgt:
Het zesde lid wordt gewijzigd als volgt:
1. Na de eerste volzin wordt een volzin ingevoegd, luidende: Onze Minister kan inzake een afvalstof die een behandeling voor nuttige toepassing heeft ondergaan, besluiten dat deze niet langer als afvalstof wordt aangemerkt, voor zover voor deze afvalstof geen criteria van toepassing zijn als bedoeld in de eerste volzin en ook overigens wordt voldaan aan artikel 6, vierde lid, eerste volzin, van de kaderrichtlijn afvalstoffen.
2. In de derde volzin (nieuw) wordt «eerste volzin» vervangen door: eerste en tweede volzin.
B
In artikel I, onderdeel C, vervallen in artikel 10.1a, eerste lid, onderdeel f, de komma’s na «materiaal» en na «bosbouw».
C
In artikel I, onderdeel U, vervalt in het derde lid «of gevaarlijke afvalstoffen».
D
In artikel I, onderdeel X, wordt in artikel 10.54a, eerste lid, «andere afvalstoffen, stoffen of materialen» vervangen door: andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen of met andere afvalstoffen, stoffen of materialen.
Gebleken is dat het wetsvoorstel op een viertal plaatsen een niet geheel correcte implementatie van de kaderrichtlijn afvalstoffen bevat. Met deze nota van wijziging worden deze omissies weggenomen.
In onderdeel A is de in artikel 6, vierde lid, van de kaderrichtlijn afvalstoffen opgenomen bevoegdheid geïmplementeerd om per geval een afvalstof niet langer als zodanig aan te merken. Die bevoegdheid voor de minister is in de memorie van toelichting genoemd, maar in het wetsvoorstel bleek de basis daarvoor niet expliciet te zijn opgenomen.
Onderdeel C strekt er toe te voorkomen dat het mengverbod voor gevaarlijke afvalstoffen dubbel wordt geregeld. Dat mengverbod is namelijk al opgenomen in het voorgestelde artikel 10.54a van de Wet milieubeheer (artikel I, onderdeel X, van het wetsvoorstel).
De wijzigingen, opgenomen in de onderdelen B en D, strekken er toe tekstueel preciezer aan te sluiten bij de tekst van de desbetreffende onderdelen van de kaderrichtlijn afvalstoffen.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma