Voorgesteld 2 april 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat over het functioneren van advocaten, notarissen, rechters, deurwaarders en officieren van justitie klachten kunnen worden ingediend bij de daartoe aangewezen instanties;
overwegende dat naast het formele klachtrecht informeel informatie over elkaars functioneren wordt uitgewisseld;
overwegende dat deze informele informatie-uitwisseling nog in de kinderschoenen staat;
overwegende dat deze beroepsgroepen samen verantwoordelijk zijn voor de rechtsstaat;
overwegende dat voor gericht toezicht op advocaten, notarissen, rechters, deurwaarders en officieren van justitie deze informele uitwisseling van informatie geoptimaliseerd moet worden, zonder het informele karakter te verliezen;
verzoekt de regering, in overleg te treden met de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad voor Rechtsbijstand, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, de Raad voor de rechtspraak, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders en het Openbaar Ministerie, met als doel dat deze organisaties effectief onderling informeel informatie uitwisselen over elkaars functioneren;
verzoekt de regering voorts, in overleg te treden met de genoemde organisaties met als doel dat signalen over individuele advocaten informeel worden gemeld bij de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Steur