Kamerstuk 32382-25

Gewijzigd amendement van het lid Van der Steur ter vervanging van nr. 21 dat het mogelijk maakt dat advocaten die strafrechtelijk veroordeeld zijn of vanwege een serieuze verdenking in voorlopige hechtenis zijn genomen, kunnen worden geschorst

Dossier: Aanpassing van de Advocatenwet en enige andere wetten in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde en herziening van het toezicht op advocaten (Wet positie en toezicht advocatuur)

Gepubliceerd: 2 april 2014
Indiener(s): Ard van der Steur (VVD)
Onderwerpen: economie overige economische sectoren recht rechtspraak
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32382-25.html
ID: 32382-25
Origineel: 32382-21

99,3 %
0,0 %

PvdD

GL

PvdA

Van Klaveren

D66

50PLUS

SGP

Bontes

Van Vliet

VVD

CU

PVV

CDA

SP


Nr. 25 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STEUR TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 21

Ontvangen 2 april 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel H, wordt in artikel 8, eerste lid, onderdeel l, «artikel 60ab, eerste lid» vervangen door: artikel 60ab, eerste en tweede lid.

II

In artikel I, onderdeel FFd, wordt in artikel 47b, tweede lid, onderdelen a en b, en artikel 47c, eerste lid, «artikel 60ab, eerste lid» telkens vervangen door: artikel 60ab, eerste en tweede lid.

III

In artikel I wordt onderdeel GGi als volgt gewijzigd:

1. Voor het eerste onderdeel wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

01. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid, wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan ook worden ingediend ingeval een advocaat zich in voorlopige hechtenis bevindt of deze bij nog niet onherroepelijk of onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld dan wel hem bij een dergelijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft, met dien verstande dat alleen een schorsing kan worden uitgesproken voor de duur van de vrijheidsbeneming. De griffier van het gerecht dat een van de in de eerste volzin genoemde beslissingen neemt, geeft van die beslissing kennis aan de deken van de orde in het arrondissement waartoe de advocaat behoort. Het vijfde lid is niet van toepassing.

2. Het eerste onderdeel komt te luiden:

1. In het derde lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door: eerste en tweede lid.

3. Het tweede onderdeel komt te luiden:

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «van de deken van de orde waartoe de advocaat behoort overeenkomstig het eerste» vervangen door: overeenkomstig het eerste of tweede.

4. In het derde onderdeel wordt «vierde lid» vervangen door: vijfde lid (nieuw).

5. In het vierde onderdeel wordt «vijfde lid» vervangen door «zesde lid (nieuw)» en wordt «degene die het verzoek als bedoeld in het eerste lid heeft gedaan» vervangen door: de deken.

IV

In artikel I, onderdeel GGj, wordt na «artikel 60ad, eerste lid,» ingevoegd: wordt «artikel 60ab, eerste en vijfde lid» vervangen door «artikel 60ab, eerste, tweede en zesde lid» en.

V

In artikel I worden na onderdeel GGj twee onderdelen ingevoegd, luidende:

GGk

In artikel 60ae wordt «artikel 60ab, vierde lid» vervangen door «artikel 60ab, vijfde lid» en wordt «artikel 60ab, eerste lid» vervangen door: artikel 60ab, eerste of tweede lid.

GGl

Artikel 60af wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «artikel 60ab, eerste lid» vervangen door: artikel 60ab, eerste en tweede lid.

2. In het vierde lid wordt «artikel 60ab, eerste en vijfde lid» vervangen door: artikel 60ab, eerste, tweede en zesde lid.

Toelichting

Dit amendement maakt het mogelijk dat advocaten die strafrechtelijk veroordeeld zijn of vanwege een serieuze verdenking in voorlopige hechtenis zijn genomen, kunnen worden geschorst. Dit amendement wijzigt daarom de procedure voor het spoedshalve schorsen of treffen van een voorlopige voorziening.

Het nieuwe tweede lid van artikel 60ab maakt het mogelijk dat een advocaat kan worden geschorst in de uitoefening van de praktijk wanneer hij zich in voorlopige hechtenis bevindt of is veroordeeld tot een gevangenisstraf. Een advocaat die «vastzit» kan niet op behoorlijke wijze de praktijk uitoefenen. Tevens kan er in die gevallen aanleiding zijn dat de advocaat zich niet heeft gedragen zoals een advocaat betaamt. Daarom moet deze advocaat met onmiddellijke ingang geschorst kunnen worden. De toevoeging van de laatste volzin beoogt te bereiken buiten twijfel te stellen dat het enkele feit dat na zes weken geen tuchtprocedure op grond van artikel 46c, eerste lid, wordt gestart, niet tot gevolg heeft dat de spoedschorsing van rechtswege ophoudt te bestaan.

Van der Steur