Ontvangen 28 november 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I worden na onderdeel I twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ia
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Tevens vraagt de concessieverlener, indien dit gedeputeerde staten betreft, advies aan de gemeenten die het betreffen.
2. In het tweede lid wordt na «stelt de consumentenorganisaties» ingevoegd: en de gemeenten, bedoeld in het eerste lid,.
3. In het vierde lid wordt na : De consumentenorganisaties» ingevoegd: en de gemeenten, bedoeld in het eerste lid,.
Ib
In artikel 27a, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het einde van de zin door een komma een zinsnede toegevoegd, luidende: en aan de provincies die het betreffen.
II
In artikel I wordt na onderdeel N een onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
In artikel 44, derde lid, wordt na «gestelde voorwaarden» ingevoegd: en aan gemeenten die het betreffen indien het gedeputeerde staten of het dagelijks bestuur van de plusregio als concessieverlener, bedoeld in artikel 20, tweede lid, betreft. Tevens vraagt de concessieverlener indien dit Onze Minister, bedoeld in artikel 20, eerste lid, betreft, ter zake advies aan de provincies die het betreffen.
Dit amendement regelt dat naast consumentenorganisaties ook de gemeenten die het betreffen, dat wil zeggen de gemeenten van het grondgebied waarop de concessie van invloed is, adviesrecht krijgen op het programma van eisen voor concessies voor regionaal openbaar vervoer. Hiermee wordt de invloed op het openbaar vervoer van onderop versterkt. Juist in gemeenten is veel kennis aanwezig over de vraag naar en de beoordeling van de kwaliteit van het openbaar vervoer.
Aangezien momenteel de plusregio’s in hun gebied verantwoordelijk zijn voor de aanbesteding van het openbaar vervoer worden deze ook in dit amendement genoemd. Deze bepaling zal, indien de plusregio’s conform het regeerakkoord worden opgeheven, moeten worden aangepast.
Tevens regelt dit amendement een adviesrecht voor provincies op het programma van eisen voor de concessie voor het hoofdrailnet. Regionale sprinters vormen steeds meer de ruggengraat van het regionale openbaar vervoersaanbod. Provincies zijn reeds opdrachtgever van enkele regionale sprinters op gedecentraliseerde spoorlijnen. De positie van de provincies dient ook ten aanzien van het hoofdrailnet te worden versterkt zodat er in deze concessie voldoende aandacht is voor het aanbod van regionale treinen. Het adviesrecht op het programma van eisen is een goed middel hiervoor.
Slob
Wiegman-Van Meppelen Scheppink