Kamerstuk 32373-13

Nieuwe regeling afsluitbeleid kleinverbruikers

Dossier: Wijziging van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiƫntie

Gepubliceerd: 14 juni 2011
Indiener(s): Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen: energie natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32373-13.html
ID: 32373-13

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW & INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2011

Bijgaand treft u, in lijn met mijn toezegging tijdens het debat met uw Kamer op 3 november 2010 over het wetsvoorstel ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt, de conceptregeling1 houdende regels over afsluiten van kleinverbruikers van elektriciteit en gas (Handelingen II, 2010–2011/ nr. 17, blz. 2–24).

Achtergrond nieuwe regeling

  • Als gevolg van een wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 2011, 130 en Stb. 2011, 131) dienen er regels gesteld te worden met betrekking tot de nieuwe functionaliteiten van de op afstand uitleesbare meetinrichtingen. Met betrekking tot het afsluiten betreffen deze functionaliteiten het op afstand afsluiten en beperken van de doorlaatwaarde.

  • Daarnaast volgt uit het derde energiepakket (PbEU L 211) dat er een definitie moet zijn voor kwetsbare consumenten en dat deze definitie een rol speelt bij de consumentenbescherming.

  • Voorts is de huidige regeling in 2010 geëvalueerd met betrokkenen, wat tot een aantal kleine, veelal praktische wijzigingen heeft geleid.

  • Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen is de bestaande regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers aangepast. Met het oog op het vergroten van de transparantie en leesbaarheid is ervoor gekozen om een nieuwe regeling op te stellen in plaats van een wijziging van de bestaande regeling.

Doel regeling

Deze regeling heeft tot doel ongewenste afsluiting van kleinverbruikers van elektriciteit en gas te voorkomen. Van ongewenste afsluiting kan sprake zijn als het gaat om afsluiting in de winterperiode of als het een kwetsbare consument betreft. Daarnaast heeft deze regeling tot doel om het oplopen van betalingsachterstanden bij kleinverbruikers te voorkomen. Daarom zijn in deze regeling minimumeisen opgenomen ten aanzien van de incassoprocedure van energiebedrijven. In de regeling is opgenomen dat kleinverbruikers enkel mogen worden afgesloten wanneer het in deze regeling beschreven proces doorlopen is. In de winterperiode is dit proces uitgebreider dan in de zomerperiode. Daarnaast voorkomt deze regeling afsluiting van kwetsbare consumenten, dat wil zeggen kleinverbruikers waarbij afsluiting van energie ernstige gezondheidsrisico’s oplevert voor de kleinverbruiker zelf of voor een huisgenoot.

Belangrijkste wijzigingen

Als gevolg van de bovengenoemde aanleidingen is de bestaande regeling op een aantal aspecten aangepast.

  • Er is een verbod op het gebruiken van de functionaliteit van op afstand beperken van de doorlaatwaarde, behoudens in testsituaties en met toestemming van de kleinverbruiker. Dit is een tijdelijk verbod dat verband houdt met de beperkte ervaring met deze functionaliteit en de vooralsnog geringe dekkingsgraad van op afstand uitleesbare meetinrichtingen. Over een aantal jaren, wanneer de dekkingsgraad hoger zal zijn, biedt deze functionaliteit zowel voor afnemers als voor netbeheerders en leveranciers een aantal nieuwe mogelijkheden: als extra stap in het incassoproces, bij prepaidabonnementen (bijvoorbeeld dat de doorlaatwaarde wordt beperkt wanneer het tegoed op is), en om een grootschalige black-out te voorkomen. Om de nodige praktijkervaring op te kunnen doen en de (klant)processen zo zorgvuldig mogelijk in te richten is het van belang dat de mogelijkheden van deze functionaliteit wel op kleinere schaal kunnen worden toegepast en getest, mits daar toestemming van de kleinverbruiker voor is. Hierin voorziet de nieuwe regeling.

  • In de regeling is een verbod opgenomen op het op afstand afsluiten van kleinverbruikers die hun op afstand uitleesbare meter administratief uit hebben laten zetten. Kleinverbruikers hebben de mogelijkheid de op afstand uitleesbaarheid van een meter uit te laten schakelen (administratief uit laten zetten). Op die manier gedraagt een op afstand uitleesbare meter zich als een traditionele meter. Het is netbeheerders en leveranciers niet toegestaan om de functionaliteit van het op afstand afsluiten te gebruiken als de meter administratief uit staat.

  • Voorts is opgenomen een definitie van een kwetsbare consument en een verbod op het afsluiten van kwetsbare consumenten gedurende het hele jaar. Conform het derde energiepakket moeten lidstaten een definitie van kwetsbare consumenten opstellen in het kader van consumentenbescherming. Gekozen is voor een definitie waarin er sprake is van kwetsbaarheid indien afsluiting van energie ernstige gezondheidsrisico’s voor de kleinverbruiker zelf of een huisgenoot van de kleinverbruiker zou opleveren. Met een doktersverklaring kan een kleinverbruiker dit aantonen. Dit maakte al onderdeel uit van de oude regeling afsluitbeleid, maar was beperkt tot de winterperiode. In de nieuwe regeling is dit opgerekt naar het hele jaar.

Een belangrijk verbeterpunt voor het afsluitbeleid dat uit de evaluatie naar voren kwam is de relatie met schuldhulpverlening. De samenwerking tussen energiebedrijven aan de ene kant en schuldhulpverleningsinstanties aan de andere kant kan beter en efficiënter. Dat is ook in het belang van de kleinverbruiker. Het proces van doorgeven van persoonsgegevens aan een schuldhulpinstantie tot en met het komen tot een schuldaanpak kan verbeterd worden om een betere afwikkeling te bewerkstelligen en daarmee de efficiëntie en effectiviteit te verhogen. Van belang hierbij zijn uniforme afspraken tussen schuldhulpverleners en energiebedrijven over doorlooptijden en communicatie. Energiebedrijven en schuldhulpverleners zijn naar aanleiding van de signalen uit de evaluatie voornemens om deze afspraken te maken en vast te leggen in een landelijk convenant. Het verdient de voorkeur om deze concrete (werk)afspraken onderling te maken en niet vast te leggen in de regeling, omdat het vooraf niet goed mogelijk is om te overzien welke termijn voor welke situatie moet gelden en omdat bijvoorbeeld de redelijkheid van een termijn in hoge mate afhankelijk is van de doorlooptijd van de processen rond schuldhulpverlening.

Proces

Deze regeling zal per 1 oktober 2011 in werking treden, dat is tevens de start van het nieuwe winterseizoen. Eén uitzondering hierop betreft artikel 11, het verbod op het beperken van de doorlaatwaarde, dat op grond van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 2011, 130 en Stb. 2011, 131) per 1 juli 2011 in werking moet treden. De regeling moet uiterlijk op 30 juni gepubliceerd worden, zodat genoemd artikel per 1 juli in werking kan treden en de sector de benodigde aanpassingen kan doen in processen en systemen voor de start van het nieuwe winterseizoen. Ik verzoek u om hiermee bij de verdere behandeling van deze brief rekening te houden.

De minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie, M. J. M. Verhagen