A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Onderstaand worden omvangrijke slotwetmutaties per artikel toegelicht.
Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement
In totaal is sprake van een onderuitputting van € 1,9 mln. De verklaring hiervoor is dat na de EU-verkiezingen de Europarlementariërs vanuit Brussel worden betaald. Dit verklaart de lagere realisatie. Tevens is het aantal oudleden dat aanspraak kan maken op wachtgeld in 2009 gedaald.
Artikel 3. Uitgaven en ontvangsten ten behoeve van Wetgeving en Controle Tweede Kamer
Aan de uitgavenkant is er een overschrijding van 1,9 mln. Dit komt door een afwijking op de fractiekosten en is het gevolg van de bevoorschottingswensen van de fracties op grond van de fingerende regeling.
De ontvangsten zijn 2,2 mln. hoger uitgevallen door afrekening van een voorschot fractiekosten voor een fractie over voorgaande jaren.