Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 19 mei 2010
Hierbij bieden wij u het op 7 mei 2010 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin (I)» aan.
Algemene Rekenkamer
1 | Inleiding | 5 |
1.1 | Over dit onderzoek | 5 |
1.2 | Over het Huis der Koningin | 5 |
2 | Kwaliteitskaart | 7 |
2.1 | Toelichting op het instrument kwaliteitskaart | 7 |
2.2 | Toelichting op de kwaliteitskaart van het Huis der Koningin | 9 |
3 | Oordelen over het jaarverslag | 10 |
3.1 | Oordeel over de financiële informatie | 10 |
3.2 | Oordeel over saldibalans en toelichting | 10 |
4 | Begroting van de Koning | 12 |
4.1 | Aanleiding | 12 |
4.2 | Begroting 2010 van de Koning | 12 |
4.3 | Verantwoording en controle | 14 |
4.4 | Herziening regelingen Koninklijk Huis | 16 |
5 | Reactie minister van AZ | 17 |
Overzicht fouten en onzekerheden niet van toepassing | 18 | |
Gebruikte afkortingen | 19 | |
Literatuur | 20 |
In dit rapport presenteren wij de resultaten van ons rechtmatigheidsonderzoek bij het Huis der Koningin. Hieronder gaan we eerst in op onze onderzoeksaanpak en wijze van rapporteren. Daarna volgt een korte beschrijving van het Huis der Koningin. In hoofdstuk 2 tonen we de kwaliteitskaart van het Huis der Koningin. In hoofdstuk 3 presenteren wij vervolgens onze oordelen over het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin. In hoofdstuk 4 gaan we in op de veranderingen vanaf 2010 die samenhangen met de wijziging van begroting I in de Koning. In hoofdstuk 5 ten slotte geven wij de reactie van de minister van Algemene Zaken (AZ) op dit onderzoek weer, aangevuld met ons nawoord.
De Algemene Rekenkamer doet jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij het Rijk. Wij doen dit onderzoek uit hoofde van onze wettelijke taak zoals beschreven in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001).
Wij gaan elk jaar na of de informatie in de jaarverslagen over het gevoerde beleid, over de bedrijfsvoering en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed is weergegeven in de jaarverslagen. Daarnaast onderzoeken we ook de bedrijfsvoering zelf. Hiervoor gaan we onder andere na of het financieel beheer en het materieelbeheer voldoen aan de eisen die de CW 2001 (art. 82) stelt.
In ons rapport bij het jaarverslag melden we zowel de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden als de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die naar hun aard de kwalitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.
Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig tot stand gekomen is (dat wil zeggen: het begrotingsgeld is niet volgens de regels ontvangen of uitgegeven), of die niet deugdelijk is weergegeven (dat wil zeggen: er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag).
Van «onzekerheden» spreken we wanneer we door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kunnen vaststellen of er sprake is van fouten.
Wij rapporteren over de resultaten van ons onderzoek per jaarverslag. In totaal zijn er 28 jaarverslagen. Dit rapport gaat over het jaarverslag van het Huis der Koningin.
Op www.rekenkamer.nl kunt u meer lezen over hoe onze rapporten bij de jaarverslagen tot stand komen. Afkortingen die specifiek zijn voor dit rapport, zijn opgenomen in de bijlagen.
1.2 Over het Huis der Koningin
Het jaarverslag van het Huis der Koningin richt zich op de uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis. Het Ministerie van Algemene Zaken is verantwoordelijk voor dit jaarverslag. Dat betekent dat de minister van AZ in het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin verantwoording aflegt over de uitkeringen die in 2009 zijn betaald aan de leden van het Koninklijk Huis. Over de bedrijfsvoering van het Ministerie van AZ rapporteren wij in ons Rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Algemene Zaken (Algemene Rekenkamer, 2010).
De uitgaven en verplichtingen van het Huis der Koningin in 2009 bedroegen € 6 961 000. Dit bedrag bestaat uit twee componenten:
• een A-component die het inkomensbestanddeel vormt (€ 1 289 000);
• een B-component voor de personele en materiële kosten (€ 5 672 000).
Tabel 1 Uitgaven Huis der Koningin in 2009 (bedragen x € 1000)
Uitkering aan | A | B | Totaal |
---|---|---|---|
H.M. de Koningin | 809 | 4 195 | 5 004 |
Z.K.H. Prins Willem-Alexander | 240 | 1 108 | 1 348 |
H.K.H. Prinses Máxima | 240 | 369 | 609 |
1 289 | 5 672 | 6 961 |
Deze opbouw van de uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis vloeit voort uit een wijziging van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis met ingang van 1 januari 2009. Voorheen bestond de uitkering uit drie componenten. In tabel 2 is de voormalige opbouw van de uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis vergeleken met de huidige opbouw van de uitkering.
Tabel 2 Vergelijking opbouw uitkering leden Koninklijk Huis 2008 en 2009 (bedragen x € 1000)
Opbouw uitkering | 2008 | Met ingang van 2009 | ||
---|---|---|---|---|
component | bedrag | component | bedrag | |
Inkomensbestanddeel | C | 1 243 | A | 1 289 |
Personele kosten | A | 2 200 | B | } 5 672 |
Materiële kosten | B | 2 683 | B | |
6 126 | 6 961 |
In de Begroting 2009 van het Huis der Koningin (AZ, 2008) is de stijging van de uitgaven van het Huis der Koningin in 2009 toegelicht. De stijging van de uitgaven betreft voornamelijk een budgetoverheveling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) naar het Huis der Koningin.
Bij het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin is een bijlage gevoegd over de uitgaven in andere jaarverslagen die samenhangen met het Koninklijk Huis. Het gaat hier om uitgaven die rechtstreeks of op declaratiebasis ten laste komen van de begrotingen van andere ministeries. Deze bijlage maakt geen deel uit van het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin. Daarom controleert de auditdienst van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) deze bijlage niet en valt deze evenmin onder ons oordeel.
Met ingang van de nieuwe Begroting 2010 van de Koning (I) is de bijlage vervallen. In overleg met de Algemene Rekenkamer heeft het Ministerie van AZ bij het opstellen van de bijlage over 2009 aansluiting gezocht bij de opzet van de nieuwe begroting van de Koning.
2.1 Toelichting op het instrument kwaliteitskaart
De kwaliteitskaart is een nieuw instrument van de Algemene Rekenkamer, dat we voor het eerst hebben opgenomen in onze rapporten bij de jaarverslagen 2008.
De kwaliteitskaart bestaat uit twee delen. In deel I zijn onze bevindingen gekoppeld aan de begrotingsartikelen. Dit deel van de kaart laat per artikel zien:
• of het begrotingsartikel wordt geraakt door geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering van het Ministerie van AZ, met mogelijk gevolgen voor de rechtmatigheid, de betrouwbaarheid van gegevens of de kwaliteit van beleidsinformatie;
• of wij als gevolg van geconstateerde onvolkomenheden daadwerkelijk fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid of deugdelijke weergave hebben geconstateerd;
• of de geconstateerde fouten en onzekerheden de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.
In deel II van de kwaliteitskaart vormen de organisatieonderdelen en de te beheersen bedrijfsvoeringsprocessen het uitgangspunt. Omdat het Ministerie van AZ verantwoordelijk is voor de verstrekking van de uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis, is dit deel van de kwaliteitskaart niet van toepassing op het Huis der Koningin.
Voor een verdere toelichting op het instrument kwaliteitskaart verwijzen wij naar onze website: www.rekenkamer.nl. Hier vindt u achtergrondinformatie over de kwaliteitskaart en over de gehanteerde criteria en ordeningsprincipes.
2.2 Toelichting op de kwaliteitskaart van het Huis der Koningin
Bij het Ministerie van AZ hebben we geen (ernstige) onvolkomenheden geconstateerd in de bedrijfsvoering. Dit komt mede tot uiting in deel I van de kwaliteitskaart van het Huis der Koningin.
Uit deel I van de kwaliteitskaart van het Huis der Koningin blijkt dat bij geen enkel begrotingsartikel de tolerantiegrens voor de omvang van fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave, wordt overschreden. De tolerantiegrens voor het jaarverslag van het Huis der Koningin als geheel wordt daardoor ook niet overschreden.
3 OORDELEN OVER HET JAARVERSLAG
De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin beoordeeld. Wij hebben onderzocht of de minister het begrotingsgeld volgens de regels heeft ontvangen en uitgegeven en of hij daarover in het jaarverslag goed verantwoording heeft afgelegd.
In dit hoofdstuk lichten wij ons oordeel over het jaarverslag toe. Dit oordeel bestaat uit deeloordelen over:
• de financiële informatie (§ 3.1);
• de saldibalans (§ 3.2).
3.1 Oordeel over de financiële informatie
De financiële informatie in het jaarverslag bestaat uit de verantwoordingsstaat waarin de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten zijn weergegeven, en de toelichting daarbij.
De financiële informatie dient op grond van de CW 2001:
• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;
• deugdelijk te zijn weergegeven;
• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.
Oordeel | ||||
De financiële informatie in het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzeker- heden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die onze tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. | ||||
Het totaalbedrag aan geconstateerde fouten en onzekerheden blijft ook onder de tolerantiegrens voor de financiële informatie in het jaarverslag als geheel. |
De bijlage bij het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin maakt geen deel uit van het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin. Daarom valt deze ook niet onder het oordeel van de auditdienst en de Algemene Rekenkamer over dit jaarverslag.
Omdat we geen fouten en onzekerheden hebben aangetroffen in de financiële informatie in dit jaarverslag, is het gebruikelijk overzicht van fouten en onzekerheden niet opgesteld voor dit rapport.
3.2 Oordeel over saldibalans en toelichting
De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Bij de saldibalans hoort een toelichting waarin nadere informatie wordt verstrekt over de afzonderlijke posten op deze balans.
De informatie in de saldibalans dient op grond van de CW 2001:
• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;
• deugdelijk te zijn weergegeven;
• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.
Oordeel | ||||
De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. | ||||
Het totaalbedrag aan geconstateerde fouten en onzekerheden in de saldibalansposten blijft ook onder de tolerantiegrens voor de saldibalans als geheel. |
Omdat we geen fouten en onzekerheden hebben aangetroffen in de saldibalans, is het gebruikelijk overzicht van fouten en onzekerheden niet opgesteld voor dit rapport.
Met ingang van 2010 is de titel van Begroting I gewijzigd in de Koning en omvat de begroting de uitgaven die rechtstreeks samenhangen met de functie van de constitutionele Koning als staatshoofd. De nieuwe begroting de Koning moet een integraal inzicht geven in de uitgaven die samenhangen met de uitoefening van het koningschap.
In dit hoofdstuk beschrijven we kort de aanleiding voor de wijziging van Begroting I (§ 4.1). We vergelijken de Begroting 2010 van de Koning met de Begroting 2009 van het Huis der Koningin en gaan na of de Begroting 2010 voldoet aan de gekozen opzet (§ 4.2). Vervolgens gaan we in op de verantwoording voor de kosten van de nieuwe Begroting I en de toereikendheid van de controle daarop (§ 4.3). Tot slot gaan we in op de herziening van de regelingen voor het Koninklijk Huis die samenhangen met de wijziging van de begroting (§ 4.4).
Mede aanleiding voor de nieuwe begroting waren onze opmerkingen in ons Rapport bij het Jaarverslag 2007 van het Huis der Koningin (Algemene Rekenkamer, 2008). In dit rapport gingen we in op de in hoofdstuk 1 genoemde bijlage bij het jaarverslag van het Huis der Koningin. Deze bijlage bevat een overzicht van de uitgaven in jaarverslagen van andere departementen die samenhangen met het Koninklijk Huis. Wij vonden dat een inzichtelijke en integrale verantwoording van die uitgaven ontbrak. Wij vonden een nadere bezinning op de status en de totstandkoming van (de informatie in) de bijlage daarom noodzakelijk.
In juni 2008 beloofde de minister-president op verzoek van de Tweede Kamer een nieuwe opzet van de begroting van het Huis der Koningin. Deze nieuwe opzet werd voorbereid door de interdepartementale Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis. De voorzitter was oud-minister Zalm. De stuurgroep heeft op 27 februari 2009 zijn rapport als advies aan de minister-president aangeboden. De minister-president heeft de Tweede Kamer op 6 maart 2009 per brief laten weten dat hij de aanbevelingen van de commissie integraal overneemt (AZ, 2009).
4.2 Begroting 2010 van de Koning
In ons Rapport bij het Jaarverslag 2008 van het Huis der Koningin (Algemene Rekenkamer, 2009) zijn we ingegaan op de aanbevelingen van de stuurgroep en de systematiek voor de nieuwe Begroting I. We constateerden dat de nieuwe opzet van de Begroting I mogelijkheden biedt voor een inzichtelijke en integrale verantwoording van de kosten van het Koninklijk Huis aan de Tweede Kamer.
De Begroting 2010 van de Koning is de eerste begroting die volgens de nieuwe systematiek is opgezet. We hebben vastgesteld dat de Begroting 2010 van de Koning overeenkomt met de aanbevelingen van de stuurgroep. In onderstaande figuur zijn de artikelen met hun onderdelen van de Begroting 2010 van de Koning opgenomen. Daarbij hebben we een vergelijking gemaakt met de Begroting 2009 van het Huis der Koningin.
Door de herschikking van de uitgaven, stijgen de uitgaven van Begroting I van € 7,0 miljoen in 2009 naar € 39,6 miljoen in 2010. Uitgaven van het Koninklijk Huis die voorheen in andere begrotingen waren opgenomen, zijn voortaan in de begroting van de Koning opgenomen voor zover deze uitgaven functioneel zijn voor het uitoefenen van het koningschap.
De begrote uitgaven van het Koninklijk Huis, inclusief de uitgaven in de bijlage bij Begroting I, bedroegen in 2009 € 110 miljoen. Zoals hiervoor vermeld, bedragen de begrote uitgaven van het Koninklijk Huis in 2010 € 39,6 miljoen. Het verschil van € 70,4 miljoen wordt veroorzaakt doordat de uitgaven voor beveiliging, staatsbezoeken en instandhouding van paleizen volgens de aanbevelingen van de stuurgroep niet onder de Begroting I van de Koning zijn verantwoord. Deze uitgaven van het Koninklijk Huis vielen en blijven vallen onder de begrotingen van de verantwoordelijk ministers. Het betreft de ministers van BZK, Defensie, Buitenlandse Zaken en Wonen, Wijken en Integratie. De begrote uitgaven voor het Koninklijk Huis zijn in deze begrotingen volgens de aanbevelingen van de stuurgroep niet afzonderlijk vermeld omdat zij onderdeel uitmaken van het bredere beleid van de voornoemde departementen.
In de begroting van de Koning loopt het grootste deel van de uitgaven van het Koninklijk Huis via de Dienst Koninklijk Huis. Deze functionele uitgaven, die gerelateerd zijn aan de uitoefening van het koningschap, worden op declaratiebasis door de Dienst Koninklijk Huis namens de Koning ingediend bij de minister-president en ten laste van de begroting van de Koning betaald.
4.3 Verantwoording en controle
In ons Rapport bij het Jaarverslag 2008 van het Huis der Koningin beschreven we ook de verantwoordings- en controlesystematiek voor de begroting van de Koning (Algemene Rekenkamer, 2009). De verantwoordings- en controlesystematiek worden door het Ministerie van AZ verder uitgewerkt in richtlijnen voor de verantwoording over het beheer en de controle daarop door de betreffende auditdiensten. Inmiddels is een concept Interne administratieve organisatie relatie Rijk-Koninklijk Huis voor de begroting van de Koning opgesteld waarin de richtlijnen zijn opgenomen. Aan de hand van dit concept zijn we nagegaan hoe de opzet van de verantwoording voor en controle van de begroting van de Koning is geregeld. Onze bevindingen zijn opgenomen in de hiernavolgende tabel 3, in de wetenschap dat het concept Interne administratieve organisatie relatie Rijk-Koninklijk Huis verder verfijnd wordt door het ministerie.
Tabel 3 Verantwoording en controle begroting van de Koning 2010
Opzet verantwoording | Opzet controle | |
---|---|---|
Artikel 1 Uitkeringen | AZ berekent en betaalt uitkeringen | Auditdienst EZ controleert berekening en verantwoording |
Artikel 2 Functionele uitgaven | Verantwoording door Thesaurier van Dienst Koninklijk Huis aan AZ Verantwoording is voorzien van accountantsverklaring door externe accountant DKH | AZ stelt protocol op voor externe accountant DKH Auditdienst EZ verricht review op de werkzaamheden van de externe accountant DKH |
Artikel 3 Doorbelaste uitgaven | Verantwoording door Kabinet der Koningin over uitgaven aan AZ Auditdienst EZ geeft accountants-verklaring af bij verantwoording van AZ waarvan uitgaven Kabinet der Koningin deel uitmaken | Specifieke controle door auditdienst EZ |
Verantwoording door RvD over uitgaven voor Koninklijk Huis aan AZ Auditdienst EZ geeft accountants-verklaring af bij verantwoording van AZ waarvan uitgaven RvD deel uitmaken | Specifieke controle door auditdienst EZ | |
Verantwoording door Defensie over uitgaven Militair Huis aan AZ Auditdienst Defensie geeft accountantsverklaring af bij verantwoording uitgaven Militair Huis | Specifieke controle door auditdienst Defensie |
Bron: (concept) Interne administratieve organisatie relatie Rijk-Koninklijk Huis in relatie tot begroting de Koning, 2010
De belangrijkste veranderingen in de verantwoording en controle hebben betrekking op de functionele uitgaven (artikel 2) en de doorbelaste uitgaven (artikel 3).
In het controleprotocol voor de externe accountant van de Dienst Koninklijk Huis zal worden opgenomen dat de externe accountant de uitgaven van het Koninklijk Huis toetst op functionaliteit en aan de afspraken die aan de uitgaven ten grondslag liggen. We adviseren het Ministerie van AZ om het controleprotocol als bijlage op te nemen bij de administratieve organisatie. Hierdoor zal de systematiek van verantwoording en controle in één document kunnen worden gepresenteerd.
De auditdienst van het Ministerie van EZ zal de komende drie jaar een review uitvoeren op de werkzaamheden van de externe accountant van de Dienst Koninklijk Huis. Na deze drie jaar zal de auditdienst een evaluatie uitvoeren om te bezien of een jaarlijkse review gewenst is of dat er een review kan plaatsvinden op basis van een risicoanalyse.
De doorbelaste uitgaven zullen worden gecontroleerd door de departementale auditdiensten en worden voorzien van een accountantsverklaring. De departementale auditdienst van het Ministerie van Defensie geeft een accountantsverklaring af bij de verantwoording van de uitgaven door het Militair Huis. Voor de uitgaven door het Kabinet der Koningin en de Rijksvoorlichtingsdienst zal de auditdienst van het Ministerie van EZ geen aparte accountantsverklaring afgegeven. De auditdienst van het Ministerie van EZ is zowel controlerend accountant van de verantwoording van het Ministerie van AZ als voor de verantwoording van de Koning.
Bij verandering van auditdienst door het Ministerie van AZ (hetzij voor de verantwoording van het Ministerie van AZ of de verantwoording van de Koning) zal moeten worden bezien of een aparte accountantsverklaring alsnog moet worden afgegeven voor de doorbelaste uitgaven van het Kabinet der Koningin en de Rijksvoorlichtingsdienst.
4.4 Herziening regelingen Koninklijk Huis
In de Begroting 2009 van het Huis der Koningin verstrekte het Ministerie van AZ een overzicht van alle openbare regelingen voor het Koninklijk Huis (AZ, 2008). Het betreft meer dan zeventig wetten, waaronder Koninklijke Besluiten, ministeriële regelingen, departementale regelingen, convenanten en brieven.
In verband met de overgang naar de nieuwe begroting van de Koning vonden wij het noodzakelijk dat het Ministerie van AZ nagaat of alle regelingen voor het Koninklijk Huis nog van toepassing zijn of geactualiseerd dienen te worden.
Het Ministerie van AZ heeft inmiddels de herziening ter hand genomen. Uit een analyse van het ministerie blijkt dat een herziening vooral zal plaatsvinden in de zogenoemde lagere regelgeving. Departementale regelingen, convenanten en brieven zijn of worden herzien in het kader van het opstellen van de Interne administratieve organisatie relatie Rijk-Koninklijk Huis.
De minister-president, minister van AZ, heeft op 21 april 2010 gereageerd op ons Rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Huis der Koningin. Hij schrijft met belangstelling kennis te hebben genomen van het conceptrapport. Gelet op ons positieve oordeel omtrent de financiële informatie en de saldibalans, ziet hij geen aanleiding voor een nadere reactie. De volledige brief staat op onze website: www.rekenkamer.nl.
Onze constatering dat de Begroting 2010 van de Koning overeenkomt met de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis, doet de minister-president, de minister van AZ deugd. Dit in het licht van de door ons gemaakte opmerking in het rapport bij het Jaarverslag 2008 van het Huis der Koningin, waarin we aangaven dat de nieuwe opzet mogelijkheden biedt voor een inzichtelijke en integrale verantwoording van de kosten van het Huis der Koningin aan de Tweede Kamer. De door ons gesignaleerde aandachtspunten met betrekking tot de verantwoording en controle van de begroting zal de minister-president, de minister van AZ ter harte nemen.
OVERZICHT FOUTEN EN ONZEKERHEDEN NIET VAN TOEPASSING
Omdat we geen fouten en onzekerheden hebben aangetroffen in de financiële informatie in het jaarverslag en in de saldibalans, hebben we het gebruikelijke overzicht van fouten en onzekerheden niet opgesteld voor dit rapport.
AZ | (Ministerie van) Algemene Zaken |
BZK | (Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
CW 2001 | Comptabiliteitswet 2001 |
DKH | Dienst Koninklijk Huis |
EZ | (Ministerie van) Economische Zaken |
RvD | Rijksvoorlichtingsdienst |
WWI | Wonen, Wijken en Integratie |
Op www.rekenkamer.nl staat een verklarende woordenlijst met begrippen die veel voorkomen in onze rapporten bij de jaarverslagen.
Algemene Rekenkamer (2008). Rapport bij het Jaarverslag 2007 van het Huis der Koningin. Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 444 I, nr. 2. Den Haag: Sdu.
Algemene Rekenkamer (2009). Rapport bij het Jaarverslag 2008 van het Huis der Koningin. Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 924 I, nr. 2. Den Haag: Sdu.
Algemene Rekenkamer (2010). Rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Algemene Zaken. Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 360 III, nr. 2. Den Haag: Sdu.
Ministerie van Algemene Zaken (2008). Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009. Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 I, nr. 2. Den Haag: Sdu.
Ministerie van Algemene Zaken (2009). Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009. Brief minister bij het rapport over de nieuwe opzet van de begroting Huis der Koningin (I). Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 I, nr. 5. Den Haag: Sdu.