Kamerstuk 32360-I-1

Jaarverslag over Huis der Koningin

Dossier: Jaarverslag en slotwet Huis der Koningin 2009

Gepubliceerd: 19 mei 2010
Indiener(s): Jan Peter Balkenende (minister-president , minister algemene zaken) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32360-I-1.html
ID: 32360-I-1

32 360 I
Jaarverslag en slotwet Huis der Koningin 2009

nr. 1
JAARVERSLAG HUIS DER KONINGIN (I)

Aangeboden 19 mei 2010

INHOUDSOPGAVE blz.

A. Algemeen 4
1. Dechargeverlening 4
     
B Jaarrekening 7
2. Verantwoordingsstaat van het Huis der Koningin 7
3. Financiële toelichting bij de verantwoordingsstaat 8
4. Saldibalans met toelichting 9
     
Bijlage:  
Overige uitgaven in andere jaarverslagen 10

A ALGEMEEN

1. DECHARGEVERLENING

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Algemene Zaken aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Algemene Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2009 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Huis der Koningin.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in het jaarverslag;

d. de betrokken saldibalans.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2009;

b. het voorstel van de slotwet over het jaar 2009 die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2009 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2009 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2009, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2009 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

Mr. dr. J.P. Balkenende

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

B JAARREKENING

2 VERANTWOORDINGSSTAAT VAN HET HUIS DER KONINGIN

Verantwoordingsstaat 2009 van het Huis der Koningin (I)Bedragen x € 1000
    (1) (2) (3) = (2) – (1)
Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie1 Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
    Verplich-tingen Uitgaven Verplich-tingen Uitgaven Verplich-tingen Uitgaven
Totaal     6 960   6 961   1
               
01 Uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis 6 960 6 960 6 961 6 961 1 1

1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR1000).

3. FINANCIËLE TOELICHTING BIJ DE VERANTWOORDINGSSTAAT

Doordat de loon- en prijsontwikkeling enigszins afwijkt van datgene waarmee bij het opstellen van de begroting rekening is gehouden, wijken de onderdelen en het totaalbedrag beperkt af van de bedragen die zijn begroot.

Uitkeringen aan:

Bedragen x € 1000
  A B Totaal
1. De Koning 809 4 195 5 004
2. De vermoedelijke opvolger van de Koning 240 1 108 1 348
3. De echtgenote van de vermoedelijke opvolger van de Koning 240 369 609
      6 961

4. SALDIBALANS MET TOELICHTING

Saldibalans van het Huis der Koningin (I) per 31 december 2009Bedragen x € 1000
1) Uitgaven ten laste van de begroting 6 961 2) Ontvangsten ten gunste van de begroting 0
           
3) Liquide middelen 0      
           
4) Rekening-courant RHB KH Begr. I 0 4a) Rekening-courant Min v AZ RHB 6 961
           
5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra comptabele vorderingen) 0 6) Ontvangsten buiten begrotingsverband ( = intra comptabele schulden) 0
7) Openstaande rechten 0 7a) Tegenrekening openstaande rechten 0
           
8) Extra comptabele vorderingen 0 8a) Tegenrekening extra comptabele vorderingen 0
           
9a) Tegenrekening extra comptabele schulden 0 9) Extra comptabele schulden 0
           
10) Voorschotten 0 10a) Tegenrekening voorschotten 0
           
11a) Tegenrekening garantieverplichtingen 0 11) Garantieverplichtingen 0
12a) Tegenrekening openstaande verplichtingen 0 12) Openstaande verplichtingen 0
           
13) Deelnemingen 0 13a) Tegenrekening deelnemingen 0
           
  Totaal 6 961   Totaal 6 961

Toelichting

1) Begrotingsuitgaven

Voor een toelichting wordt verwezen naar de verantwoording over begrotingshoofdstuk 3 van deze financiële verantwoording.

BIJLAGE UITGAVEN IN ANDERE JAARVERSLAGEN

Vooruitlopend op een nieuwe opzet van de begroting Huis der Koningin is in de bijlage van de begroting 2009 een meer transparante toelichting gegeven op de verschillende categorieën van uitgaven dan tot nu toe gebruikelijk was. Daarbij is in de begroting 2009 gemeld dat er sprake was van een groeimodel en dat het jaar 2009 een overgangsjaar was.

Met het invoeren van de begroting de Koning met ingang van 2010 wordt een structurele verbetering aangebracht in het inzicht in de uitgaven die samenhangen met het koningschap. De opzet van de begroting de Koning is met de goedkeuring van de Staten-Generaal tot stand gekomen en is gebaseerd op de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 I, nr. 5). Bij de aanbevelingen is toegelicht dat de uitgaven voor beveiliging, staatsbezoeken en instandhouding van monumenten (paleizen) niet op de begroting de Koning worden geraamd en verantwoord, maar binnen andere begrotingen worden verantwoord en toegelicht. Bij het opstellen van deze bijlage is aansluiting gezocht bij de aanbevelingen van de Stuurgroep en worden de eerder genoemde uitgaven niet toegelicht in de bijlage bij dit jaarverslag.

Uit dit jaarverslag blijkt dat de realisatie circa 0,9 miljoen lager uitvalt dan de begroting.

A) Functioneel declarabele uitgaven 2009 in andere jaarverslagen

In onderstaande tabel zijn de bedragen vermeld die zijn opgenomen in de jaarverslagen van het in de tabel vermelde ministerie. Het betreft uitgaven die door de Dienst van het Koninklijk Huis worden verricht en op declaratiebasis in rekening worden gebracht bij het desbetreffende ministerie. Jaarlijks verstrekken ministeries voorschotten aan de Dienst van het Koninklijk Huis, die het jaar daarop worden afgerekend via de hiervoor bedoelde declaraties, die voorzien zijn van een accountantsverklaring.

Functionele uitgaven 2009 in andere jaarverslagenbedragen * € 1 000
Ministerie vastgestelde begroting inclusief wijzigingen* realisatie overschot, tekort (-)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 11 533 11 389 144
Personeel en materieel 11 533 11 372 161
Bezoeken aan de Nederlandse Antillen en Aruba 0 17 – 17
       
Verkeer en Waterstaat      
Personeel en materieel 5 826 6 024 – 198
       
Wonen, Wijken en Integratie 8 503 8 350 153
Personeel en materieel      
       
Totaal 25 862 25 763 99

* betreft mutaties van eerste en tweede suppletore begrotingswet

Toelichting

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De personeelsuitgaven betreffen de personeelsinzet ten behoeve van o.a. telefonie/ICT, departement van de Hofmaarschalk, Koninklijk Huisarchief en de ondersteunende functies secretariaten, personeelszaken en thesaurie. De materiële uitgaven betreffen uitgaven van facilitaire aard zoals bureauvoorzieningen en uitgaven voor accountantscontrole en advisering. In overleg met de Dienst van het Koninklijk Huis zijn de voorschotten tussentijds neerwaarts aangepast aan het benodigde bedrag voor de Dienst van het Koninklijk Huis.

Verkeer en Waterstaat

De personeelsuitgaven betreffen de personeelsinzet voor het Koninklijk staldepartement. Hierbij is te denken aan leiding, ondersteunende functies, chauffeurs/monteurs, koetsiers en onderhoudspersoneel. De materiële uitgaven hebben betrekking op de instandhouding van het rijtuigenpark (auto’s, paarden en rijtuigen) en uitgaven voor de accountantscontrole en telecommunicatie. De hogere uitgaven betreffen de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling 2008 die nog niet eerder had plaatsgevonden.

Wonen, Wijken en Integratie

De personeelsuitgaven betreffen de personeelsinzet voor de ondersteunende- en facilitaire functies voor de locaties paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De materiële uitgaven betreffen de beheerskosten voor de paleizen en de parken alsmede de verwarming en verlichting voor de drie hiervoor genoemde locaties. Tenslotte is hier ook sprake van een tegemoetkoming aan de infrastructuurkosten (zoals wildroosters) voor het faunabeheer van Kroondomein Het Loo en van uitgaven voor accountantscontrole en advisering.

De Rijksgebouwendienst verwerkt de declaratie(s) en ontvangt daarvoor jaarlijks een voorschot van het moederdepartement. Het voorschot wordt na afloop van het betreffende jaar met het moederdepartement afgerekend op basis van de werkelijk door de Rijksgebouwendienst gemaakte kosten. Het in de tabel opgenomen verschil betreft de afrekening tussen de Rijksgebouwendienst en de begroting voor WWI.

B) Overige uitgaven 2009 in andere jaarverslagen

De bedragen zoals opgenomen in het navolgende overzicht hebben betrekking op de uitgaven die zijn opgenomen in de jaarverslagen van het in de tabel vermelde ministerie. Deze uitgaven vallen derhalve onder de reguliere accountantscontrole van het betreffende ministerie.

Overige uitgaven 2009 in andere jaarverslagenbedragen * € 1 000
Ministerie vastgestelde begroting inclusief wijzigingen* realisatie overschot, tekort (-)
Kabinet der Koningin 2 410 2 310 100
Personeel 1 808 1 715 93
Materieel 602 595 7
       
Algemene Zaken/Rijksvoorlichtingsdienst 1 172 1 295 – 123
Personeel 993 1 097 – 104
Materieel 179 198 – 19
       
Defensie 2 396 2 170 226
Uitgaven voor luchtvaartuigen 446 201 245
Onderhoud Groene Draeck 99 66 33
Personeel 1 851 1 903 – 52
       
Verkeer en Waterstaat 1 054 424 630
Uitgaven voor luchtvaartuigen      
       
Totaal 7 032 6 199 833

* betreft mutaties van eerste en tweede suppletore begrotingswet

Toelichting:

Kabinet der Koningin

De uitgaven betreffen de ondersteuning die het Kabinet der Koningin geeft aan de Koningin in de uitoefening van haar constitutionele taken inzake:

a. het verkeer tussen de Koningin en de overige leden van de regering;

b. contacten met andere organen van de overheid, ontvangsten, bezoeken en overige toegang tot de Koningin;

c. verzoekschriften aan de Koningin;

d. de zorg voor het registreren, bewaren en overdragen van wetten, koninklijke besluiten en andere staatsstukken.

De personele inzet voor de uitvoering van deze taken bedroeg per ultimo 2009 26 fte.

Algemene Zaken/Rijksvoorlichtingsdienst (RVD)

De personele en materiële uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) zijn in overwegende mate toe te schrijven aan mediabegeleiding, begeleiding van publieke optredens van de leden van het Koninklijk Huis, communicatie-advisering en publiciteit. De personeelsinzet voor de uitvoering van deze activiteiten was in het verslagjaar 12 fte. Het verschil wordt met name verklaard door de nader uitgekeerde loonbijstelling.

Defensie

De uitgaven voor luchtvaartuigen door de leden van het Koninklijk Huis komen voor rekening van Defensie indien de vluchten in het openbaar belang worden uitgevoerd, of indien privévluchten binnen de bij ministeriële regeling vastgestelde franchise van 65 uur vastvleugelige inzet en 30 uur helikopterinzet blijven. Het transport is in 2009 uitgevoerd met de Fokker 50 en de Alouette helikopter. Omdat met name minder gebruik is gemaakt van de luchtvaartuigen dan geraamd, is er een meevaller opgetreden.

De uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck bestonden in 2009 uit regulier onderhoud.

De post personeel heeft betrekking op de uitgaven voor de inzet van defensiepersoneel. Het betrof de inzet van 13 militairen en 1 burgermedewerker ten behoeve van het Militaire Huis van Hare Majesteit de Koningin en van 2 bemanningsleden voor de Groene Draeck.

Verkeer en Waterstaat

Op de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) staan op grond van het «Besluit gebruik regeringsvliegtuig en andere luchtvaartuigen in beheer bij het Rijk», de uitgaven voor de inzet van het regeringsvliegtuig voor het vervoer van leden van het Koninklijk Huis en de uitgaven voor de inhuur van civiele luchtvaartuigen in het geval dat het regeringsvliegtuig niet beschikbaar is. Het betreft de vluchten die in het openbaar belang worden uitgevoerd en het maximale aantal vlieguren van het regeringsvliegtuig voor privévluchten dat op basis van het besluit aan de overige leden van het Koninklijk Huis ter beschikking wordt gesteld (50 uur). De inzet van luchtvaartuigen onder verantwoordelijkheid van andere departementen wordt op de desbetreffende begrotingen verantwoord.

Met betrekking tot het gebruik van de luchtvaartuigen wordt in onderstaande tabel nader inzicht gegeven in de wijze waarop de uitgaven tot stand zijn gekomen.

Bedragen * € 1 000 Raming Realisatie Verschil
Openbaar belang      
Inzet regeringsvliegtuig 435 104 331
Gulfstream 9 0 9
Alouette 82 86 – 4
Fokker 50 51 9 42
Inhuur civiele luchtvaartuigen 300 134 166
Subtotaal 877 333 544
Privé      
Inzet regeringsvliegtuig 174 77 97
Gulfstream 0 0 0
Alouette 82 59 23
Fokker 50 222 47 175
Inhuur civiele luchtvaartuigen 145 109 36
Subtotaal 623 292 331
Totaal 1 500 625 875

C. Regelingen (wetten, besluiten, departementale regelingen, etc.) betreffende het KH.

In de Ontwerpbegroting 2009 was tevens een overzicht verstrekt van alle regelingen met betrekking tot het Koninklijk Huis. Het betrof de stand ten tijde van de afsluiting van deze begrotingsvoorbereiding. Ten aanzien van deze lijst kan worden geconstateerd dat met de totstandkoming van de begroting de Koning 2010 een herziening zal plaatsvinden in met name de«lagere regelgeving», hetgeen ter hand is genomen.