Kamerstuk 32291-53

Toezicht- en handhavingspraktijk private schuldbemiddeling

Dossier: Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)

Gepubliceerd: 16 december 2011
Indiener(s): Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen: bestuur gemeenten organisatie en beleid sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32291-53.html
ID: 32291-53

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2011

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid namens mij toegezegd uw Kamer nader te zullen informeren over de toezicht- en handhavingspraktijk op het gebied van private schuldbemiddeling.1 Eerder (juni dit jaar) heeft hij namens mij toegezegd dat uw Kamer nader wordt geïnformeerd over mijn voornemen tot het opstellen van een algemene maatregel van bestuur (AMvB) die private partijen onder voorwaarden in staat stelt schuldbemiddeling tegen betaling aan te bieden.2 Met deze brief doe ik deze toezeggingen gestand.

Toezicht- en handhavingspraktijk private schuldbemiddeling

De artikelen 47, 48 en 48a van de Wet op het consumentenkrediet (Wck) vormen de basis voor schuldbemiddeling binnen de minnelijke schuldhulpverlening. Op grond van deze artikelen mag schuldbemiddeling tegen betaling worden aangeboden door gemeenten, gemeentelijke kredietbanken en bepaalde gereguleerde beroepen zoals advocaten en notarissen. Overige private partijen is het slechts toegestaan om schuldbemiddeling aan te bieden indien daarvoor geen vergoeding wordt gevraagd.

Op de naleving van de regels voor schuldbemiddeling wordt toezicht gehouden door de Unit Ordening van de Belastingdienst/Holland-Midden. De buitengewoon opsporingsambtenaren van de Belastingdienst Holland-Midden zijn bevoegd tot het opsporen van overtredingen van de artikelen 47 en 48 van de Wet op het Consumentenkrediet, die op grond van de Wet op de Economische Delicten strafbaar zijn gesteld. Op basis van signalen vanuit de markt over een overtreding van de regels voor schuldbemiddeling kan een strafrechtelijk onderzoek worden gestart.

In de periode 2010–2011 heeft de Belastingdienst/Holland-Midden van de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) 18 signalen ontvangen van mogelijke overtredingen van het verbod op schuldbemiddeling. In een achttal zaken is de Belastingdienst/Holland-Midden tot opsporing overgegaan. In vijf zaken is inmiddels proces verbaal opgemaakt, in drie zaken loopt het onderzoek nog. In twee gevallen zijn in het onderzoek geen overtredingen geconstateerd. De overige signalen lenen zich naar hun aard niet voor strafrechtelijke handhaving.

In verlengde daarvan is van belang dat de Belastingdienst/Holland-Midden eind 2010 is aangewezen als bestuursrechtelijk toezichthouder met als doel om het toezicht door de Belastingdienst te versterken. Dit betekent dat de Belastingdienst/Holland-Midden niet meer afhankelijk is van een verdenking van een overtreding om op te kunnen treden, maar op eigen initiatief en naar eigen inzicht bezoeken kan afleggen bij bureaus die schuldbemiddeling verrichten. Ze kan van deze bureaus informatie opvragen en medewerkers bevragen. Inmiddels is ten behoeve van de uitbreiding van deze bevoegdheden ook de benodigde capaciteit binnen de Belastingdienst/Holland-Midden vrijgemaakt. Daarmee zal de Belastingdienst/Holland-Midden in de komende tijd opvolging geven aan de signalen die wel aanleiding geven tot nader onderzoek, maar zich naar hun aard in eerste instantie niet lenen voor strafrechtelijke handhaving.

Verruimen van mogelijkheden voor private schuldbemiddeling

Het zwaartepunt van schuldbemiddeling binnen het minnelijk traject ligt op dit moment bij gemeentelijke schuldhulpverlening. De rol van private partijen is beperkt tot het verrichten van bemiddelingsactiviteiten in opdracht van gemeenten. Mede door de economische neergang in de afgelopen jaren is de behoefte aan schuldbemiddeling toegenomen. Niet alle schuldenaren kunnen (direct) worden geholpen. Gemeenten zetten hun middelen selectief en gericht in.

Om private schuldhulpverleners een bijdrage te laten leveren aan het voldoen aan de vraag naar schuldbemiddeling, wil ik maatregelen treffen om private schuldbemiddelaars toe te staan tegen een vergoeding schuldbemiddeling te verrichten, mits zij voldoen aan enkele strikte voorwaarden. Ten eerste zal het private schuldbemiddelaars slechts toegestaan zijn een vergoeding in rekening te brengen indien en pas op het moment dat daadwerkelijk een regeling tot stand is gekomen tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers over de aflossing van de schuldenlast. Een tweede belangrijke voorwaarde is dat de door schuldbemiddelaars te vragen vergoedingen niet ten laste mogen komen van het vrij te laten bedrag van de schuldenaar, dat wil zeggen het minimumbedrag waarvan de schuldenaar maandelijks moet rondkomen. De hoogte van het vrij te laten bedrag dient te worden vastgesteld via de gangbare methode die de Rechter-Commissarissen in Faillissementen hanteren onder de Wet schuldsanering natuurlijke personen (de zogenaamde Recofa-methode). De voorwaarde dat de vergoeding niet ten laste mag gaan van het vrij te laten bedrag, brengt met zich dat de vergoeding geheel ten laste gaat van de afloscapaciteit. Feitelijk zijn het daarmee de schuldeisers die de vergoeding dragen in de vorm van een lagere aflossing. Ten slotte zal de vergoeding die private schuldbemiddelaars voor schuldbemiddeling in rekening mogen brengen worden gemaximeerd.

De gewijzigde regels voor schuldbemiddeling zullen aan bestuursrechtelijk toezicht en strafrechtelijke handhaving onderworpen zijn. De overgang naar de nieuwe regels vraagt om adequaat toezicht. De versterking van het toezicht door de Belastingdienst/Holland-Midden, inclusief het vrijmaken van de benodigde capaciteit, sluit nauw aan bij mijn inzet op het verruimen van de mogelijkheden voor private schuldbemiddeling onder strikte voorwaarden. Ik streef ernaar een voorstel voor de AMvB in het voorjaar van 2012 ter consultatie aan de betrokken partijen voor te leggen.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen