Kamerstuk 32291-25

Amendement van de leden Sterk en Spekman over het moratorium op schuldhulpverlening

Dossier: Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)

Gepubliceerd: 8 maart 2011
Indiener(s): Hans Spekman (PvdA), Mirjam Sterk (CDA)
Onderwerpen: bestuur gemeenten organisatie en beleid sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32291-25.html
ID: 32291-25
Wijzigingen: 32291-36

Nr. 25 AMENDEMENT VAN DE LEDEN STERK EN SPEKMAN

Ontvangen 8 maart 2011

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a Moratorium

  • 1. De verzoeker of het college kan met een verzoekschrift de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te kondigen, waarin elke bevoegdheid van de schuldeiser tot verhaal op de goederen van de schuldenaar en tot opeising van goederen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden niet kan worden uitgeoefend, voor een periode van maximaal zes maanden.

  • 2. Een afkoelingsperiode als bedoeld in het eerste lid wordt slechts afgekondigd indien deze periode noodzakelijk is in het kader van schuldhulpverlening en indien is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde nadere voorwaarden.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd om in de schuldhulpverlening de beschikking te krijgen over een wettelijk breed moratorium. Dit moratorium kan als een uitbreiding op het huidige zogenaamde «smalle» moratorium in de Faillisementswet worden gezien. Deze uitbreiding houdt in dat ook beslag, executoriale verkoop en verrekening moeten kunnen worden opgeschort.

Doel van een wettelijk moratorium is dat de schuldhulpverlening in het kader van een minnelijk schuldhulpverleningstraject de gelegenheid en tijd krijgt om samen met de schuldenaar en de schuldeisers een goede schuldregeling tot stand te brengen. Soms is het dan noodzakelijk om een pas op de plaats te maken. Dat is niet alleen in het belang van de schuldenaar, die de schulden niet onnodig verder ziet oplopen met incassokosten, maar ook van de schuldhulpverlening. Het bestaande instrumentarium blijkt soms te tijdrovend en niet toereikend genoeg om vanuit de schuldhulpverlening te kunnen handelen als een schuldeiser als enige niet bereid is tot medewerking.

Het instrument van een moratorium mag alleen gebruikt worden in geval dat ondanks het dringende verzoek van de schuldhulpverlening geen opschorting van de kostenverhogende maatregelen plaatsvindt en dient dus alleen als ultimum remedium te worden toegepast. Het instrument kan alleen worden ingezet als de schuldeiser en de schuldenaar niet tot overeenstemming kunnen komen en er sprake is van een acute forse financiële schuldenproblematiek.

Bij algemene maatregel van bestuur worden voorts nadere voorwaarden gesteld. In deze AMvB zal in elk geval moeten worden opgenomen dat de verzoeker alleen gebruik kan maken van het moratorium indien hij voor de eerste maal gebruik maakt van gemeentelijke schuldhulpverlening; en dat de schuldeiser of zijn brancheorganisatie niet bij een convenant is aangesloten.

Sterk

Spekman