Kamerstuk 32280-6

Nota naar aanleiding van het verslag

Dossier: Samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp

Gepubliceerd: 26 oktober 2011
Indiener(s): Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: bestuur gemeenten
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32280-6.html
ID: 32280-6

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 27 oktober 2011

Inhoudsopgave

1.

Inleiding

1

1.1.

Algemeen

1

1.2.

Beschrijving opgaven en bestuurlijke situatie in het gebied

2

2.

Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies

7

2.1.

Voorgeschiedenis

7

2.2.

Grenscorrecties

7

2.3.

Nader onderzoek Commissie van Wijzen

10

2.4.

Samenwerkingsalternatief Bussum

13

3.

Toets aan het beleidskader en het coalitieakkoord

13

3.1.

Toets bestuurskracht

13

3.2.

Toets duurzaamheid

14

3.3.

Toets interne samenhang

15

3.4.

Toets regionale samenhang en evenwicht

16

3.5.

Toets draagvlak

17

4.

Financiële aspecten

22

5.

Overige aspecten

24

1. Inleiding

1.1. Algemeen

De leden van de VVD-fractie, CDA-fractie en GroenLinks-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel. De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende voorstel. De leden van de SP-fractie hebben met toenemende verbazing kennisgenomen van dit voorstel. De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. De leden van de SGP-fractie geven aan het wetsvoorstel in samenhang te lezen met de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 april 2011 (Kamerstukken II, 2010/11, 28 750, nr. 23).

Bij de beantwoording van de vragen van de leden van de genoemde fracties heeft de regering zoveel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden. Uit praktisch oogpunt is de regering slechts van die volgorde afgeweken om vragen en opmerkingen van vergelijkbare strekking samen te beantwoorden.

1.2. Beschrijving opgaven en bestuurlijke situatie in het gebied

De gemeente Bussum verzet zich, naar de indruk van de leden van de VVD-fractie, mordicus tegen een herindeling waarbij alle vier de gemeenten betrokken zijn. De aan het woord zijnde leden vragen zich af of de regering het eens is dat het standpunt van de gemeente Bussum niet mag leiden tot een situatie waarbij individuele gemeenten een vetorecht hebben. Voorts vragen deze leden zich ook af of de regering de opvatting deelt dat een samenvoeging van de gemeenten Bussum en Naarden, conform de wens van de gemeente Bussum, een te mager resultaat is.

Voor het realiseren van een nieuwe, bestuurskrachtige gemeente in deze regio is het noodzakelijk dat de bestuurskrachtige gemeente Bussum haar bijdrage levert. Op dit uitgangspunt berust in wezen het voorliggende wetsvoorstel, ondanks het feit dat het gemeentebestuur van Bussum geen voorstander is van een samenvoeging met de gemeenten Muiden en Weesp. Uiteraard respecteert de regering het standpunt van het gemeentebestuur van Bussum, maar van een «vetorecht» van individuele gemeenten bij gemeentelijke herindeling kan geen sprake zijn. Afwezigheid van bestuurlijk draagvlak bij een gemeente moet worden afgewogen tegen de verschillende overige criteria die zijn opgenomen in het Beleidskader gemeentelijke herindeling. Een samenvoeging van alleen de gemeenten Bussum en Naarden is naar het oordeel van de regering onvoldoende om de maatschappelijke opgaven in het gebied alsook de noodzakelijke versterking van de bestuurskracht van de gemeente Muiden te realiseren. Om deze reden bestaat de – in mijn brief van 20 april 2011 genoemde – alternatieve variant voor het voorliggende wetsvoorstel uit een mogelijke samenvoeging van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden.

De aan het woord zijnde leden vragen de regering hoe het staat met de ontwikkelingen van de Bloemendalerpolder. Is het juist, zo vragen deze leden, dat deze ontwikkelingen ernstig vertraagd zijn.

De ontwikkelingen in de Bloemendalerpolder ondervinden inderdaad enige vertraging ten opzichte van de planning. Als gevolg van de financiële crisis hebben de samenwerkende partijen in de Bloemendalerpolder eind 2010 besloten om het concept-masterplan dat er toen lag aan te passen. In de periode tot de zomer 2011 hebben partijen nieuwe ruimtelijke en financiële kaders voor de Bloemendalerpolder verkend. Dit heeft er in geresulteerd, dat er op 30 juni 2011 een nieuw stelsel van afspraken is getekend door de samenwerkende publieke en private partijen gericht op de rode, groene en grijze ontwikkeling van het gebied. De rode ontwikkeling betreft de bouw van maximaal 2750 woningen. De groene ontwikkeling betreft de realisatie van circa 300 ha nieuwe natuur en recreatiegebied. De grijze opgave behelst de landschappelijke inpassing van de nieuwe A1, het realiseren van een nieuwe ontsluitingsweg en het realiseren van een eco-aquaduct bij de passage van de A1 met de Vecht.

De komende tijd worden deze afspraken verder uitgewekt tot een samenwerkings- en uitvoeringsovereenkomst, waarbij het voornemen is deze voor 1 april 2012 te ondertekenen. De start van de uitvoering van het project is voorzien in 2014–2015.

De aan het woord zijnde leden geven aan dat in de plannen tot nu toe er vooral wordt gebouwd op het grondgebied van de huidige gemeente Weesp en er vooral op het grondgebied van de huidige gemeente Muiden natuurontwikkeling plaatsvindt. Deelt de regering de opvatting van deze leden, dat het gehele grondgebied uiteindelijk integraal door één gemeente dient te worden ontwikkeld, zo vragen deze leden.

Het plangebied Bloemendalerpolder ligt grotendeels binnen de grenzen van de gemeente Muiden. Wel is het zo, dat het plangebied grenst aan en sterk is gericht op de oude kern van Weesp. De verschillende inzichten van Muiden en Weesp op het plangebied hebben in het verleden stagnerend gewerkt op de voortgang van de gebiedsontwikkeling. Dit heeft ertoe geleid dat provinciale staten van Noord-Holland in 2009 hebben besloten om de beleidsontwikkeling verder ter hand te nemen en voor het gebied een inpassingsplan te ontwikkelen. Daarmee is de complicerende werking van de gemeentegrens echter niet verdwenen. In de uitvoering van het plan is het voor de voortgang niet wenselijk dat discussies over vergunningen en beheer voortdurend met twee verschillende gemeenten gevoerd moeten worden. Vanuit het perspectief van de gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder is het voor de voortgang en de haalbaarheid van belang dat het plangebied na de herindeling binnen de grens van één gemeente valt. Het provinciebestuur van Noord-Holland heeft zich daarbij uitgesproken voor het voorliggende voorstel, maar indien de gemeente Weesp geen deel zou uitmaken van de onderhavige samenvoeging is het, bezien vanuit het project Bloemendalerpolder, ook denkbaar dat de gemeentegrens wordt gecorrigeerd, zodat het plangebied Bloemendalerpolder binnen de grenzen van de gemeente Weesp valt.

De aan het woord zijnde leden vragen zich af hoe de regering de financiële risico’s beoordeelt. Is de regering bereid om, eventueel gezamenlijk met de provincie Noord-Holland, te zoeken naar een oplossing die het voor de gemeente Bussum mogelijk maakt de laatste hobbel te nemen, zo vragen deze leden. Voorts vragen deze leden in hoeverre het denkbaar is dat de provincie Noord-Holland een belangrijker rol krijgt bij de ontwikkeling van de plannen. Welke rol ziet de regering voor zichzelf in het zoeken naar een oplossing, zo vragen de aan het woord zijnde leden.

De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot de ontwikkeling van de woningbouwopgave in de Bloemendalerpolder en het KNSF-terrein. Welke rol heeft de provincie bij de beide bouwopgaven en hoe zal deze rol van de provincie na een eventuele herindeling van de gemeenten zijn, zo vragen deze leden.

De gemeente Muiden is verwikkeld in een juridische procedure, waarbij de hoogte van een eventuele financiële claim nog niet duidelijk is. De gemeente Muiden is beperkt financieel aansprakelijk gesteld door de rechtbank. De juridische procedure is door de private partij voortgezet en is derhalve nog niet afgerond. Vaststelling van een financiële claim zal door middel van een zogeheten schadestaatprocedure moeten plaatsvinden. Via deze procedure moet de omvang van de schade inzichtelijk worden gemaakt en tevens aanwijsbaar zijn in hoeverre eventueel geleden schade geheel of gedeeltelijk het gevolg is van een tekortkoming van de gemeente Muiden. De regering acht het primair de verantwoordelijkheid van de gemeente Muiden en de provincie Noord-Holland om te komen tot consensus ter zake met de gemeente Bussum.

Gedeputeerde staten van Noord-Holland zijn wel betrokken bij een intentieovereenkomst van 20 december 2002 met het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Koninklijke Nederlandsche Springstoffenfabrieken (KNSF). De verplichting voor gedeputeerde staten op grond van deze overeenkomst betreft een aanpassing van het streekplan en is inmiddels nagekomen. De provincie heeft een belang bij de ontwikkeling van het KNSF-terrein, welke bestaat uit de (kostendekkende) sanering van het terrein, de regionale woningopgave en de ruimtelijke kwaliteit. Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland hebben eind 2010 nogmaals bekrachtigd geen aanleiding te zien om de huidige beleidslijn ten aanzien van het KNSF-terrein te herzien. Dit komt er op neer dat de provincie de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het KNSF-terrein vooralsnog overlaat aan de gemeente Muiden en KNSF Vastgoed. Afhankelijk van de voortgang van de ontwikkeling van het KNSF-terrein zullen gedeputeerde staten overwegen om ter behartiging van de provinciale belangen een nadrukkelijkere rol in de uitvoering te gaan spelen. De regering acht het verstandig dat het provinciebestuur zich bezint op zijn rol in deze zaak die vraagt om een oplossing. Betrokkenheid van de regering is in deze kwestie niet aan de orde.

De leden van de SGP-fractie merken op dat uit de bestuurskrachtmeting in 2005 blijkt dat de financiële situatie van Weesp en Muiden matig tot onvoldoende is. Intussen is het zes jaar later. Deze leden vragen zich af hoe de financiële situatie op dit moment is.

De leden van de PvdA-fractie vragen van de regering een onderbouwing hoe een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp de geconstateerde knelpunten uit de bestuurskrachtmeting op kan lossen. Zo bleek, zo geven deze leden aan, uit die meting dat de ambtelijke organisatie en de bestuurlijke aansturing op tekortschieten. Deze leden vragen hoe een grenscorrectie hierin uitkomst kan bieden. Wat is de te verwachten planning van de ontwikkeling van dit gebied, zo vragen deze leden.

De financiële situatie van de gemeente Muiden wordt als zorgelijk beoordeeld. Dit terwijl de belastinginkomsten als relatief hoog beoordeeld moeten worden. Het tarief voor meerpersoonshuishoudens is in Muiden € 938,00, terwijl het gemiddelde tarief van de gemeenten in Noord-Holland € 687,00 bedraagt. Ondanks deze hoge eigen inkomsten heeft de gemeente Muiden onvoldoende middelen om groot onderhoud uit te voeren. De begroting 2011 en de meerjarenraming zijn door de provincie Noord-Holland als materieel niet in evenwicht aangemerkt. De tekorten zijn niet onoverkomelijk, maar gelet op de beperkte mogelijkheden om gezien het reeds relatief hoge belastingniveau en mede gelet op verdere rijksbezuinigingen, is er reden tot zorg over de financiële situatie van de gemeente Muiden.

Uit de bestuurskrachtmeting uit 2005 bleek ook dat de bestuurskracht van de gemeente Weesp matig is. Tijdens het overleg met de nieuw aangetreden gemeentebesturen op 7 februari 2011 heeft het gemeentebestuur van Weesp kenbaar gemaakt, dat de bestuurskracht sinds 2005 enigszins is verbeterd, maar nog niet het gewenste niveau heeft bereikt. Een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp zal hiertoe wel kunnen bijdragen. Door het realiseren van woningen in het gebied en daarmee het inwonertal, neemt de schaal van de gemeente toe en kunnen schaalvoordelen worden bereikt.

De afspraken over de gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder gaan uit van een flexibele planaanpak. Marktinvloeden kunnen effect hebben op de voortgang in het project. Voor de uiteindelijke oplevering van het project wordt nu uitgegaan van 2025.

De leden van de CDA-fractie merken op dat de memorie van toelichting al van enkele jaren terug dateert. Deze leden vragen wat de stand van zaken is van de genoemde opgaven in de memorie van toelichting en of er nieuwe opgaven voor het gebied zijn bijgekomen.

De leden van de SGP-fractie vragen of de minister nader kan toelichten waaruit die opgaven precies bestaan en in hoeverre deze opgaven zodanig zijn, dat er niet door enigerlei vorm van samenwerking tot een vergelijkbaar resultaat gekomen zou kunnen worden. Voorts vragen deze leden zich af of het ontbreken van onderling vertrouwen dan geen risico is bij een herindeling. Waaruit bestaat het wantrouwen precies, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie merken op dat de minister meent dat de bestuurlijke problemen in het gebied «zeer urgent» zijn. Dat zou blijken uit rapporten uit 2005. Inmiddels is het 2011, zo constateren deze leden, en stellen zij de vraag waaruit die urgentie blijkt.

De in de memorie van toelichting genoemde opgaven zijn onverminderd actueel. Daarbij gaat het om opgavenzoals de verbreding en de verlegging van de A 1 naar tweemaal zeven rijstroken, de verbinding tussen de A 6 en de A 9, het spoortraject Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad, de schaalsprong van Almere en daarnaast opgaven als het behoud van de landschappelijke kwaliteiten van de regio, de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder en het KNSF-terrein, maar ook sociaal-maatschappelijke opgaven als de sterk toenemende vergrijzing in het gebied.

Begin 2005 hebben de gemeenten in de Gooi en Vechtstreek een bestuurskrachtmeting of kwaliteitsmeting doen uitvoeren, met uitzondering van de gemeente Wijdemeren. Deze gemeente is op 1 januari 2002 ontstaan: om die reden werd een bestuurskrachtmeting, zo kort na de herindeling, niet zinvol geacht. Op basis van de uitkomsten van de metingen hebben gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland het standpunt ingenomen, dat versterking van de bestuurskracht in de regio noodzakelijk is. In 2006 hebben gedeputeerde staten van Noord-Holland een Arhi-procedure gestart.

Bij brief van 12 juni 2009 heeft het college van Bussum kenbaar gemaakt om door middel van intergemeentelijke samenwerking de geschetste problematiek op te lossen. Deze suggestie is ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. De Raad van State heeft, mede op basis van de bevindingen van de Commissie van Wijzen, geconcludeerd dat het onderlinge vertrouwen ontbreekt om te komen tot een goede samenwerking tussen de betrokken gemeenten. De Raad van State geeft tevens aan dat hij met het oog op de transparantie van het bestuur en het functioneren van de lokale democratie herindeling in bepaalde gevallen verkiest boven samenwerking. Daar komt bij, dat er bij de betrokken gemeenten weinig ruimte lijkt te bestaan om te komen tot effectieve samenwerkingsconstructies. De afgelopen periode heeft bevestigd dat de bestuurlijke versnippering in het gebied een obstakel is voor een krachtige inbreng vanuit het gebied. Een voorbeeld is de totstandkoming van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) waar wel veel over wordt gesproken, maar tot op heden nog zeer weinig is gerealiseerd.

De leden van de CDA-fractie merken op dat de memorie van toelichting stelt, dat de opgaven «een stevige bestuurskracht vereisen om de inwoners goed te kunnen vertegenwoordigen bij de bestuurlijke en maatschappelijke partners». Deze leden geven aan bekend te zijn met het gebruik van het begrip «bestuurskracht», maar vragen of het begrip «stevige bestuurskracht» een nieuw toetsingscriterium is en hoe de minister dit dan weegt.

Het begrip «stevige bestuurskracht» is geen nieuw toetsingscriterium in het aangepaste Beleidskader gemeentelijke herindeling. Het Beleidskader kent enkel het criterium «bestuurskracht» en werkt deze vervolgens uit. Met de toevoeging, in de memorie van toelichting, van het bijvoeglijk naamwoord «stevige» aan het begrip «bestuurskracht» is enkel beoogd aan te geven dat de maatschappelijke opgaven in het betrokken gebied fors en complex zijn en derhalve hoge eisen stellen aan de bestuurskracht van de betrokken gemeenten.

De aan het woord zijnde leden vragen verder wat de stand van zaken is met betrekking tot de ontwikkeling van de woningbouwopgave in de Bloemendalerpolder en het KNSF-terrein. Welke rol heeft de provincie bij de beide bouwopgaven en hoe zal deze rol van de provincie na een eventuele herindeling van de gemeenten zijn, zo vragen deze leden.

De planvorming Bloemendalerpolder heeft er toe geleid, dat deze zomer kaderstellende afspraken zijn gemaakt over de ruimtelijke invulling en de financiën. In het plangebied worden op basis van deze afspraken minimaal 2 350 en maximaal 2 750 woningen gebouwd. Deze afspraken worden in de komende tijd uitgewerkt. Verwacht wordt dat er in 2014–2015 gebouwd kan worden. De huidige afspraken voor de Bloemendalerpolder voorzien erin dat in de uitvoeringsfase de private partijen de volledige gebiedsopgave voor hun risico zullen ontwikkelen. De planologische kaders zullen door ofwel door de gemeente ofwel door de provincie gecreëerd moeten worden. Vooralsnog hebben provinciale staten van Noord-Holland in 2009 besloten voor het plangebied Bloemendalerpolder een inpassingsplan voor te bereiden. Afhankelijk van de besluitvorming over de herindeling zullen provinciale staten opnieuw moeten overwegen of de provincie het bevoegde gezag blijft voor de planologische inpassing dan wel dat dit kan worden belegd bij een gemeente.

Voor wat betreft de ontwikkeling van het KNSF-terrein is de gemeente Muiden bevoegd gezag conform de Wet ruimtelijke ordening en zodoende verantwoordelijk voor het opstellen van het bestemmingsplan KNSF. Het ontwerpbestemmingsplan KNSF wordt nu ambtelijk voorbereid. Volgens de provinciale structuurvisie heeft de provincie Noord-Holland bij de ontwikkeling van het KNSF-terrein de rol van regelgever en aanjager. Deze rol blijft in principe onveranderd na de herindeling. Verder is de provincie Noord-Holland bevoegd gezag op grond van de Wet Bodembescherming en de Natuurbeschermingswet.

De leden van de SGP-fractie merken op dat de minister onder meer in het kader van de vergrijzing in de toelichting uitspreekt dat een krachtige gemeente nodig is om de opgaven aan te kunnen. Volgens de aan het woord zijnde leden lijkt impliciet hierbij de veronderstelling dat een kleinere gemeente geen krachtige gemeente kan zijn. Is deze afleiding juist en waarop baseert de minister die veronderstelling, zo vragen deze leden. Deze leden vragen hoe deze conclusie zich verhoudt tot de in 2009 aangenomen motie-Van der Staaij (28 750, nr. 9), dat een beperkt inwoneraantal geen reden mag zijn om gemeenten te dwingen tot herindeling.

Met het begrip «krachtige gemeente» in de memorie van toelichting heeft de regering geen enkel verband willen leggen met de schaal of het inwonertal van gemeenten. Of een gemeente «(bestuurs)krachtig» genoeg is of niet, hangt niet één op één samen met het inwonertal of de gemeentelijke schaal, maar met zaken als: de aard en omvang van de maatschappelijke opgaven die aan de orde zijn, kwaliteit en professionaliteit van bestuur en ambtelijke organisatie, het vermogen als gemeentebestuur om effectief en efficiënt samen te werken met andere gemeenten en partners, enzovoort. Omdat er voor de regering geen causaal verband is tussen bestuurskracht en gemeentelijk schaal (inwonertal), ziet zij ook geen eventuele discrepantie tussen het voorliggende wetsvoorstel en de motie-Van der Staaij, waaraan de aan het woord zijnde leden refereren.

2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies

2.1. Voorgeschiedenis

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering of de stelling, zoals door de Raad van State verwoord, dat er geen beschikbare alternatieven voorhanden zijn, nog steeds actueel is en kan worden onderbouwd. De aan het woord zijnde leden verzoeken de regering daartoe een nadere onderbouwing te geven hoe zij dit herindelingadvies heeft getoetst op het verloop van het proces, met inbegrip van de laatste ontwikkelingen, en met betrekking tot de motivering van de initiatiefnemers. Voorts vragen deze leden de regering inzichtelijk te maken waarom zij ertoe heeft besloten het wetsvoorstel voor te leggen aan de Kamer in plaats van een verbeterd herindelingadvies te onderzoeken, zoals verzocht is bij het herindelingadvies Krimpenerwaard.

In mijn brief van 20 april 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 28 750, nr. 23) heb ik u het kabinetsstandpunt aangeboden met betrekking tot de controversieel verklaarde wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling. Ter voorbereiding van het kabinetsstandpunt inzake het onderhavige wetsvoorstel, heb ik bestuurlijk overleg gevoerd met de nieuw aangetreden gemeentebesturen en de verantwoordelijke gedeputeerde. Mijn conclusie is dat het bestuurlijke draagvlak voor het huidige wetsvoorstel na de gemeenteraadsverkiezingen van 24 november 2010 is gewijzigd. Op basis van de gevoerde gesprekken is mij gebleken dat het breedst mogelijke draagvlak bestaat voor de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden en een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp. Gezien de precaire positie van de gemeente Muiden en de daarmee samenhangende urgentie voor een duurzame oplossing ter versterking van de bestuurskracht in het gebied, acht ik het dringend gewenst om te komen tot besluitvorming met betrekking tot dit wetsvoorstel.

De leden van de SGP-fractie vragen in welke mate er aandacht is besteed aan een met de BEL-gemeenten vergelijkbare constructie. Deze leden vragen hoe de gemeenten een dergelijke constructie zouden vinden en of er ook een concreet voorstel hiervoor is onderzocht. Voorts vragen deze leden als de vier gemeenten zouden moeten kiezen tussen samenwerking of een andere herindeling of samenwerking dan ook geen optie voor de vier gemeenten zouden zijn. Wat zijn daarvoor de argumenten, zo vragen deze leden.

Een samenwerkingsconstructie. zoals die functioneert voor de gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren (BEL-gemeenten) is niet onderzocht. Tijdens de Arhi-procedure was er geen behoefte aan een soortgelijke constructie bij de betrokken gemeenten. Van de vier betrokken gemeentebesturen heeft alleen het gemeentebestuur van Bussum aangegeven dat het, naast een samenvoeging van de gemeenten Bussum en Naarden, opteert voor een vorm van samenwerking met de gemeente Muiden. De overige drie gemeentebesturen hebben een voorkeur voor gemeentelijke herindeling als duurzame versterking van de bestuurskracht. Samenwerking als mogelijk alternatief voor herindeling kan derhalve niet rekenen op veel bestuurlijk draagvlak onder de betrokken gemeentebesturen.

2.2. Grenscorrecties

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering van mening is dat deze correctie in dit wetsvoorstel moet worden geregeld of kan deze grenscorrectie ook op een later moment kan plaatsvinden.

De leden van de CDA-fractie vragen naar de opvatting van de minister of de grenscorrectie kan volgen na de samenvoeging. Tevens vragen deze leden welke argumenten de minister heeft om te pleiten voor een grenscorrectie met de gemeente Weesp en hoe deze grenscorrectie dient te lopen.

Het heeft de voorkeur van de regering om de grenscorrectie bij de besluitvorming over het voorliggende wetsvoorstel te betrekken. De ontwikkeling van de Bloemendalerpolder kan zodoende sneller ter hand worden genomen. Vanuit het perspectief van de gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder is het voor de voortgang en de haalbaarheid van cruciaal belang dat het plangebied na de herindeling binnen de grens van één gemeente valt. De provincie Noord-Holland heeft zich daarbij uitgesproken voor het onderhavige wetsvoorstel, maar bezien vanuit het project Bloemendalerpolder is ook een variant denkbaar, waarin de gemeente Weesp zelfstandig blijft en de gemeentegrens wordt gecorrigeerd, zodat het gehele plangebied Bloemendalerpolder binnen de grenzen van de gemeente Weesp komt te liggen. Voor het project is het van belang dat er zo spoedig mogelijk duidelijkheid ontstaat over de gemeentegrenzen in relatie tot de Bloemendalerpolder. Daarnaast is het de verwachting dat de beoogde grenscorrectie zal kunnen bijdragen aan de versterking van de bestuurskracht van de gemeente Weesp.

De leden van de VVD-fractie vragen of de grenscorrectie beneden de norm van 10% van het oppervlak en 10% van het aantal inwoners valt, waardoor de beide gemeenten deze correctie ook zelfstandig zouden kunnen uitvoeren.

Om te kunnen spreken van een grenscorrectie bepaalt artikel 1, eerste lid, sub d, van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) dat het moet gaan om «een wijziging van de gemeentegrens die naar verwachting het inwonertal van geen van de betrokken gemeenten met 10% of meer zal doen toe- of afnemen». Relevant is dus uitsluitend het percentage van het aantal inwoners. Het percentage van het oppervlak van het betrokken gebied is als zodanig geen criterium om te kunnen spreken van een grenscorrectie in de zin van de Wet arhi.

Een grenscorrectie met betrekking tot het plangebied Bloemendalerpolder tussen de gemeenten Muiden en Weesp zal voor geen van de betrokken gemeenten het inwonertal met 10% toe- of afnemen, zodat sprake is van een grenscorrectie. Betrokken gemeenten kunnen daarom zelfstandig tot een grenscorrectie besluiten. Dat kan echter pas nadat dit wetsvoorstel tot wet is geworden, de gemeente Weesp in haar huidige vorm is blijven bestaan en na de datum van herindeling. In die situatie zou sprake zijn van een grenscorrectie tussen de gemeente Weesp en de nieuw gevormde gemeente die ontstaat door de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden. Het realiseren van een grenscorrectie tussen Weesp en de nieuw gevormde gemeente is in dat geval afhankelijk van de bereidheid daartoe van beide gemeenten, wat op voorhand niet zeker is. Los daarvan, een dergelijke volgtijdelijke aanpak betekent vertraging en een nog langere doorlooptijd totdat het proces van herindeling wordt afgerond. De regering hecht er daarom aan, dat in het kader van de behandeling van voorliggend wetsvoorstel duidelijkheid wordt geboden over de uitkomst van het herindelingsproces..

De aan het woord zijnde leden vragen of de regering bereid is om de provincie Noord-Holland te verzoeken een onderzoek te laten doen om uit te zoeken hoe de gemeente Weesp in de toekomst eventueel met andere buurgemeenten zou kunnen komen tot een nauwere samenwerking.

De regering acht het de verantwoordelijkheid van de betrokken gemeenten en provincie om te komen tot de meest optimale vorm van intergemeentelijke samenwerking. Vanuit het Rijk kunnen desgewenst ondersteunende instrumenten worden aangeboden. Zo is in 2009 door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met andere partners het Kennisplatform Intergemeentelijke Samenwerking opgericht, dat is gericht op kennisontwikkeling en -deling van vraagstukken op het gebied van intergemeentelijke samenwerking.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen welke grenscorrectie ten gunste van Weesp de regering voor ogen heeft. Betreft dat de Bloemendalerpolder en kan de regering onderbouwen waarom daarmee deze gemeente voldoende versterkt wordt, zo vragen deze leden.

De leden van de SGP-fractie vragen of de grenscorrectie ook concreet kan worden gemaakt en om welk deel het betreft.

Met de beoogde grenscorrectie wordt inderdaad gedoeld op de Bloemendalerpolder. Zoals eerder aangegeven, heeft op 7 februari 2011 het gemeentebestuur van Weesp kenbaar gemaakt dat de bestuurskracht sinds 2005 enigszins is verbeterd, maar nog niet het gewenste niveau heeft bereikt. Een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp zal hiertoe kunnen bijdragen. Dit heeft het gemeentebestuur van Weesp nogmaals herhaald tijdens de hoorzitting van de vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 10 juni 2011. Vanuit het perspectief van de gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder is het voor de voortgang en de haalbaarheid van belang, dat het plangebied na de herindeling binnen de grens van één gemeente valt. Het provinciebestuur van Noord-Holland heeft zich daarbij uitgesproken voor het voorliggende voorstel, maar indien de gemeente Weesp geen deel zou uitmaken van de onderhavige samenvoeging is, bezien vanuit het project Bloemendalerpolder het ook denkbaar dat de gemeentegrens wordt gecorrigeerd, zodat het plangebied Bloemendalerpolder binnen de grenzen van de gemeente Weesp valt.

De leden van de SGP-fractie lezen in de toelichting op het wetsvoorstel dat er in het beleidskader geen aanknopingspunten staan over het nemen van beslissingen over grenscorrecties op perceelsniveau. In de brief over de (mogelijke) wijziging van het wetsvoorstel wordt wel een grenscorrectie voorgesteld. Zijn daar wel aanknopingspunten voor in het beleidskader, zo vragen deze leden.

In het Beleidskader gemeentelijke herindeling zijn alleen uitgangspunten en criteria opgenomen ten aanzien van een wijziging van de gemeentelijke indeling, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b, van de Wet arhi, en niet ten aanzien van grenscorrecties, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub d, van de Wet arhi. De artikelen 3, 5, 7, 9 en 10 van de Wet arhi bevatten voorschriften ten aanzien van de voorbereiding van grenscorrecties door gemeenten en provincies.

De aan het woord zijnde leden willen verder vernemen hoe de vier gemeenten aankijken tegen de beoogde grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp. Was die correctie ook onderdeel van de bespreking met de andere drie gemeenten, zo vragen deze leden. Graag ontvangen deze leden hierover nadere informatie.

Het gemeentebestuur van Muiden wil geen grenscorrectie met de gemeente Weesp en het gemeentebestuur van Naarden is van mening dat de beoogde grenscorrectie op een later moment ter sprake kan worden gebracht. Op basis van gevoerde overleggen met de nieuw aangetreden gemeentebesturen op 7 februari 2011 is duidelijk geworden, dat het breedst mogelijke bestuurlijke draagvlak bestaat voor een samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden. Indien hiertoe wordt besloten, acht de regering het noodzakelijk dat de beoogde grenscorrectie ten gunste van Weesp wordt doorgevoerd, omdat deze grenscorrectie kan bijdragen aan de noodzakelijke versterking van de bestuurskracht van de gemeente Weesp, in relatie tot de ontwikkelopgave van de Bloemendalerpolder.

2.3. Nader onderzoek Commissie van Wijzen

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de regering aankijkt tegen de conclusie uit het rapport van de Commissie van Wijzen. Deelt de regering de conclusies van de Commissie van Wijzen nog steeds en zo nee, op welke punten is zij tot nieuwe inzichten gekomen, zo vragen deze leden.

De regering onderschrijft de conclusies van de Commissie van Wijzen nog steeds en derhalve heeft de beoogde gemeentelijke herindeling op grond van het voorliggende wetsvoorstel haar voorkeur.

De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de Commissie van Wijzen met diverse actoren in het gebied heeft gesproken, zoals met de burgemeesters van de betrokken gemeenten en met enkele hoge ambtelijke vertegenwoordigers van de toenmalige ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en van Verkeer en Waterstaat. Op welke wijze hebben de leden van de Commissie van Wijzen ook de gemeenteraden betrokken bij het opstellen van hun advies, zo vragen deze leden.

De Commissie van Wijzen heeft voor het vaststellen van het bestuurlijk draagvlak voor deze herindeling niet gesproken met de betrokken gemeenteraden maar wel met de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten.

De aan het woord zijnde leden vragen welke problemen de hoge ambtelijke vertegenwoordigers voor het gebied vanuit rijksperspectief hebben gesignaleerd.

De hoge ambtelijke vertegenwoordigers hebben de drie volgende categorieën opgaven voor het gebied benoemd.

1. Infrastructuur

De belangrijkste infrastructurele opgaven in het gebied zijn de weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere, de planstudie Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad en Ruggengraat voor natuur en recreatie «natte as». Het is een uitdaging te waarborgen dat de infrastructurele aanpassingen de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied zo min mogelijk aantasten. Op het gebied van de bereikbaarheid lopen door de vier gemeenten verschillende rijkswegen (A1, A6) als openbaar vervoer verbindingen die cruciaal zijn voor de bereikbaarheid. Groei van de mobiliteit en vigerend rijksbeleid (schaalsprong Almere) eisen op verschillende weg- en spoorcorridors op termijn forse capaciteitsvergroting.

2. Ruimtelijke opgaven

De grootste ontwikkellocatie is de Bloemendalerpolder/KNSF-terrein waar nieuwbouwwoningen en kantoor- en bedrijfsruimte worden gerealiseerd in combinatie met de inpassing van de verbreding van de A1. In dit gebied moet ook groen/blauwe ontwikkeling plaatsvinden. Na 2020 zijn nieuwe grootschalige mogelijkheden voor woningbouw niet meer te realiseren.

3. Natuur en Landschap

Het behoud en de verdere ontwikkeling van landschap, natuur en cultuurhistorie vragen om een voortdurende inzet. Er liggen kansen om de potenties van het gebied te benutten in het kader van recreatie en toerisme. Tegelijkertijd schuilt ook hierin weer de opgave te zorgen dat recreatie en toerisme niet leiden tot aantasting van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

De aan het woord zijnde leden geven aan dat de Commissie van Wijzen de politieke situatie in de gemeenten Muiden en Weesp als zorgelijk beoordeelt. Wat verstaat de Commissie van Wijzen onder de politieke situatie en doelt zij daarmee op het functioneren van de colleges of de gemeenteraden, zo vragen deze leden.

Wat betreft de gemeente Muiden constateert de Commissie van Wijzen dat de gemeente Muiden politiek stabiel is, maar tevens dat de schaal van deze gemeente te klein is en een ambtelijke organisatie ontbeert die de toekomstige ontwikkelopgaven op adequate wijze kan realiseren. De ambtelijke organisatie is kwetsbaar, heeft relatief veel extern ingehuurd interim personeel en heeft last van een groot personeelsverloop. De externe inhuur van interim personeel trekt bovendien een grote wissel op de financiële situatie van deze gemeente.

De gemeente Weesp is al jarenlang politiek instabiel, dit betreft met name de gemeenteraad, zo geeft de Commissie van Wijzen aan. Daarnaast is de kwaliteit van de ambtelijke organisatie niet toereikend om de opgaven waar de gemeente voor staat op adequate wijze te realiseren.

Deze leden vragen hoe de minister de politieke situatie beoordeelt van de beide gemeenten na de laatste verkiezingen.

Het is niet aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om uitlatingen te doen of kwalificaties te geven over de politieke situatie in individuele gemeenten.

De aan het woord zijnde leden vragen hoe de minister de wijze ervaart waarop Bussum zich bewust is van zijn regionale verantwoordelijkheid en hoe hij de kritische houding van de gemeente Bussum ten opzichte van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland beoordeelt.

Het gemeentebestuur van Bussum is autonoom als het gaat om het behartigen van lokale en regionale belangen van deze gemeente. Als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties geef ik geen kwalificaties over de mate waarin het gemeentebestuur van Bussum zich bewust is van zijn regionale verantwoordelijkheid, noch als het gaat om de onderlinge verhoudingen tussen de gemeente Bussum en gedeputeerde staten van Noord-Holland.

De leden van de CDA-fractie geven aan dat de Raad van State heeft opgemerkt dat de Commissie van Wijzen ten aanzien van verschillende mogelijke samenwerkingsconstructies onderling wantrouwen bij de betrokken gemeenten heeft geconstateerd. Deze leden vragen de minister waar dit onderling wantrouwen zich manifesteert en in hoeverre dit van invloed is op de effectiviteit van huidige en toekomstige samenwerkingsverbanden.

De leden van de SP-fractie merken op dat de minister concludeert dat de gemeente Bussum niet bereid lijkt tot samenwerkingsconstructies. Waarop baseert de minister zijn conclusie, waardoor is dit wantrouwen ontstaan, en in hoeverre komt dit onderlinge wantrouwen juist voort uit het gevolgde proces van herindeling, zo vragen deze leden.

De Raad van State heeft mede op basis van de bevindingen van de Commissie van Wijzen geconcludeerd, dat het benodigde onderlinge vertrouwen tussen de betrokken gemeenten ontbreekt, om te komen tot een goede onderlinge samenwerking. De Commissie van Wijzen heeft onderzocht of samenwerking een alternatief was voor de beoogde samenvoeging. Uit dat onderzoek bleek dat het gemeentebestuur van Bussum alleen bereid was om na te denken over samenwerking als oplossing voor de problemen in het gebied, als de samenwerking volgens het zogeheten Finse model zou worden vormgegeven. Dat wil zeggen dat de betrokken gemeenten de ambtelijke dienstverlening zouden laten uitvoeren door een centrumgemeente. In dit geval werd gedacht aan de gemeente Bussum als centrumgemeente. Andere vormen van samenwerking heeft het gemeentebestuur van Bussum van de hand gewezen. Het door het gemeentebestuur van Bussum voorgestelde samenwerkingsmodel is door de overige drie betrokken gemeentebesturen van de hand gewezen.

Daarnaast heeft de Commissie van Wijzen geconstateerd, dat de bestuurlijke verhoudingen in het gebied gespannen zijn. Zoals eerder aangegeven, is een voorbeeld van het gebrekkig functioneren van de onderlinge samenwerking de totstandkoming van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) waar wel veel over wordt gesproken, maar tot op heden nog zeer weinig is gerealiseerd.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe de minister de second opinion «Herindelingsvoorstel Gooi en Vechtstreek (GV4)» door de wetenschappers Boorsma en Herweijer beoordeelt.

De leden van de SP-fractie verzoeken de minister te reageren op alle conclusies van de second opinion.

De regering heeft op grond van het herindelingsadvies van de provincie Noord-Holland, het advies van de Commissie van Wijzen en het advies van de Raad van State besloten tot het voorliggende wetsvoorstel. Voorts zijn er ook overleggen gevoerd met de betrokken gemeentebesturen. De voorgenoemde adviezen en overleggen acht de regering voldoende om een zorgvuldige afweging te kunnen maken. De genoemde second opinion is tot stand gekomen in opdracht van een beperkt deel van de betrokken gemeenten en is om die reden als minder objectief te beoordelen dan de hiervoor genoemde adviezen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering waarom zij de Kamer een wetsvoorstel voorlegt waarvan zij eigenlijk geen voorstander is.

Samenvoeging van de gemeenten Bussum, Naarden, Muiden en Weesp op grond van het voorliggende wetsvoorstel heeft de voorkeur van de regering, maar op basis van de gevoerde gesprekken met de nieuw aangetreden gemeentebesturen heeft zij aangegeven zich niet te zullen verzetten tegen een wijziging van het voorliggende wetsvoorstel, zoals toegelicht in de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 april 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 28 750, nr. 23).

De leden van de SGP-fractie vragen of de minister voornemens is met een Nota van wijziging te komen. Dit is een vraag die naar de mening van deze leden allereerst beantwoord zou moeten worden.

De regering heeft een duidelijke voorkeur voor samenvoeging van de vier betrokken gemeenten op grond van het voorliggende wetsvoorstel en is om die reden niet voornemens een nota van wijziging in te dienen.

2.4 Samenwerkingsalternatief Bussum

De leden van de VVD-fractie geven aan een constructie waarbij de gemeente Bussum wel de ambtelijke organisatie overneemt maar niet de bestuurlijke fusie plaatsvindt geen toekomstbestendige oplossing te vinden. Deelt de regering deze opvatting en is de regering het met deze leden eens dat er in deze constructie een volstrekt onwenselijke situatie voor de gemeente Muiden ontstaat, zo vragen deze leden.

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering het voorstel van de gemeente Bussum een werkbare oplossing vindt.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering kan aangeven in hoeverre tegemoet wordt gekomen aan de precaire situatie van de gemeente Muiden door het initiatief tot samenvoeging van de ambtelijke organisaties van de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum.

Het is primair aan het gemeentebestuur van Muiden om te bepalen of en in welke vorm ambtelijke samenwerking met de gemeente Bussum een effectieve en tevens duurzame bijdrage kan leveren aan de noodzakelijke versterking van de bestuurskracht van de gemeente Muiden. De regering constateert dat een samenwerkingsconstructie waarbij sprake is van een eventuele fusie van de ambtelijke organisaties van de gemeenten Bussum en Muiden door het gemeentebestuur van Muiden van de hand is gewezen. Zoals aangeven in de beantwoording van een vraag van leden van de SGP-fractie, zijn de gemeentebesturen van Muiden, Naarden en Weesp voorstander van gemeentelijke herindeling als duurzame oplossing voor de versterking van de bestuurskracht en kan samenwerking als mogelijk alternatief voor herindeling derhalve niet rekenen op veel draagvlak onder de betrokken gemeentebesturen. De majeure regionale

maatschappelijke opgaven, de kwetsbare bestuurskracht van de gemeenten Muiden en Weesp en de financiële kwetsbaarheid van de gemeente Muiden vragen om één nieuw te vormen bestuurskrachtige gemeente in het gebied.

3. Toets aan het Beleidskader en het coalitieakkoord

De leden van de CDA-fractie vragen de minister om zijn voorkeursvariant van deze herindeling te toetsen aan het nieuwe Beleidskader gemeentelijke herindeling..

Allereerst merk ik op, dat het voorliggende wetsvoorstel door de regering is getoetst aan het tijdens de Arhi-procedure vigerende vorige Beleidskader gemeentelijke herindeling dat dateert van 3 april 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 28 750, nr. 5). Op basis van deze toetsing is de regering tot de conclusie gekomen, dat het voorstel voldoet aan de criteria van het vorige Beleiddskader, zoals toegelicht in de memorie van toelichting van het voorliggende wetsvoorstel. Toetsing van het voorstel aan het nieuwe of aangepaste Beleidskader gemeentelijke herindeling, zoals gevraagd door de aan het woord zijnde leden, levert voor de regering geen andere conclusie op. Samenvoeging van de vier betrokken gemeenten is volgens de regering – gelet op de regionale maatschappelijke opgaven, de kwetsbare bestuurskracht van de gemeenten Muiden en Weesp en de financiële kwetsbaarheid van de gemeente Muiden – noodzakelijk en urgent.

3.1 Toets bestuurskracht

De leden van de VVD-fractie vragen een reactie van de regering op de volgende vraag: als er oplossingen worden gevonden voor de problemen van de Bloemendalerpolder en het KNSF-terrein, is de regering dan van mening dat een Gooigemeente bestaande uit de gemeente Bussum, Naarden en Muiden voldoet aan de criteria van een bestuurskrachtige, toekomstbestendige gemeente.

Als er zicht is op een voldoende oplossing van de problemen langs andere wegen dan de in het wetsvoorstel voorgestelde herindeling, dan voldoet een samenvoeging van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden aan de criteria van een bestuurskrachtige toekomstbestendige gemeente.

De leden van de CDA-fractie vragen welke problemen de regering signaleert met de ambtelijke organisatie van de gemeenten Muiden en Weesp.

In de gemeenten Muiden en Weesp is sprake van relatief kwetsbare ambtelijke organisaties. De gemeente Muiden heeft 46 formatieplaatsen, dat is inclusief een volledige buitendienst en exclusief de sociale dienst, uitvoering van milieutaken, uitvoering ICT en WMO. De gemeente Muiden is weinig succesvol op de arbeidsmarkt, hetgeen mede wordt veroorzaakt door het feit dat omliggende gemeenten voor vergelijkbare functies gunstiger arbeidsvoorwaarden kunnen bieden. Als gevolg hiervan is sprake van een relatief groot verloop van personeel in de gemeente Muiden.

De gemeente Weesp heeft 137 formatieplaatsen en de situatie is vergelijkbaar met die van de gemeente Muiden. Terwijl er bij beide gemeenten een spanning zit op de uitvoering van de wettelijke lokale taken enerzijds, zijn er anderzijds opgaven en ontwikkelingen aan de orde met een bovenlokaal, regionaal karakter. De ondernemingsraden van de gemeenten Muiden, Naarden en Weesp hebben bij brieven van 10 maart 2010 en 3 februari 2011 aangegeven dat de voorgestelde samenvoeging naar hun opvatting tot voldoende schaalgrootte en bestuurskracht in het gebied zal leiden.

De leden van de SP-fractie geven aan dat een samenvoeging van Muiden en Weesp volgens prof. dr. Boorsma en dr. Herweijer een oplossing zou kunnen zijn die wel voldoet aan het landelijke herindelingskader. Waarom is deze variant niet nader onderzocht, zo vragen deze leden.

Om de provincie Noord-Holland en de betrokken gemeenten in staat te stellen een zorgvuldige afweging te laten maken betreffende de bestuurlijke inrichting van de Gooi en Vechtstreek is door externe bureaus onderzoek verricht. In het onderzoek is, mede op verzoek van de betrokken gemeenten, een vergelijking gemaakt tussen twee fusievarianten: enerzijds een samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp, en anderzijds een samenvoeging van Muiden en Weesp en een samenvoeging van Bussum en Naarden. De conclusie was dat een samenvoeging van Muiden en Weesp kwetsbaar en niet duurzaam is. Daarnaast hebben de provincie Noord-Holland in het herindelingsadvies en de Raad van State in zijn advies geconcludeerd dat samenvoeging van de vier betrokken gemeenten de beste oplossing is voor de noodzakelijke versterking van de bestuurskracht in deze regio.

3.2. Toets duurzaamheid

De leden van de PvdA-fractie vragen naar de visie van de regering op de duurzaamheid van een herindeling, waarbij de gemeente Weesp niet betrokken wordt. Hoe groot acht de regering het risico dat Weesp als zelfstandige gemeente zijn bestuurskracht niet tijdig zal weten te vergroten en welke mogelijkheden ziet de regering na deze herindeling om eventuele restproblematiek voor Weesp op te lossen, zo vragen deze leden.

Indien het voorliggende wetsvoorstel wordt gewijzigd in die zin dat de gemeente Weesp geen onderdeel meer uitmaakt van bij de gemeentelijke herindeling, acht de regering het noodzakelijk dat een grenscorrectie tussen de gemeente Muiden en gemeente Weesp wordt doorgevoerd teneinde de bestuurskracht van de gemeente Weesp te kunnen versterken. Tijdens het overleg met de nieuw aangetreden gemeentebesturen op 7 februari 2011 heeft het gemeentebestuur van Weesp aangegeven dat de bestuurskracht sinds 2005 enigszins is verbeterd, maar nog niet het gewenste niveau heeft bereikt. Een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp zal hiertoe wel kunnen bijdragen. Dit heeft het gemeentebestuur van Weesp nogmaals herhaald tijdens de hoorzitting van de vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 10 juni 2011. Als het plangebied Bloemendalerpolder geheel binnen de grenzen van de gemeente Weesp komt te liggen, wordt de gemeente Weesp in staat gesteld dit gebied als aantrekkelijk woon-, werk- en recreatiegebied te ontwikkelen en aldus een positieve impuls te geven aan de gemeente. Aldus acht de regering de voorwaarden aanwezig voor Weesp om voor een reeks van jaren als zelfstandige gemeente te kunnen functioneren en daarnaast samen met omliggende gemeenten, andere overheden en maatschappelijke partners de regionale opgaven in het gebied op te kunnen pakken. Met het in één bestuurlijke hand onderbrengen van de ontwikkeling van het plangebied Bloemendalerpolder wordt overigens zogeheten restproblematiek tegengegaan.

3.3. Toets interne samenhang

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering in te gaan op de effecten voor de interne samenhang van de nieuwe gemeente als Weesp niet deelneemt aan de fusie. Wat zou dit betekenen voor een goede bescherming van het Naardermeer, de samenhangende ruimtelijke ontwikkeling van het gebied zonder dat dit op gespannen voet staat met natuur- en cultuurwaarden, zo vragen deze leden.

Het behoort tot de verantwoordelijkheid van het bestuur van de nieuw te vormen gemeente om de interne samenhang verder te versterken. Indien de gemeente Weesp geen onderdeel meer zou uitmaken van de gemeentelijke herindeling zal de bescherming van het Naardermeer en de samenhangende ruimtelijke ontwikkeling van het gebied door middel van intergemeentelijke samenwerking moeten plaatsvinden. Met de gemeentelijke herindeling neemt de bestuurlijke drukte in de regio af waardoor besluitvormingsprocessen sneller kunnen verlopen. Verder heeft de provincie een belangrijke taak als het gaat om (het bewaken van de) samenhang op het gebied van ruimtelijke ordening, woningbouw, verkeer en vervoer, regionale economie en natuur en landschap.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering inzichtelijk te maken, zowel met betrekking tot het huidige voorstel als ten aanzien van een eventuele wijziging hiervan, hoe de voorgestelde herindeling zich verhoudt met de interne samenhang van betrokken gemeenten.

Het provinciebestuur van Noord-Holland heeft in het herindelingsadvies inzake de beoogde samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp de interne samenhang van de nieuw te vormen gemeente beoordeeld. De gemeenten Bussum en Naarden kennen een meer verstedelijkt karakter; daarentegen hebben de gemeenten Muiden en Naarden het karakter van vestingstad met elkaar gemeenschappelijk. De gemeenten Muiden en Weesp beschikken over meer open groene ruimte. De nieuw te vormen gemeente heeft vooral een recreatieve functie en een woonfunctie. De betrokken gemeenten hebben kenmerken die sterk complementair aan elkaar zijn. Indien de gemeente Weesp geen onderdeel meer uit zou maken van deze gemeentelijke herindeling zal door middel van intergemeentelijke samenwerking de regionale samenhang moeten worden bevorderd. Het Naardermeer kan in dat verband worden beschouwd als een belangrijke verbindende factor evenals de mogelijkheden tot water- en natuurrecreatie in het gebied.

3.4. Toets regionale samenhang en evenwicht

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering om in te gaan op de verantwoordelijkheid die gemeenten hebben voor een goede regionale ontwikkeling en de bestuurlijke kracht in het gebied. Hoe vindt de regering dat zij invulling geeft aan de zorgplicht voor een goed bestuur tegenover de burgers van Weesp nu het de deur open zet om deze gemeente buiten de herindeling te laten, vragen deze leden.

De zorgplicht voor «goed (lokaal) bestuur», waarover de aan het woord zijnde leden spreken, berust vooral bij het betrokken gemeentebestuur. De noodzaak de bestuurskracht van de gemeente Weesp te versterken is een van de redenen voor het voorliggende voorstel. Daarnaast kan de regering zich voorstellen dat door middel van intensieve samenwerking, interbestuurlijke pools op het terrein van personeel of, indien gewenst, een ondersteunende rol van de provincie de zorgplicht van het gemeentebestuur van Weesp voor «goed bestuur» kan worden versterkt.

De leden van de SP-fractie constateren dat bij de betrokken gemeenten sprake is van onderling wantrouwen. Hierdoor zou een verdergaande samenwerking, als mogelijke oplossing voor bestuurlijke problemen, niet mogelijk zijn, aldus een «Commissie van Wijzen». Maar als gemeenten niet kunnen samenwerken, waarom kunnen zij dan wel fuseren, zo vragen deze leden.

Het succes van vrijwillige samenwerking tussen gemeenten is in sterke mate afhankelijk van de vraag of de betrokken gemeenten bereid zijn in gezamenlijkheid uitvoering te geven aan die verantwoordelijkheden en taken, die de individuele behartiging van lokale belangen overstijgen. Dat vraagt om onderling vertrouwen tussen betrokken gemeenten. Bij gemeentelijke herindeling is sprake van een nieuwe, bij wet gevormde gemeente die een nieuwe situatie doet ontstaan, waarbij het de verantwoordelijkheid van het nieuwe gemeentebestuur is zorg te dragen voor goed bestuur voor de inwoners en te onderscheiden gemeenschappen.

De aan het woord zijnde leden geven aan dat de minister stelt dat «de nieuwe gemeente binnen de regio een stevige onderhandelingspositie krijgt, die tegenspel kan bieden aan het krachtenveld van de omliggende grootstedelijke agglomeraties.» Waarover moet dan zoal worden onderhandeld, zo vragen deze leden.

In het gebied zijn er belangrijke regionale opgaven met betrekking tot infrastructuur, ruimtelijke opgaven en natuur en landschap die door middel van intergemeentelijke samenwerking, die de schaal van de nieuw te vormen gemeente ver te boven gaat, moeten worden opgepakt. De nieuw te vormen gemeente wordt in staat geacht om tegenwicht te bieden en haar belangen te behartigen in het krachtenveld en de dynamiek van de omliggende grootstedelijke agglomeraties Amsterdam, Almere, Amersfoort en Utrecht. Een dergelijke bestuurlijke rolinvulling met betrekking tot intergemeentelijke samenwerking in deze regio vereist een bestuurskrachtige gemeente.

De aan het woord zijnde leden vragen waarom de ligging in de buurt van «grootstedelijke agglomeraties» een reden voor herindeling is en of de minister de opvatting van deze leden deelt dat herindelingen tot grotere gemeenten op deze manier altijd leiden tot nieuwe herindelingen van omliggende gemeenten.

Een causaal verband tussen de bestuurlijke schaal op basis van inwoneraantal en bestuurskracht is er niet. Bestuurskracht van gemeenten wordt door meer zaken beïnvloed dan door de bestuurlijke schaal. Factoren als bestuurscultuur, kwaliteit van de ambtelijke organisatie, de mate en mogelijkheid van het aangaan van verbanden met gemeenschappen beïnvloeden ook de gemeentelijke bestuurskracht. Versterking van bestuurskracht kan behalve door gemeentelijke herindeling ook door intergemeentelijke samenwerking gerealiseerd kan worden. Derhalve is gemeentelijke herindeling geen doel op zich. Ik deel de opvatting van deze leden dat de geografische ligging van gemeenten in de buurt van grootstedelijke agglomeraties op zichzelf geen reden is voor gemeentelijke herindeling. Aan het voorliggende wetsvoorstel liggen andere redenen ten grondslag, die tot de voorgestelde herindeling nopen.

De leden van de SGP-fractie vragen hoe de omliggende gemeenten in de regio tegen het oorspronkelijke plan en tegen de voorgestelde wijziging aankijken.

De gemeentebesturen van Blaricum, Hilversum en Laren hebben een positieve zienswijze gegeven op het voorliggende voorstel tot gemeentelijke herindeling. Het gemeentebestuur van Huizen heeft aangegeven positief te staan tegenover de beoogde herindeling, mits tegelijkertijd een gebiedsuitbreiding van de gemeente Huizen plaatsvindt. Een eventuele grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp, zoals toegelicht in mijn brief 20 april 2011, maakte geen onderdeel uit van het tijdens de Arhi-procedure door de provincie opgestelde herindelingsontwerp en is om die reden niet voorgelegd voor het geven van een zienswijze door de omliggende gemeenten.

3.5. Toets draagvlak

De leden van de CDA-fractie merken op, naar aanleiding van de hoorzitting in de Grote Kerk in Naarden, dat het draagvlak diffuus is. Hoe is het draagvlak gewijzigd na de raadsverkiezingen van 2010, zo vragen deze leden.

Na de raadsverkiezingen van 24 november 2010 is het bestuurlijk draagvlak met betrekking tot het voorliggende wetsvoorstel als volgt gewijzigd. De gemeentebesturen van Muiden en Naarden geven de voorkeur aan samenvoeging met de gemeente Bussum. Het gemeentebestuur van Bussum geeft de voorkeur aan samenvoeging met de gemeente Naarden en wil tegelijkertijd vergaande (ambtelijke) samenwerking met de gemeente Muiden, waarbij op termijn een samenvoeging met de gemeente Muiden niet is uitgesloten. Het gemeentebestuur van Weesp opteert nog steeds voor samenvoeging met de overige drie betrokken gemeenten, maar realiseert zich dat het bestuurlijk draagvlak hiervoor ontbreekt, en maakt kenbaar dat een grenscorrectie met de gemeente Muiden ten gunste van de gemeente Weesp onontbeerlijk is voor de versterking van haar bestuurskracht. Het provinciebestuur van Noord-Holland is voorstander van samenvoeging van de vier betrokken gemeenten.

De aan het woord zijnde leden vragen in hoeverre de voorgenomen fusie onderdeel uitmaakte van de verkiezingsstrijd.

De vanwege de beoogde samenvoeging uitgestelde gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 hebben plaatsgevonden op 24 november 2010. Gelet op de hierboven toegelichte verschuiving in de bestuurlijke standpunten ten aanzien van de beoogde herindeling, kan gevoeglijk worden gesteld dat het thema «gemeentelijke herindeling» een zeer belangrijke rol heeft gespeeld bij deze gemeenteraadsverkiezingen.

Hoe heeft deze bestuurskracht van de gemeente Weesp zich sinds 2005 ontwikkeld en hoe ziet de minister de toekomst van de gemeente Weesp, zo vragen de aan het woord zijnde leden. Daarnaast vragen deze leden op welke wijze de provincie Noord-Holland een rol kan hebben in het versterken van de positie van de gemeente Weesp anders dan door herindeling.

Uit de bestuurskrachtmeting in 2005 bleek dat de bestuurskracht van de gemeente Weesp als matig moest worden beoordeeld. Tijdens het overleg met de nieuw aangetreden gemeentebesturen op 7 februari 2011 heeft het gemeentebestuur van Weesp aangegeven dat de bestuurskracht sinds 2005 enigszins is verbeterd, maar nog niet het gewenste niveau heeft bereikt. Een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp zal hiertoe wel kunnen bijdragen. Dit heeft het gemeentebestuur van Weesp nogmaals herhaald tijdens de hoorzitting van de vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 10 juni 2011. Daarnaast is de provincie Noord-Holland bereid tot het tijdelijk versterken van de gemeentelijke organisatie van Weesp, wanneer deze gemeente daaraan behoefte heeft, en de provincie Noord-Holland de gewenste capaciteit kan leveren.

De aan het woord zijnde leden vragen van de minister een duidelijk overzicht van welke bestuurlijke en financiële knelpunten in de gemeenten en in het gebied aanwezig zijn die een dergelijke herindeling noodzakelijk maken. In hoeverre acht de minister de nieuw te vormen gemeente in staat om de knelpunten adequaat op te pakken, zo vragen deze leden.

De majeure regionale maatschappelijke opgaven vereisen een aanpassing van de bestuurlijke inrichting van het betrokken gebied. In dat verband kan worden gedacht aan: de verbreding en de verlegging van de A 1 naar tweemaal zeven rijstroken, de verbinding tussen de A 6 en de A 9, het spoortraject Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad, de schaalsprong van de gemeente Almere en daarnaast opgaven als het behoud van de landschappelijke waarden van de regio, de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder en het KNSF-terrein, maar ook sociaal-maatschappelijke opgaven die verband houden met de sterk toenemende vergrijzing in het Gooi.

Voorts is, zoals eerder is aangegeven, de financiële situatie van de gemeente Muiden zorgelijk. Daarnaast ben ik in de beantwoording van een eerdere vraag van deze leden ingegaan op de relatief kwetsbare ambtelijke organisaties van de gemeenten Muiden en Weesp. Dit alles bijeen – de maatschappelijke opgaven, de financiële positie van de gemeente Muiden en de kwetsbare bestuurskracht van de gemeenten Muiden en Weesp – vragen om één nieuw te vormen bestuurskrachtige gemeente, die in staat zal zijn adequate antwoorden te geven op de uitdagingen in deze regio. Door de bestuurskrachtige gemeenten Bussum en Naarden samen te voegen met Muiden en Weesp, worden de beste voorwaarden gecreëerd om deze bestuurskrachtige gemeente in dit gebied gestalte te geven.

De aan het woord zijnde leden vragen verder welke risico’s de minister ziet dat de schaal van de gemeente toch niet voldoet aan de omvang van de bestuurlijke en financiële problematiek in het gebied.

Samenvoeging van de vier betrokken gemeenten conform het voorliggende voorstel levert een nieuw te vormen gemeente op met ongeveer 72 000 inwoners. Een gemeente van een dergelijke omvang moet in staat worden geacht haar eigen (autonome) beleidsambities, haar wettelijke lokale taken en tevens de regionale ontwikkelingstaken goed te vervullen en te behartigen, en een sterke bestuurlijke partner te zijn in de regio.

Als de gemeente Weesp geen onderdeel meer zou uitmaken van de beoogde gemeentelijke herindeling, ontstaat een nieuw te vormen gemeente met ongeveer 55 000 inwoners. Ook in dat geval mag van de nieuw te vormen gemeente worden verwacht dat zij in staat is om de boven genoemde zaken op adequate wijze te vervullen respectievelijk te behartigen. Wel is het zo, dat er in dat geval meer zal worden gevraagd van samenwerking tussen de nieuw te vormen gemeente en de gemeente Weesp.

Hoe beoordeelt de minister de regionale samenhang als voor deze variant gekozen wordt, zo vragen de aan het woord zijnde leden.

In de genoemde variant is sprake van drie en niet vier gemeenten die samengaan. De gemeente Weesp zal als zelfstandige gemeente op basis van eigen inzichten tot beleid komen. Dat vraagt vanwege de gezamenlijke opgaven meer afstemming en overleg in de regio.

De aan het woord zijnde leden vragen of door de samenvoeging de bestuurskracht zodanig wordt vergroot dat er zeker op korte termijn geen redenen zullen zijn om te komen tot verdere herindelingen, of is er naar de mening van de minister sprake van een tussenstap, zo vragen deze leden.

De regering acht de voorgestelde gemeentelijke herindeling een duurzame versterking van de bestuurskracht in het gebied. Ik vind deze voorgestelde gemeentelijke herindeling dan ook geen tussenstap.

Voorts vragen deze leden de minister te reageren op het citaat van P.C. Hooft uit de inleiding van het rapport van de Commissie van Wijzen in relatie tot de huidige stand van zaken van de herindeling? («Door oorzaaks kracht men al wat schiedt ziet drijven. Waar die te flauw, geen werking zou beklijven.» Hertaling: de kracht is de oorzaak van al wat men ziet gebeuren. Maar als die te zwak zou zijn, kan er niets blijvends tot stand komen.).

Het citaat kan op twee manieren geïnterpreteerd worden. Allereerst kan het worden gezien als oproep aan betrokken gemeenten om in hun opstelling met betrekking tot deze herindeling niet «zwak» te zijn. Ten tweede kan het citaat ook worden gelezen als appel aan de wetgever niet «zwak» te zijn, maar krachtig te besluiten tot wat nodig is.

De aan het woord zijnde leden merken op dat de regering heeft besloten de grenscorrectie met Huizen niet in het wetsvoorstel op te nemen, omdat hiervoor geen draagvlak is. De gemeenten en provincie zijn gevraagd dit vraagstuk onderling op te lossen. Wat is de stand van zaken van deze grenscorrectie, zo vragen deze leden.

Na de besluitvorming met betrekking tot het voorliggende voorstel zullen de betrokken gemeenten hierover in overleg treden.

Op hoeveel draagvlak bij de omliggende gemeenten zoals Hilversum en Huizen kan het voorstel tot samenvoeging van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden met een grenscorrectie ten behoeve van de gemeente Weesp rekenen, zo vragen de aan het woord zijnde leden.

De gemeentebesturen van Blaricum, Hilversum en Laren hebben een positieve zienswijze gegeven op de beoogde gemeentelijke herindeling. Het gemeentebestuur van Huizen heeft aangegeven positief te staan tegenover de beoogde herindeling, mits tegelijkertijd een gebiedsuitbreiding van de gemeente Huizen plaatsvindt. Een eventuele grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp, maakte geen onderdeel uit van het – tijdens de Arhi-procedure door de provincie opgestelde – herindelingsontwerp en is om die reden niet voorgelegd voor het geven van een zienswijze door de omliggende gemeenten.

Wat is het standpunt van maatschappelijke organisaties over de voorgestelde herindeling, vragen de aan het woord zijnde leden.

Ter vaststelling van het maatschappelijk draaglak voor de voorgestelde herindeling hebben de betrokken gemeenten zich primair gericht op het raadplegen van de inwoners en niet zozeer op maatschappelijke organisaties. Voor de vier betrokken gemeenten geldt dat een uitvoerige consultatie heeft plaatsgevonden. Bij aanvang van het proces is het maatschappelijke draagvlak onder de inwoners uitvoerig gepeild in de gemeenten Muiden, Naarden en Weesp. In de gemeente Muiden bijvoorbeeld zijn inwoners via inspraak- en discussieavonden en digitale en telefonische enquêtes geraadpleegd. Het gemeentebestuur van Bussum heeft hoofdzakelijk in de eindfase inwoners betrokken en geraadpleegd door middel van een peiling onder de inwoners vlak voorafgaand aan de definitieve vaststelling van de zienswijze van de gemeenteraad op het herindelingsontwerp. De respons op deze peiling was 47%, waarbij 96% van de respondenten aangaf een voorkeur te hebben voor een samenvoeging van de gemeenten Bussum en Naarden, inclusief de Hilversumse Meent.

De leden van de SP-fractie geven aan dat de gemeente Bussum deze herindeling helemaal niet ziet zitten en Muiden en Naarden erop aandringen om Weesp buiten de herindeling te houden. Deze leden geven voorts aan dat de regering opmerkt, dat zij een eventueel amendement op dit punt niet zal ontraden. Waarom komt de regering niet zelf met een aanpassing, zo vragen deze leden.

Zoals aangegeven in de beantwoording van een vraag van de leden van de SGP-fractie, heeft de regering een duidelijke voorkeur voor samenvoeging van de vier betrokken gemeenten op basis van het voorliggende wetsvoorstel en is zij niet voornemens een nota van wijziging in te dienen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoeveel breder het draagvlak is voor de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden dan voor de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp. En ook op basis waarvan de regering tot deze conclusie komt.

De leden van de ChristenUnie-fractie verzoeken de regering de aanname dat er bij de gemeenten Weesp en Muiden draagvlak bestaat voor een wijziging van het onderhavig wetsvoorstel nader te motiveren.

De leden van de SGP-fractie geven aan dat in de brief van 20 april 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 28 750, nr. 23) staat dat het breedst mogelijke draagvlak bestaat voor een samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden. Kan de minister nader toelichten hoe de vier gemeenten precies over dit herziene herindelingsvoorstel denken, zo vragen deze leden.

Na de raadsverkiezingen van 24 november 2010 is het bestuurlijke draagvlak met betrekking tot het voorliggende wetsvoorstel gewijzigd. Tijdens de hoorzitting van 10 juni 2011 van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de betrokken gemeentebesturen en het betrokken provinciebestuur hun standpunten uitgesproken en toegelicht. De gemeentebesturen van Muiden en Naarden geven de voorkeur aan samenvoeging met de gemeente Bussum. Het gemeentebestuur van Bussum geeft de voorkeur aan samenvoeging van Bussum met de gemeente Naarden en vergaande ambtelijke samenwerking met de gemeente Muiden, waarbij op termijn een samenvoeging met de gemeente Muiden niet is uitgesloten. De gemeente Weesp opteert nog steeds voor samenvoeging met de overige drie betrokken gemeenten, maar realiseert zich dat het bestuurlijke draagvlak hiervoor ontbreekt, en geeft aan dat een grenscorrectie met de gemeente Muiden ten gunste van de gemeente Weesp onontbeerlijk is voor de versterking van haar bestuurskracht. Het provinciebestuur van Noord-Holland opteert voor samenvoeging van de vier betrokken gemeenten.

De aan het woord zijnde leden vragen aan de regering haar conclusie te onderbouwen dat voor de gemeente Bussum een samenvoeging met de gemeente Muiden op termijn bespreekbaar is.

Zoals hiervoor is aangegeven, heeft het gemeentebestuur van Bussum de mogelijkheid van een samenvoeging – op termijn – met de gemeente Muiden in de voornoemde hoorzitting van 10 juni 2011 niet uitgesloten.

De leden van de ChristenUnie-fractie geven aan een onderbouwing te missen van de regering met betrekking tot een eventuele grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp en verzoeken de regering dit alsnog te motiveren.

De regering heeft een duidelijke voorkeur voor samenvoeging van de vier betrokken gemeenten op grond van het voorliggende wetsvoorstel. Op basis van gevoerde overleggen met de nieuw aangetreden gemeentebesturen op 7 februari 2011 is duidelijk geworden dat het breedst mogelijke bestuurlijke draagvlak bestaat voor een samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden. In dat geval acht de regering het noodzakelijk dat een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp plaatsvindt, omdat de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder van groot belang is voor de noodzakelijke versterking van de bestuurskracht van de gemeente Weesp. Als het plangebied Bloemendalerpolder geheel binnen de grenzen van de gemeente Weesp komt te liggen, wordt de gemeente Weesp in staat gesteld dit gebied als aantrekkelijk woon-, werk- en recreatiegebied te ontwikkelen en aldus een positieve impuls te geven aan de gemeente.

De aan het woord zijnde leden vragen hoe de politieke verhouding tussen voor- en tegenstanders in de betrokken gemeenteraden is.

De verhoudingen in de raden van de betrokken gemeenten met betrekking tot het voorliggende wetsvoorstel zijn als volgt. De gemeenteraad van Bussum (23 zetels) is unamiem tegen het voorstel. In de gemeenteraad van Naarden (17 zetels) kan het voorstel rekenen op steun van 4 raadsleden en steunen 13 raadsleden het voorstel niet. In de gemeenteraad van Muiden (13 zetels) kan het voorstel rekenen op steun van 9 raadsleden en steunen 4 raadsleden het voorstel niet. In de gemeenteraad van Weesp (17 zetels) kan het voorstel rekenen op steun van 13 raadsleden en steunen 4 raadsleden het voorstel niet. Hierbij moet worden aangetekend dat deze verhoudingen niet in alle gevallen zijn gebaseerd op stemmingen in de betrokken gemeenteraden, maar zijn afgeleid van de standpunten van de verschillende fracties.

Verder geven de aan het woord zijnde leden aan, dat de gemeente Bussum op de hoorzitting heeft aangegeven niet voor herindeling met de gemeente Muiden te zijn, met name vanwege de grote financiële risico’s. Hoe kijkt de minister hier tegenaan en wat is de precieze aard van die risico’s, en heeft de minister in dit licht ook overwogen om te kiezen voor een samenvoeging van Naarden en Bussum in nauwe samenwerking met Muiden, zo vragen deze leden.

De gemeente Muiden is verwikkeld in een juridische procedure, waarbij de hoogte van een eventuele financiële claim nog niet duidelijk is. De gemeente Muiden is beperkt financieel aansprakelijk gesteld door de rechtbank. De juridische procedure is door de private partij voortgezet en is derhalve nog niet afgerond. Een vaststelling van een financiële claim zal via een zogenoemde schadestaatprocedure moeten plaatsvinden. Via deze procedure moet de omvang van de schade inzichtelijk worden gemaakt en tevens aanwijsbaar zijn in hoeverre eventueel geleden schade geheel of gedeeltelijk het gevolg is van een tekortkoming van de gemeente Muiden.

Bij brief van 12 juni 2009 heeft het college van Bussum kenbaar gemaakt om door middel van intergemeentelijke samenwerking de geschetste problematiek te willen oplossen. Ik constateer dat een samenwerkingsconstructie waarbij sprake is van een eventuele fusie van de ambtelijke organisaties van de gemeenten Bussum en Muiden door het gemeentebestuur van Muiden van de hand is gewezen. De gemeentebesturen van Muiden, Naarden en Weesp voorstander van gemeentelijke herindeling als duurzame oplossing voor de versterking van de bestuurskracht en kan samenwerking als mogelijk alternatief voor herindeling derhalve niet rekenen op veel draagvlak onder de betrokken gemeentebesturen. Samenvoeging van de vier betrokken gemeenten heeft de voorkeur van de regering, maar op basis van de gevoerde gesprekken met de nieuw aangetreden gemeentebesturen heeft de regering geconcludeerd, dat het bestuurlijk draagvlak is gewijzigd na de gemeenteraadsverkiezingen van 24 november 2010. Het breedst mogelijke bestuurlijke draagvlak bestaat voor de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden en een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp, zoals toegelicht in mijn brief van 20 april 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 28 750, nr. 23).

4. Financiële aspecten

De leden van de PvdA-fractie vragen aan de regering om een zo realistisch mogelijke inschatting te maken van de mogelijke omvang van de financiële claim en dit af te zetten tegen de begroting van de nieuw te vormen gemeente. Deze leden vragen de regering verder welke mogelijkheden zij ziet om zich in te spannen voor een regeling waardoor het risico van deze claim niet bij de partnergemeenten van Muiden komt te liggen.

Het is niet mogelijk een inschatting van de claim te maken. Een vaststelling van een financiële claim zal via een zogeheten schadestaatprocedure moeten plaatsvinden. Via deze procedure moet de omvang van de schade inzichtelijk worden gemaakt en tevens moet aanwijsbaar zijn in hoeverre eventueel geleden schade geheel of gedeeltelijk het gevolg is van een tekortkoming van de gemeente Muiden.

De leden van de CDA-fractie lezen in de memorie van toelichting dat met name de precaire financiële situatie van de gemeente Muiden om een oplossing op korte termijn vraagt. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de financiële positie van de gemeente Muiden, zo vragen deze leden.

De financiële situatie van de gemeente Muiden wordt als zorgelijk beoordeeld. Dit terwijl de belastinginkomsten als relatief hoog beoordeeld moeten worden. Het tarief voor meerpersoonshuishoudens is in Muiden € 938,00, terwijl het gemiddelde tarief van de gemeenten in Noord-Holland € 687,00 bedraagt. Ondanks deze relatief hoge eigen inkomsten heeft de gemeente Muiden onvoldoende middelen om groot onderhoud uit te voeren. De begroting 2011 en de meerjarenraming zijn door de provincie Noord-Holland als materieel niet in evenwicht aangemerkt. De tekorten zijn niet onoverkomelijk, maar gelet op de beperkte mogelijkheden om gezien het reeds relatief hoge belastingniveau extra inkomsten te genereren en mede gelet op verdere rijksbezuinigingen, is er reden tot zorg over de financiële situatie van de gemeente Muiden.

De aan het woord zijnde leden vragen de minister om nader te onderbouwen en aan te geven welke gevolgen de samenvoeging heeft voor de uitkering uit het gemeentefonds. Graag zien deze leden ook een vergelijking met de financiële startpositie van de GV4-variant.

Indien de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp worden samengevoegd tot de nieuwe gemeente Naardermeer dan zal de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan deze gemeente € 61 380 000 bedragen (peildatum mei 2011). Dat bedrag is € 980 000 lager dan het bedrag dat de vier betrokken gemeenten in totaal zouden ontvangen uit het gemeentefonds als er geen sprake zou zijn van een samenvoeging. Deze (structurele) verlaging kan worden opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. De nieuwe gemeente zal bij herindeling per 1 januari 2013 een uitkering ontvangen op grond van de maatstaf herindeling van € 13 700 000. Dit bedrag wordt gespreid over de eerste vier jaren na de gemeentelijke herindeling betaald, waarbij in het eerste jaar 40% en in de drie volgende jaren telkens 20% tot betaling komt. Deze berekeningen zijn op basis van de gegevens uit de meicirculaire 2011.

Bij een samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden zal de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de nieuw gevormde gemeente € 45 000 000 bedragen (peildatum mei 2011). Dat bedrag is € 350 000 lager dan het bedrag dat de drie betrokken gemeenten in totaal zouden ontvangen uit het gemeentefonds als er geen sprake zou zijn van een samenvoeging. Deze (structurele) verlaging kan worden opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. De nieuwe gemeente zal bij herindeling per 1 januari 2013 een uitkering ontvangen op grond van de maatstaf herindeling van € 8 800 000. Dit bedrag wordt gespreid over de eerste vier jaren na de gemeentelijke herindeling betaald, waarbij in het eerste jaar 40% en in de drie volgende jaren telkens 20% tot betaling komt. Deze berekeningen zijn op basis van de gegevens uit de meicirculaire 2011.

De aan het woord zijnde leden vragen welke gevolgen de mogelijke toekenning van een financiële claim met betrekking tot de ontwikkeling van het KNSF-terrein heeft voor de financiële positie van de nieuwe gemeente.

Rechten en verplichtingen van gemeenten gaan bij een gemeentelijke herindeling over op de rechtsopvolger. In casu zou dat kunnen betekenen, dat de nieuw te vormen gemeente verantwoordelijk zal zijn voor de financiële claim waaraan deze leden refereren. Of, en welke gevolgen dat zou kunnen hebben voor de financiële positie van de nieuw te vormen gemeente is niet aan te geven, omdat de hoogte van de financiële claim en de afloop van de procedure thans niet duidelijk is.

Wat zijn de huidige uitgaven van de gemeente Muiden op het gebied van extern personeel en welk percentage is dit van de uitkering uit het gemeentefonds voor de gemeente Muiden, zo vragen de aan het woord zijnde leden.

De uitgaven voor extern personeel van de gemeente Muiden bedroegen voor het jaar 2010 in totaal € 508 000,00. De uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente Muiden in 2010 was € 5 084 000,00. Het percentage dat in 2010 is uitgegeven voor extern personeel is derhalve 10%. Uitgedrukt als percentage van de uitgaven in 2010 voor het vaste personeel (46 fte) van € 2 286 000,00, bedroegen de uitgaven voor extern personeel ruim het dubbele (22%).

De leden van de SP-fractie geven aan in de second opinion te hebben gelezen dat «fusiekosten de financiële toekomst van een fusiegemeente zwaar kunnen belasten. De fusiekosten nemen toe wanneer er sprake is van een grootschalige variant, wanneer er voor de fusie geen breed draagvlak is, en wanneer de voorbereidende implementatie mede door gebrek aan consensus laat op gang komt. Deze leden nodigen de minister uit hierop inhoudelijk te reageren.

Het is aannemelijk dat frictiekosten, dat zijn kosten die direct verband houden met een gemeentelijke herindeling, hoger zullen zijn als de noodzakelijke voorbereidingen in een kortere tijdsspanne moeten worden verricht en als gevolg daarvan een groter beroep moet worden gedaan door betrokken gemeenten op externe expertise. Bij een samenvoeging van gemeenten ontvangt een nieuw gevormde gemeente een tijdelijke uitkering uit het gemeentefonds op basis van de maatstaf herindeling waaruit frictiekosten kunnen worden bekostigd.

De leden van de SGP-fractie geven aan in de toelichting op het wetsvoorstel te hebben gelezen dat de financiële situatie van de gemeente Weesp matig is. Kan worden toegelicht hoe in het herziene voorstel van de minister die financiële situatie wordt, zo vragen deze leden.

De financiële positie van de gemeente Weesp kan worden versterkt in het geval deze gemeente de ontwikkeling van het plangebied Bloemendalerpolder integraal ter hand kan nemen. De grootste ontwikkellocatie is de Bloemendalerpolder/KNSF-terrein waar nieuwbouwwoningen en kantoor- en bedrijfsruimte zouden kunnen worden gerealiseerd, in combinatie met de inpassing van de verbreding van de A1 (zogeheten grijze ontwikkeling). In dit gebied moet ook groen/blauwe ontwikkeling plaatsvinden. Over de exacte consequenties voor de financiële positie van de gemeente Weesp kunnen in dit stadium geen uitspraken worden gedaan, omdat dit mede afhangt van het tempo waarin de zogeheten rode, groene en grijze opgaven in het gebied worden gerealiseerd en daarnaast exogene factoren van invloed zijn, zoals marktontwikkelingen wat betreft de bouw van woningen, kantoren en bedrijfsruimten.

5. Overige aspecten

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering nog een aanpassing van het wetsvoorstel overweegt ten aanzien van de zittingstermijn van de raden. Indien de Staten-Generaal dit wetsvoorstel of een variant daarop aannemen, dan is de datum van inwerkingtreding hoogstwaarschijnlijk 1 januari 2013. Wat betekent dit voor de zittingstermijn van de raden, zo vragen deze leden.

In het geval de herindeling van de vier betrokken gemeenten op grond van het voorliggende wetsvoorstel plaatsvindt op 1 januari 2013, betekent dit allereerst dat op grond van de Wet arhi tussentijdse verkiezingen voor de gemeenteraad van de nieuw te vormen gemeente moeten worden gehouden, die dan in november of december 2012 plaatsvinden. Omdat in dat geval de zittingsduur van de gemeenteraad van de op 1 januari 2013 gevormde nieuwe gemeente tot aan de reguliere gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 slechts 15 maanden zou bedragen, is in artikel 5, derde lid, van het voorliggende voorstel bepaald dat voor de nieuwe gemeente de reguliere gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 worden uitgesteld tot de eerstvolgende reguliere verkiezingen van maart 2018. De zittingsduur van de gemeenteraad van de nieuw te vormen gemeente wordt aldus verlengd tot vijf jaren en drie maanden (januari 2013–maart 2018).

Indien sprake is van een wijziging van het wetsvoorstel in die zin, dat de gemeente Weesp geen onderdeel meer uitmaakt van de beoogde herindeling per 1 januari 2013, dan geldt in dat geval voor de gemeente Weesp dat de reguliere gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 niet worden uitgesteld.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner