Gepubliceerd: 1 oktober 2010
Indiener(s): Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA)
Onderwerpen: beroepsonderwijs hoger onderwijs onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32263-13.html
ID: 32263-13

Nr. 13 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2010

Op 9 september is in uw Kamer een wetsvoorstel behandeld tot wijziging van de Wet studiefinanciering en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Kamerstuk 32 263).

Door het lid van uw Kamer Van der Ham is bij de behandeling van dit wetsvoorstel een motie ingediend over het Rubicon-programma (32 263, nr. 10). Ik heb daarbij aangegeven de motie, wanneer deze zou worden aangenomen, te zullen uitvoeren door aan NWO nadere informatie te vragen over de doelgroep van het programma en vervolgens de Kamer hierover te informeren. Naar aanleiding hiervan merk ik het volgende op.

Het NWO-Rubiconprogramma is niet bedoeld voor studenten maar het is een persoonsgebonden subsidie om jonge veelbelovende onderzoekers ná de promotie ervaring te laten opdoen door een verblijf van maximaal twee jaar aan een buitenlandse of een Nederlandse kennisinstelling. De aanvraag mag al worden ingediend op het moment dat het manuscript voor het proefschrift is goedgekeurd. Hierdoor is het mogelijk de Rubicon-periode te laten aansluiten op de aio-periode. Er is voor deze doelgroep gekozen omdat Rubicon daarmee de periode opvult tussen de promotie en het moment dat jonge onderzoekers in aanmerking komen voor een subsidie uit de Vernieuwingsimpuls. De Vernieuwingsimpuls (VENI-ronde) is namelijk alleen toegankelijk voor reeds gepromoveerden. In veel gevallen is de periode tussen het afronden van de promotie, het indienen van een aanvraag in de Vernieuwingsimpuls en de toekenning (in de Vernieuwingsimpuls is dit zes maanden na de deadline voor indiening) erg lang.

NWO-programma’s staan internationaal open waardoor ook buitenlandse onderzoekers kunnen deelnemen aan de competitie voor onderzoeksfinanciering in Nederland. Voor Rubicon geldt dat om mobiliteit te bevorderen kandidaten hun onderzoek alleen mogen uitvoeren aan een andere instelling dan waar ze afgestudeerd en/of gepromoveerd zijn. Nederlandse kandidaten die al in het buitenland werken kunnen ook in aanmerking komen voor Rubicon-subsidie in Nederland, mits ze voldoen aan de mobiliteitseis (niet aan dezelfde instelling doorgaan). Voor een Rubicon-periode in het buitenland gelden als voorwaarden:

a) dat de kandidaten in Nederland afgestudeerd en/of gepromoveerd zijn en b) dat als ze afgestudeerd of gepromoveerd zijn in het buitenland, ze niet in aanmerking komen voor een Rubicon-subsidie in dat land. Er moet dus altijd een link zijn met de wetenschap in Nederland. Voor onderzoekers die geen link hebben met Nederland bestaan er andere programma’s bij de zusterorganisaties van NWO in andere landen en bij de Europese organisatie ERC (European Research Council).

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart