Ontvangen 22 maart 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 01, eerste punt, wordt «d tot en met h» vervangen door: c tot en met g.
2. In onderdeel 01, tweede punt, wordt in de aanhef de zinsnede «drie nieuwe onderdelen» vervangen door: twee nieuwe onderdelen.
3. In onderdeel 01, tweede punt, worden onderdeel b en c vervangen door:
b. een waarschuwing, berisping of geldboete, als bedoeld in artikel 48, eerste lid, die een ingeschrevene is opgelegd, inclusief de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent, voor zover het tuchtcollege op grond van artikel 48, tiende lid, tot het plaatsen van een aantekening heeft besloten, alsmede de duur van de plaatsing in het register waartoe het college heeft besloten;.
4. In onderdeel 01, derde punt, wordt «onderdeel h» vervangen door «onderdeel g», wordt «onder e bedoelde voorwaarden» vervangen door «onder d bedoelde voorwaarden» en wordt «de onder f bedoelde ontzetting» vervangen door: de onder e bedoelde ontzetting.
5. In onderdeel 2 vervalt in het derde lid, onder b, de zinsnede «de berisping, de geldboete».
6. In onderdeel 3 wordt in het vijfde lid de zinsnede «onderdeel b tot en met h» vervangen door: onderdeel d tot en met g.
II
Artikel I, onderdeel FA, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1, onder a, wordt «geletterd tot e tot en met h» vervangen door: geletterd tot c tot en met g.
2. In onderdeel 1 wordt onder a «geletterd tot e tot en met g» vervangen door: d tot en met g.
3. In onderdeel 1 wordt onder b in de aanhef «drie» vervangen door «twee» en worden onderdeel c en d vervangen door:
c. of een waarschuwing, berisping of geldboete, als bedoeld in artikel 48, eerste lid, aan de ingeschrevene is opgelegd, met, zo dit het geval is, de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent, mits het tuchtcollege op grond van artikel 48, tiende lid, tot het plaatsen van een aantekening heeft besloten, alsmede de duur van de plaatsing in het register waartoe het college heeft besloten;.
III
Aan artikel I worden na onderdeel O twee onderdelen toegevoegd, luidende:
P
Aan artikel 48 wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Indien redenen aan het algemeen belang ontleend dit vorderen, kan het college bij het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid onder a tot en met c, besluiten tot aantekening van de maatregel, met de gronden waarop hij rust, in het register. Indien toepassing wordt gegeven aan de vorige volzin, bepaald het college tevens de duur van plaatsing in het register, met dien verstande dat deze niet meer kan bedragen dan twee jaren. De aantekening vindt niet plaats dan nadat de maatregel onherroepelijk is geworden en wordt na verloop van de periode, bedoeld in de vorige volzin, uit het register verwijderd.
Q
Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot de onderdelen d tot en met f, een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. Onze Minister;
2. Het cijfer 1. voor het eerste lid vervalt.
3. Het tweede lid vervalt.
Via deze wetswijziging krijgt de tuchtrechter de mogelijkheid te besluiten dat uitspraken die op zich geen beroepsbeperkende gevolgen hebben, toch openbaar worden gemaakt, indien het algemeen belang dat vergt. Openbaarmaking geschiedt voor een door de tuchtrechter te bepalen periode van maximaal twee jaar, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.
Voorts kan de tuchtrechter bepalen dat een afschrift van de uitspraak wordt verzonden naar de werkgever van de betrokkene, de instelling waar de betrokkene zijn beroep uitoefent op grond van een andere overeenkomst dan een arbeidsovereenkomst (bijv. een toelatingsovereenkomst) dan wel een ander werkverband waarbinnen de betrokkene werkzaam is (bijv. de leden van de maatschap). Hiertoe dient art. 5 van het Registratiebesluit Wet BIG overeenkomstig te worden aangepast.
Uitslag