Ontvangen 1 november 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 01, tweede punt, wordt in de aanhef de zinsnede «wordt een nieuw onderdeel» vervangen door: worden twee nieuwe onderdelen.
2. In onderdeel 01, tweede punt, wordt na onderdeel a een onderdeel toegevoegd, luidende:
aa. de berisping, waarschuwing of geldboete, bedoeld in artikel 48, die een ingeschrevene is opgelegd, inclusief de beslissing en de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent;.
3. In onderdeel 01 wordt na het tweede punt een punt ingevoegd, luidende:
2a. In onderdeel b (nieuw) wordt na «inschrijving» een zinsnede ingevoegd, luidende: , inclusief de beslissing en de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent.
4. In onderdeel 3 wordt in de aanhef de zinsnede «wordt een lid» vervangen door: worden twee leden.
5. In onderdeel 3 wordt, na het vierde lid, een lid toegevoegd, luidende:
5. Een aantekening als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt niet uit het register verwijderd totdat de inschrijving van de ingeschrevene op wie de aantekening betrekking heeft, wordt doorgehaald.
II
Artikel I, onderdeel FA, komt als volgt te luiden:
FA
Artikel 12, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel b wordt, onder verlettering van de onderdelen c tot en met d tot de onderdelen d tot en met e, een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. of een berisping, waarschuwing of geldboete, bedoeld in artikel 48, aan de ingeschrevene is opgelegd, met, zo dit het geval is, de beslissing en de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent;.
2. Na onderdeel c (nieuw) wordt, onder verlettering van de onderdelen d (nieuw) en e (nieuw) tot de onderdelen e onderdeel f, een onderdeel ingevoegd, luidende:
d. of ten aanzien van een ingeschrevene een bevel, inhoudende een beperking van de bevoegdheid in het register ingeschrevene staande het betrokken beroep uit te oefenen, van kracht is, met, zo dit het geval is, een omschrijving van de inhoud van het bevel;.
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat berispingen, waarschuwingen en geldboeten die aan een ingeschrevene van het register door een regionaal of centraal tuchtcollege worden opgelegd, aangetekend worden in het register. Tevens wordt bewerkstelligd dat alle aantekeningen als bedoeld in het eerste en tweede lid, in het register geplaatst blijven totdat de inschrijving van de ingeschrevene op wie de aantekening betrekking heeft, wordt doorgehaald.
In artikel 11 van de wet is reeds geregeld dat de Minister zorg draagt voor openbare kennisgeving van hetgeen op grond van artikel 9 in het register is aangetekend en vermeld. Ten behoeve van mededelingen wordt in dit amendement geregeld dat aan een ieder die dat verlangd, zal worden medegedeeld of een berisping, waarschuwing of geldboete, bedoeld in artikel 48, aan de ingeschrevene is opgelegd. Indien dit het geval is zullen ook de beslissing en de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent worden medegedeeld.
Met dit amendement wordt het inzichtelijker gemaakt welke ingeschrevenen wel, en welke niet tuchtrechtelijke berispingen, waarschuwingen en boeten opgelegd hebben gekregen.
Van Gerven