Dit voorstel betreft de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik. De naamgeving van de nieuw te vormen gemeente is Medemblik. De naam is door de gemeenten zelf aangereikt. Hierbij kan worden aangetekend dat gemeenten op grond van artikel 158 van de Gemeentewet de bevoegdheid hebben hun naam te wijzigen.
Met dit voorstel wordt het herindelingsadvies van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik ongewijzigd overgenomen. Het herindelingsadvies past goed binnen de uitgangspunten van het ten tijde gevoerde arhi-procedure vigerende Beleidskader gemeentelijke herindeling (Kamerstukken II, 2002/03, 28 750, nr. 1) en de afspraken in het coalitieakkoord. Het herindelingsadvies past tevens in het vernieuwde Beleidskader gemeentelijke herindeling dat het kabinet heeft vastgesteld op 3 april 2009 en dat aan de Tweede Kamer is aangeboden (Kamerstukken II, 2008/09, 28 750, nr. 5).
Gedeputeerde staten van Noord-Holland hebben een positieve zienswijze gegeven op het herindelingsadvies. Het herindelingsadvies kan rekenen op breed bestuurlijk draagvlak en voldoende, maar niet unaniem, draagvlak bij omliggende gemeenten.
De nieuw te vormen gemeente zal bijna 42 000 inwoners hebben op een gebied van ruim 25 000 ha (waarvan 13 000 ha water). Met de samenvoeging van de huidige gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik ontstaat een nieuwe bestuurskrachtige en tevens duurzame gemeente met een duidelijke eigen identiteit, met een samenhangende landschappelijke structuur, een vitaal gemeenschapsleven en een sterkere en diverse economische structuur. Voorts draagt de vorming van de nieuwe gemeente bij aan evenwichtiger bestuurlijke verhoudingen in de regio West-Friesland.
2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
De discussie over gemeentelijke schaalvergroting in de regio West-Friesland gaat terug tot 1994, nadat eind jaren zeventig van de vorige eeuw verschillende gemeenten in West-Friesland zijn samengevoegd. Dit proces begon met het zogeheten Drechterlands Beraad. Eind 1997 is in regionaal verband opdracht gegeven tot een extern onderzoek naar de gewenste bestuurlijke schaal van de West-Friese gemeenten, inclusief de Wieringermeer. In eerste aanleg kozen de gemeentebesturen van Medemblik en Noorder-Koggenland voor een samenvoeging met de gemeenten Wervershoof en Andijk. In 2002 trok het gemeentebestuur van Wervershoof zich terug uit het herindelingsproces en was deze combinatie niet langer te realiseren. Door de gemeentebesturen van Wognum, Medemblik en Noorder-Koggenland is vervolgens de mogelijkheid van samenvoeging onderzocht. Dit heeft geresulteerd in een fusie van deze gemeenten per 1 januari 2007 tot de nieuwe gemeente Medemblik met 28 000 inwoners, waarbij de mogelijkheid om in de toekomst verder op te schalen nadrukkelijk werd opengelaten.
Na een korte periode waarin de gemeenten Wervershoof en Andijk het concept van «versterkt zelfstandig» hebben uitgewerkt, kwamen de beide gemeentebesturen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat, gelet op de taken de op de gemeenten afkwamen, schaalvergroting op termijn onontkoombaar was. Direct na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 en nog voor de beoogde fusiedatum van de gemeenten Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum tot de nieuwe gemeente Medemblik, is opnieuw gesproken over de mogelijkheid van een vrijwillige herindeling tussen de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik. Dit resulteerde in december 2006 in een besluit van de gemeenteraad van Wervershoof om schaalvergroting na te streven. Ook het gemeentebestuur van Andijk gaf aan schaalvergroting na te streven, maar wenste zich nog niet definitief vast te leggen op een keuze voor de gemeenten Wervershoof en Medemblik als enige fusiepartners.
In oktober 2007 hebben de gemeenteraden van de drie betrokken gemeenten de intentie tot samenvoeging uitgesproken met als gewenste herindelingsdatum 1 januari 2010. In de periode december 2007 – februari 2008 heeft verder overleg plaats gehad over de inhoudelijke visie op de nieuw te vormen gemeente. De resultaten hiervan zijn neergelegd in de «Beleidsuitgangspunten voor de nieuwe gemeente WAM» (Wervershoof, Andijk en Medemblik) dat in april 2008 is vastgesteld.
2.2 Totstandkoming herindelingsadvies
De gemeenteraden van de betrokken gemeenten hebben op 22 maart 2008 het herindelingsontwerp unaniem vastgesteld. Vervolgens heeft het ontwerp gedurende acht weken ter inzage gelegen. Op het herindelingsontwerp zijn twee negatieve zienswijzen van inwoners van Andijk gekomen, waarbij het zienswijzen betreft die ieder gesteund worden door verschillende burgers. Het herindelingsontwerp is tevens toegezonden aan alle buurgemeenten van de drie gemeenten. Op het herindelingsontwerp zijn in mei 2008 afwijzende zienswijzen ingediend door de gemeenteraden van Hoorn, Stede Broec en Enkhuizen. De kern van de ingediende bezwaren was dat de beoogde fusie van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik alternatieve mogelijkheden van schaalvergroting voor de overige West-Friese gemeenten (te) sterk zou beperken bij afwezigheid van een bestuurlijke visie op de gehele regio West-Friesland. Daarnaast sprak de gemeenteraad van Wieringermeer in zijn zienswijze de intentie uit voor een vrijwillige herindeling per 1 januari 2011 met de gemeente Medemblik als één van de mogelijk beoogde fusiepartners.
De drie betrokken gemeenten hebben gereageerd op de zienswijzen van Enkhuizen, Stede Broec en Hoorn waarin de motieven voor deze vrijwillige samenvoeging nog eens uiteengezet zijn gezet. Op 25 juni 2008 hebben de betrokken gemeenteraden het herindelingsadvies vastgesteld.
2.3 Regionale visie bestuurlijke organisatie West-Friesland
Naar aanleiding van de afwijzende zienswijzen van Hoorn, Stede Broec en Enkhuizen hebben gedeputeerde staten op 14 oktober 2008 besloten het herindelingsadvies aan te houden en eerst in overleg met de negen West-Friese gemeenten een regionale visie op de bestuurlijke organisatie van West-Friesland te ontwikkelen. Dit besluit is door gedeputeerde staten genomen op grond van de overweging dat er een inhoudelijk kader ontbrak om het herindelingadvies af te wegen tegen de zienswijzen (en de daarin eventueel aangegeven alternatieven) van Hoorn, Stede Broec en Enkhuizen. Deze procedure moet tevens worden bezien tegen de achtergrond van een schriftelijk verzoek op 24 november 2006 van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het provinciebestuur van Noord-Holland om meer regie te voeren op herindelingsprocedures, waarmee gevolg is gegeven aan een eerdere toezegging op 15 juni 2006 aan de Tweede Kamer.1 Tegelijkertijd hebben gedeputeerde staten om procedurele overwegingen besloten een provinciale arhi-procedure te starten voor de regio West-Friesland. Met deze procedure hebben gedeputeerde staten willen verzekeren dat de regionale visieontwikkeling geen vertraging zou opleveren voor de beoogde fusiedatum van 1 januari 2011.
In de op 13 januari 2009 vastgestelde «Concept visie bestuurlijke organisatie West-Friesland» geven gedeputeerde staten een analyse van de problemen die gemeenten in deze regio ondervinden. Dit betreft enerzijds problemen met de slagkracht van de organisatie en anderzijds een gebrek aan effectiviteit van de regionale samenwerking. De gemeenten Andijk (en in mindere mate Wervershoof en Enkhuizen) geven aan dat de huidige schaal voor de langere periode (te) beperkt is, waarbij voor Andijk tevens sprake is van een financieel zwakke positie. Op basis van deze probleemanalyse geven gedeputeerde staten aan dat gemeentelijke herindeling in West-Friesland kan bijdragen aan meer robuuste en bestuurskrachtige gemeenten die minder kwetsbaar zijn voor het uitvoeren van hun (boven)lokale taken. Bovendien schept bestuurlijke opschaling betere randvoorwaarden voor een meer effectieve, doelmatige en transparante regionale samenwerking; vanwege een afnemende bestuurlijke drukte kan meer vanuit bestuurlijke samenhang worden gestuurd op regionale ontwikkelingen. Dit standpunt werken gedeputeerde staten uit in een regionaal eindbeeld, dat is gebaseerd op een onderscheid tussen een verstedelijkt en een landelijk deel van West-Friesland waarbij voor elk deel maximaal twee gemeenten (in totaal vier) ontstaan. Het landelijk deel bestaat uit de gemeenten Koggenland, Opmeer, Medemblik, Andijk en Wervershoof, het verstedelijkt deel wordt gevormd door de gemeenten Hoorn, Enkhuizen en Stede Broec. De fusie van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik kan een van de twee landelijke gemeenten opleveren, zo geven gedeputeerde staten aan.
De concept regiovisie van gedeputeerde staten is vervolgens aan de negen West-Friese gemeenten voor een reactie voorgelegd. De negen gemeenten hebben verdeeld gereageerd op de concept regiovisie. De gemeenteraden van Wervershoof, Andijk, Medemblik en Hoorn onderschrijven de concept regiovisie, met dien verstande dat de gemeenteraad van Hoorn voorstander is van een fusie van Hoorn met de gemeenten Drechterland, Enkhuizen en Stede Broec als enige te vormen gemeente voor het stedelijk deel van de regio. De gemeenteraden van Enkhuizen, Stede Broec en Drechterland onderschrijven het regionale eindbeeld niet. De gemeenteraad van Enkhuizen heeft daarbij een voorkeur uitgesproken voor een fusie van Enkhuizen, Andijk en Stede Broec als minimumvariant. Door de gemeenteraad van Opmeer zijn kritische kanttekeningen geplaatst bij de concept regiovisie, terwijl de gemeenteraad van Koggenland geen uitspraken heeft gedaan over de concept regiovisie.
Naar aanleiding van deze reacties hebben gedeputeerde staten geen aanleiding gezien hun eerdere standpunt te herzien, met dien verstande dat de reacties wel tot verschillende aanpassingen in de tekst van de regiovisie hebben geleid. Ten aanzien van de alternatieve variant van Enkhuizen constateren gedeputeerde staten dat er geen bestuurlijk draagvlak bestaat voor een fusie tussen Enkhuizen, Andijk en Stede Broec. Vervolgens hebben gedeputeerde staten de definitieve regiovisie voor de bestuurlijke organisatie van West-Friesland op 7 april 2009 vastgesteld. Met het vaststellen van de regiovisie en de positieve zienswijze op het herindelingsadvies van Wervershoof, Andijk en Medemblik hebben gedeputeerde staten de op 14 oktober 2008 gestarte provinciale Arhi-procedure tot vaststelling van de regiovisie voor de negen West-Friese gemeenten beëindigd.
3. Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling en het coalitieakkoord
Op 3 april 2009 heeft het kabinet het vernieuwde Beleidskader gemeentelijke herindeling vastgesteld. In dit Beleidskader zijn de afspraken uit het coalitieakkoord over gemeentelijke herindeling nader uitgewerkt. De gemeente is als eerste aan zet om maatregelen te nemen om de bestuurskracht te vergroten, indien deze tekortschiet.
Het kabinet toetst de herindelingsvoorstellen primair op het gevoerde proces. In het Beleidskader gemeentelijke herindeling zijn procesmatige criteria opgenomen om invulling te geven aan deze toetsende rol. Voor dit voorstel is de beoordeling van het gevoerde proces van belang evenals de toets aan de volgende criteria: draagvlak, bestuurskracht, duurzaamheid, interne samenhang en regionale samenhang en evenwicht.
Draagvlak is een centraal begrip bij gemeentelijke herindeling. Het streven dient bij herindelingsprocessen gericht te zijn op het bereiken van een zo groot mogelijk draagvlak. In het Beleidskader gemeentelijke herindeling wordt een onderscheid gemaakt tussen bestuurlijk draagvlak, maatschappelijk draagvlak en regionaal draagvlak. Bij het beoordelen van het draagvlak dient de provincie uit te gaan van het lokaal bestuurlijke en het regionale draagvlak. Het is de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur in een representatieve democratie om te investeren in het maatschappelijk draagvlak, maar tevens ook om lokale opvattingen en belangen tegen elkaar af te wegen.
De voorgenomen samenvoeging van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik kan rekenen op een breed bestuurlijk draagvlak. Ik constateer dat op basis van het feit dat het herindelingsontwerp unaniem en het herindelingsadvies nagenoeg unaniem door de betrokken gemeenteraden is vastgesteld.
De betrokken gemeenten zijn feitelijk al vanaf 2001 met elkaar, met debevolking en maatschappelijke organisaties in gesprek over versterking van de (boven)lokale bestuurskracht. Ter voorbereiding van de bestuurlijke besluitvorming zijn inwoners en maatschappelijke organisaties op verschillende manieren op de hoogte gesteld van en betrokken geweest bij het proces door middel van informatiebijeenkomsten, hoorzittingen, raadsdebatten en voorlichting via een gezamenlijke website en fusiekrant.
Naast de betrokkenheid van de inwoners en maatschappelijke organisaties bij de standpuntbepaling van het gemeentebestuur, heeft het herindelingsontwerp ook ter inzage gelegen. Op het herindelingsontwerp zijn, zoals aangegeven, twee negatieve zienswijzen van inwoners van Andijk gekomen, die elk worden ondersteund door verschillende burgers. De zienswijzen hebben betrekking op een (verondersteld) gebrek aan maatschappelijk draagvlak voor deze herindeling waarbij tevens een voorkeur wordt uitgesproken voor behoud van zelfstandigheid van Andijk en samenwerking op ambtelijk niveau. In het herindelingsadvies geven de betrokken gemeenten aan dat uit de informatiebijeenkomsten met de inwoners van Wervershoof, Andijk en Medemblik is gebleken dat er maatschappelijk s voor het voorstel. Daarnaast wijzen de gemeenten op de wisselende ervaringen in het land met ambtelijke samenwerking alsook op het feit dat de gemeente Andijk in de afgelopen jaren heeft gefunctioneerd vanuit de visie van «versterkt zelfstandig».
Op basis daarvan is het gemeentebestuur van Andijk tot de conclusie gekomen dat schaalvergroting de beste oplossing is om zijn taken ook in de toekomst goed uit te kunnen voeren.
Het gemeentebestuur van Stede Broec heeft zijn aanvankelijke negatieve zienswijze tegen het herindelingsontwerp ingetrokken, terwijl het gemeentebestuur van Enkhuizen bij zijn afwijzende standpunt is gebleven. In hun zienswijze geven gedeputeerde staten aan dat de negatieve zienswijze van het gemeentebestuur van Hoorn de facto als ingetrokken wordt beschouwd. Dit omdat het gemeentebestuur van Hoorn de regiovisie heeft onderschreven en zich heeft uitgesproken voor een samenvoeging met de gemeenten Drechterland, Enkhuizen en Stede Broec, wat geen belemmeringen opwerpt voor het onderhavige voorstel. Bij brief van 16 april 2009 wijzen burgemeester en wethouders van Hoorn er echter op dat het gemeentebestuur van Hoorn zijn eerder gegeven zienswijze niet heeft ingetrokken en de betreffende passages in de zienswijze van gedeputeerde staten geen recht doen aan de feitelijke situatie.
Gedeputeerde staten geven in hun zienswijze aan dat de bezwaren van het gemeentebestuur van Enkhuizen (en naar nu blijkt ook die van de gemeente Hoorn), niet opwegen tegen het (regionaal) belang van de samenvoeging van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik. De vrijwillige fusie van deze gemeenten past volgens gedeputeerde staten «naadloos» binnen het regionale eindbeeld, zoals vastgelegd in de regiovisie. Voor de gemeenten die een negatieve zienswijze op het herindelingsontwerp hebben ingediend blijven volgens gedeputeerde staten voldoende opties open. Bovendien geven gedeputeerde staten aan deze opties wenselijker te vinden dan een fusie met een of meer van de gemeenten die onderwerp zijn van dit voorstel. Voorts geven gedeputeerde staten een positief oordeel over de bijdrage die de nieuw te vormen gemeente, in overleg met de gemeente Hoorn, wil leveren aan versterking van de centrumfunctie van Hoorn en daarmee aan versterking van de regio.
Ik heb begrip voor de bovengenoemde afweging van gedeputeerde staten. De omliggende gemeenten zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven en eventuele alternatieven aan te dragen voor de voorgenomen fusie van de drie betrokken gemeenten. Als gevolg daarvan hebben gedeputeerde staten een additionele procedure gevolgd ter vaststelling van een regionale visie op de bestuurlijke organisatie van West-Friesland met betrokkenheid van de negen gemeenten. Ik ben mij er van bewust dat er ten aanzien van de regiovisie van gedeputeerde staten sprake is van verdeeld gemeentelijk draagvlak. Ik constateer echter dat gedeputeerde staten op grond van hun eigen afweging tot de conclusie zijn gekomen dat samenvoeging van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik zeer goed past binnen de regionale visie. Een dergelijke inhoudelijke afweging door het provinciebestuur is conform de bestuurlijke rolverdeling, zoals deze is beschreven in het Beleidskader gemeentelijke herindeling. Gedeputeerde staten hebben daarbij afdoende aangegeven dat er geen bestuurlijk draagvlak bestaat voor de door het gemeentebestuur van Enkhuizen genoemde alternatieve variant van een fusie van de gemeenten Enkhuizen, Andijk en Stede Broec.
Het kabinet hanteert procesmatige criteria waaraan de wijze waarop aandacht is besteed aan de bestuurskracht in een herindelingsadvies wordt getoetst. Het kabinet toetst op basis van het Beleidskader gemeentelijke herindeling of een herindelingsadvies een inschatting bevat van de bestuurskracht van de nieuw te vormen gemeente. Het totale oordeel hierover dient positief te zijn. Ook dient in het herindelingsadvies te zijn aangegeven in welke mate de bestuurskracht een rol heeft gespeeld.
Versterking van de bestuurskracht is een belangrijke drijfveer geweest voor het proces dat uiteindelijk heeft geresulteerd in het herindelingsvoorstel. Gedeputeerde staten geven in hun zienswijze aan dat de gemeente Andijk (en in mindere mate Wervershoof) in toenemende mate problemen hebben om hun taken goed te vervullen. Van de nieuw te vormen gemeente wordt verwacht dat de bestuurskracht groter zal zijn dan die van de drie afzonderlijke gemeenten. Door de vorming van de nieuwe gemeente zal zij, zo geven de betrokken gemeenten aan in het herindelingsadvies, beter in staat zijn de sterke kanten van de huidige gemeenten te benutten en verder te ontwikkelen op terreinen als economie, woningbouw, (water)recreatie, natuur en landschap. Tevens biedt de nieuw te vormen gemeente een betere bescherming voor en mogelijkheden tot versterking van de leefbaarheid in de onderscheidenlijke dorpen en kernen. Tot slot, zo geven de gemeenten aan, wordt door de fusie de ambtelijke organisatie versterkt en kan de dienstverlening beter en efficiënter worden georganiseerd.
Getoetst wordt of een herindelingsadvies een inschatting bevat van de duurzaamheid van de nieuw te vormen gemeente mede in relatie tot de regionale omgeving van de nieuw te vormen gemeente. Het totale oordeel hierover dient positief te zijn.
Met het voorstel wordt in een duurzame oplossing voorzien voor de betrokken gemeenten, die zich in twee fasen voltrekt. De eerste fase kreeg haar beslag met de samenvoeging van de gemeenten Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum tot de huidige gemeente Medemblik per 1 januari 2007. De tweede fase krijgt haar gevolg met dit voorstel. Gedeputeerde staten geven in hun zienswijze aan dat de vorming van de huidige gemeente Medemblik onvoldoende duurzaam is geweest. Daarbij past de aantekening dat de gemeente Medemblik destijds al de ambitie had om een grotere schaal te bereiken dan met de fusie met Noorder-Koggenland en Wognum mogelijk was en met oog daarop de gemeenten Andijk en Wervershoof in beeld waren. De besluitvorming door de gemeenteraden van Andijk en Wervershoof was in die fase echter nog niet voldoende uitgekristalliseerd en bovendien was de voorgenomen fusie van Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum al in een te ver gevorderd stadium.
In het Beleidskader gemeentelijke herindeling wordt aangegeven dat herindelingen een duurzaam karakter moeten hebben, waarbij heringedeelde gemeenten niet te snel weer in een herindelingsdicussie en een mogelijk fusieproces moeten worden betrokken. De huidige gemeente Medemblik is ruim twee jaar geleden ontstaan als gevolg van een herindeling. Dat is betrekkelijk kort geleden. Echter, gelet op de aanleiding en voorgeschiedenis van dit voorstel, het vrijwillige karakter van de fusie en de als noodzakelijk ervaren versterking van de bestuurskracht van Andijk (en in mindere mate Wervershoof), heb ik begrip voor de keuze van de betrokken gemeenten om met elkaar te willen fuseren per 1 januari 2011. Van de nieuw te vormen gemeente kan worden verwacht dat zij goed is toegerust voor een langere periode en beter in staat zal zijn haar (boven)lokale opgaven en taken te vervullen. De financiële scan, die door de provincie is uitgevoerd, bevestigt deze verwachting (zie paragraaf 4).
Het kabinet toetst of een herindelingsadvies een beschrijving bevat van de mate van interne samenhang van de nieuw te vormen gemeente. In het bijzonder bij meerkernige gemeenten is het van belang dat de betrokken gemeenten aandacht hebben en houden voor de identiteit en leefbaarheid in dorpen en kernen.
De gemeenten Wervershoof (8 500 inwoners), Andijk (6 600 inwoners) en Medemblik (26 500 inwoners) behoren tot de Noord-Hollandse regio West-Friesland en zijn alle drie gelegen aan het IJsselmeer. De drie gemeenten vertonen veel overeenkomsten; zij worden gekenmerkt door de vele – vaak langgerekte – dorpen en kernen. Behoud en versterking van deze gemeenschappelijke kenmerken zijn steeds een belangrijke dreefveer, naast de als noodzakelijk ervaren versterking van de bestuurskracht, geweest voor het uiteindelijke voornemen tot een vrijwillige fusie. De nieuw te vormen gemeente zal 17 dorpen en kernen omvatten. De aandacht voor de identiteit van en een laagdrempelige en goede dienstverlening voor de onderscheidenlijke dorpen en kernen is een belangrijk kenmerk van de betrokken gemeenten. In de Beleidsuitgangspunten voor de nieuwe gemeente wordt aangegeven dat ook in de toekomst wordt geïnvesteerd in de betrokkenheid van inwoners bij het gemeentelijke beleid, onder meer door het actief voeren van een kleine kernenbeleid, de introductie van het burgerinitiatief, aandacht voor de eigenheid van de kernen en een actieve rol voor de dorpsraden. In Andijk, Medemblik en Wervershoof wordt een loketfunctie voor publiekszaken gerealiseerd, vooral ook voor de doelgroep ouderen. Tot besluit hebben de betrokken gemeenten een gemeenschappelijke visie uitgewerkt voor de nieuwe gemeente voor de overige beleidsterreinen.
Ik constateer, gelet op de gemeenschappelijke kenmerken, ambities en opgaven van de betrokken gemeenten dat de nieuw te vormen gemeente voldoende interne samenhang zal vertonen. Daar binnen past een gemeenschappelijke ambitie van de betrokken gemeentebesturen om tevens de eigen identiteit en de vitaliteit van dorpen en kernen te behouden en, waar mogelijk, te versterken.
3.5. Toets regionale samenhang en evenwicht
Voorts toetst het kabinet op basis van het Beleidskader gemeentelijke herindeling of een herindelingsadvies een beschrijving bevat van de voorziene effecten van de beoogde herindeling voor de samenhang en het evenwicht in de regio. Daarbij is aangegeven dat versterking van de regionale bestuurlijke verhoudingen expliciet een reden kan zijn voor een herindelingsvoorstel.
De schaalvergroting in relatie tot het wederzijds aanvullende karakter van de drie betrokken gemeenten zal ertoe leiden dat de nieuw te vormen gemeente een sterkere partner zal zijn in regionaal verband. De nieuwe gemeente zal direct goed ingebed zijn in diverse bestuurlijke verbanden. Daarnaast werken de drie gemeenten al op operationeel gebied samen, zoals op het gebied van de brandweerzorg en regionale milieudienst. Over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn tussen de gemeenten al eerder afspraken gemaakt. Met de fusie kan de bestuurskracht in de regio toenemen, doordat het aantal samenwerkingspartners afneemt en eenvoudiger afspraken kunnen worden gemaakt over de aanpak van regionale opgaven. Met dit voorstel wordt een bijdrage geleverd aan evenwichtiger bestuurlijke verhoudingen in de regio West-Friesland, passend binnen het regionale eindbeeld, zoals dat is opgenomen in de regiovisie van gedeputeerde staten. Tot slot is er geen sprake van zogeheten restproblematiek als gevolg van dit voorstel; de overige West-Friese gemeenten wordt voldoende ruimte gelaten in hun bestuurlijke en/of ruimtelijke ontwikkeling voor de komende jaren.
3.6.Conclusies toets Beleidskader
Ik concludeer dat het voorstel aan de criteria uit het Beleidskader gemeentelijke herindeling voldoet. Het proces is verlopen volgens de daarvoor geldende criteria uit de Wet arhi en het Beleidskader. Tijdens het gevolgde proces en in het herindelingsadvies zijn de overwegingen die het kabinet heeft geformuleerd in het Beleidskader op een zorgvuldige en evenwichtige wijze gehanteerd. Er is sprake van een voorstel tot vrijwillige fusie tussen de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik dat kan rekenen op een zeer breed lokaal bestuurlijk draagvlak. Ten aanzien van het regionaal draagvlak voor het voorstel heb ik aangegeven hoe de door gedeputeerde staten gemaakte afwegingen door mij zijn beoordeeld.
Bij de voorbereiding van het herindelingsadvies is door de provincie de verwachte financiële positie van de te vormen gemeente onderzocht op basis van de uitgangsposities van de huidige gemeenten. Op grond van de bevindingen uit dat onderzoek deel ik de conclusie uit het herindelingsadvies dat de financiële startpositie van deze nieuwe gemeente als gezond wordt ingeschat. Op basis daarvan concludeer ik dat de nieuwe gemeente voldoende financieel levensvatbaar is.
De algemene uitkering voor de nieuw te vormen gemeente zal volgens berekeningen een bedrag van ruim € 1,1 miljoen lager zijn dan de som van de algemene uitkeringen, die de samenstellende gemeenten in 2011 zonder samenvoeging zouden ontvangen. Dit bedrag is het resultaat van het saldo van negatieve effecten bij vooral de maatstaven «vast bedrag per gemeente» en «schaalfactor sociale dienst». Deze structurele verlaging kan worden opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. De nieuwe gemeente zal bij herindeling per 1 januari 2011 een uitkering ontvangen op grond van de maatstaf herindeling van € 8,2 miljoen. Dit bedrag wordt gespreid over de eerste vier jaren na de gemeentelijke herindeling betaald, waarbij in het eerste jaar 40% en in de drie volgende jaren telkens 20% tot betaling komt. Deze berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens uit de meicirculaire 2009 (bedragen per eenheid 2009, uitkeringsfactor 2010).
Deze wet treedt op de dag na publicatie in werking en naar verwachting zal deze samenvoeging op 1 januari 2011 effectief kunnen worden. Deze datum sluit aan bij de streefdatum van de provincies en de betrokken gemeenten. Dit wetsvoorstel zal uiterlijk september 2010 in werking moeten treden om tijdig de voorbereidingen te kunnen treffen voor de verkiezingen naar aanleiding van de beoogde herindeling.
Bij een datum van herindeling per 1 januari 2011, zal in november of december 2010 een herindelingsverkiezing plaatsvinden voor de raad van de nieuw te vormen gemeente. Op grond van artikel 55, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling bepalen gedeputeerde staten de datum voor de herindelingsverkiezing. De huidige gemeente Medemblik is op grond van dit voorstel verantwoordelijk voor de voorbereidingen van deze gemeenteraadsverkiezing. De gemeenteraad die bij de herindelingsverkiezing wordt gekozen zal zitting hebben tot maart 2014.
De eerstvolgende reguliere gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 zullen voor de gemeenten genoemd in dit wetsvoorstel niet doorgaan. Dit wordt geregeld in de Wet van 9 november tot verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor een wijziging van de gemeentelijke indeling met ingang van 1 januari 2011 in voorbereiding is (Stb. 2009, 476). De raad van de nieuwe gemeente houdt zitting tot de eerste reguliere verkiezingen na de datum van herindeling.
6. Samenloop met het voorstel voor de Wet veiligheidsregio’s
In artikel 8 is een bepaling opgenomen die regelt dat de indeling van de veiligheidsregio’s in het voorstel voor een Wet veiligheidsregio’s, wordt aangepast aan de voorgestelde herindeling. Op het moment van indiening van dit voorstel is nog onduidelijk wanneer dat wetsvoorstel in werking zal treden. Wanneer de Wet veiligheidsregio’s voor de datum van herindeling in werking treedt, regelt het eerste lid dat de bijlage bij de Wet veiligheidsregio’s wordt aangepast met ingang van de datum van herindeling. Wanneer de Wet veiligheidsregio’s in werking treedt op of na de datum van de herindeling, regelt het tweede lid dat die bijlage wordt aangepast op het moment van de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s.
Bijlage: herindelingsadvies fusie van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik en zienswijze gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland.1