Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor een doelmatige handhaving wenselijk is in de Meststoffenwet een delegatiegrondslag op te nemen voor de bepaling van de hoogte van bestuurlijke boetes voor administratieve voorschriften;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 51 wordt «9, tweede lid» vervangen door «9, tweede en derde lid» en wordt «13, derde lid» vervangen door «13, vierde lid».
Artikel 62 van de Meststoffenwet komt te luiden:
1. De op grond van artikel 57 of 58 te bepalen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is bepaald voor de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, per overtreding begaan door een natuurlijke persoon, en ten hoogste het bedrag dat is bepaald voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, per overtreding begaan door een rechtspersoon of een vennootschap.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de hoogte van de bestuurlijke boete die voor een overtreding of voor categorieën van overtredingen ten hoogste kan worden opgelegd ter zake van overtreding van het bij of krachtens artikel 9, tweede en derde lid, 11, vijfde lid, 13, vierde lid, 15, 34, 35, 36, 37, 38, derde lid, of 40 bepaalde.
3. De op grond van het tweede lid te bepalen bestuurlijke boete bedraagt per overtreding ten hoogste het bedrag dat is bepaald voor de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
In artikel 1a, onder 3°, van de Wet op de economische delicten wordt «de Meststoffenwet ... en 40;» vervangen door: de Meststoffenwet, de artikelen 4, 5, 6, 9, tweede en derde lid, 11, vijfde lid, 13, vierde lid, 15, 16, 34, 35, 36, 37, 38, derde lid, en 40;.
Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juni 2007 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek) (31 065), tot wet is of wordt verheven, en artikel 1 uit hoofdstuk 5 van die wet later in werking treedt dan artikel I van deze wet, komt artikel 1 in hoofdstuk 5 van die wet te luiden:
In artikel 33, vierde en vijfde lid, van de Meststoffenwet wordt «maatschap» telkens vervangen door: vennootschap.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,