Vastgesteld 11 december 2009
De Algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Wat is de stand van zaken m.b.t. de aantallen in 2009 aangevangen inburgeringstrajecten?
In de eerste 11 maanden van 2009 volgens ISI (peildatum 2-12-2009) hebben gemeenten 38 303 voorzieningen (35 729 inburgeringsvoorzieningen en 2574 voorzieningen aan gepardonneerden) aangeboden.
Waarom was u genoodzaakt € 6,5 miljoen over te boeken naar BDU-SIV inzake de uitbetaling aan G31 m.b.t. inburgering? Waarom hadden de G31 meer geld nodig?
De 6,5 mln is opgebouwd uit twee onderdelen:
– 4,2 mln betreft de prijsbijstelling voor 2009. Het budget voor de inburgering is prijsgevoelig, omdat de kosten voor de uitvoering en de trajecten meestijgen met de inflatie. Indien niet gecompenseerd wordt voor de prijsontwikkeling kunnen dus minder trajecten van het budget worden gedaan. Daarom worden gemeenten, indien het ministerie van Financiën de zogenaamde prijsbijstelling toekent, voor de inflatie gecompenseerd.
– 2,3 mln was bestemd voor enkele gemeenten die een beroep hebben gedaan op het budget voor volumeverhoging dat in 2009 beschikbaar was. Deze gemeenten zullen dus in 2009 extra trajecten doen.
Zijn de cijfers en inzichten met betrekking tot de huurtoeslag veranderd sinds uw brief van 30 september 2009 (kamerstuk 27 926, nr. 141)?
In mijn brief van 30 september is in de verschillende overzichten uitgegaan van de cijfers zoals opgenomen in de aan uw Kamer gezonden begroting 2010. Wel is in de brief al aangekondigd dat in de tweede suppletore begroting over 2009 nog nadere bijstelling zouden worden doorgevoerd, zoals een verhoging van de uitgaven met € 100 miljoen. Deze bijstelling is inderdaad doorgevoerd in de nu voorliggende tweede suppletore begroting 2009.
Daarnaast is in de tweede suppletore begroting een neerwaartse bijstelling van de ontvangsten huurtoeslag met €50 miljoen doorgevoerd, deze bijstelling was in de genoemde brief nog niet voorzien.
Kan inzichtelijk worden gemaakt waarom de bedragen voor de stimuleringsmaatregelen woningbouw voor 2011 soms gespreid zijn over meerdere jaren? Is hier sprake van een kasschuif?
Het kabinet heeft ervoor gekozen BLS-middelen versneld in te zetten voor het stimuleringsbudget in 2009 en 2010. De middelen zijn afkomstig uit de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014. Daarmee is er sprake geweest van een kasschuif.
Hoe snel wordt het «versneld inzetten van € 150 miljoen t.b.v. woningbouw» gerealiseerd, aangezien de uitgaven tenslotte al in 2009 en 2010 worden gedaan?
Welk deel van de middelen «versnelling BLS en monumenten», dat gereserveerd was voor 2010 wordt naar voren gehaald?
Zoals in de brief aan de Tweede Kamer van 9 september 2009 (TK 27 562, nr. 43) is aangegeven gaat het stimuleringsbudget voor 2009 en 2010 gepaard met een taakstelling ad € 150 mln. in de jaren 2011 en verder.
Voor de eerste tranche van de stimuleringsregeling was in 2009 100 mln. beschikbaar. Dit bedrag is ook uitgekeerd. Voor de tweede tranche was € 150 mln beschikbaar. Ook dit bedrag zal in 2009 worden uitgekeerd. Daarnaast is in 2009 13 mln. ingezet voor monumenten.
De resterende middelen worden in 2010 ingezet en uitgekeerd. In totaal komt de inzet van middelen in 2009 en 2010 voor woningbouw en monumenten daarmee uit op € 395 mln.
Waarom is er extra tijd nodig voor de ontwikkeling en implementatie van het beleidsinstrumentarium inzake de innovatieve energiebesparing?
Voor de ontwikkeling en implementatie wordt nauw overleg gevoerd met koplopers uit de bouwsector. Hiermee wordt draagvlak in de markt gekweekt voor de uitvoering van de Innovatie Agenda Energie Gebouwde Omgeving. Het overleg met de koplopers uit de bouwsector heeft de nodige tijd gevergd.
Kunt u uiteenzetten waarom de hogere uitgaven voor de huurtoeslag in 2009 leiden tot hogere ontvangsten in 2010 en latere jaren? Hoe verhoudt één en ander zich tot de vertraging in de invordering in 2009 (zie punt 5 ontvangsten)?
Voor € 60 miljoen worden de hogere uitgaven verklaard door hoger dan verwachte voorschotbetalingen over 2009. Het blijkt dat bij de vaststelling van de voorschotbetalingen in onvoldoende mate rekening is gehouden met het vervallen van de fiscale aftrek voor buitengewone uitgaven. De betrokken huurtoeslagontvangers hebben geen mutatieformulier voor het herzien van het geschatte inkomen ingediend, dit ondanks herhaaldelijk rappelleren door de Belastingdienst. De te hoge voorschotbetalingen worden bij het definitief vaststellen van de bijdragen over 2009 gecorrigeerd, waarna dit zal leiden tot hogere terugontvangsten.
Voor € 40 miljoen betreft de overschrijding hogere nabetalingen over het toeslagjaar 2007. Tegelijk zien we echter een stijging van de ingestelde vorderingen over het toeslagjaar 2007. Ook tegenover dit bedrag staan dus compenserende ontvangsten in latere jaren.
Deze meevallende ontvangsten komen echter niet al in 2009 of 2010 binnen. In 2009 is juist sprake van tegenvallende ontvangsten. Dit heeft te maken met het tempo van invorderingen. Aan de ene kant zien we een stijging van het totaal bedrag aan vorderingen, aan de andere kant zien we ook dat de vorderingen in een lager dan eerder verwacht tempo worden geïnd. Dat verklaart waarom er tegelijkertijd sprake kan zijn van een verwachte meevaller in de ontvangsten in latere jaren, en een tegenvaller in de nu binnenkomende ontvangsten.
Kunt u uiteenzetten waarom dit jaar € 100 miljoen extra aan huurtoeslagen wordt uitgegeven, terwijl het om reguliere voorschotbetalingen gaat? Waarom komen de nabetalingen uit toeslagjaar 2007 nu binnen?
De extra uitgaven van € 100 miljoen bestaan voor € 60 miljoen uit hoger dan verwachte voorschotbetalingen en voor € 40 miljoen uit hogere nabetalingen over 2007.
Wat betreft de € 60 miljoen hogere voorschotbetalingen is de verklaring dat in de raming van de reguliere voorschotbetalingen geen rekening is gehouden met het feit dat voor een deel van de huurtoeslagontvangers het voor de berekening van de voorschotbetalingen gehanteerde inkomen niet op de juiste manier is gecorrigeerd voor het vervallen van de fiscale aftrek voor buitengewone uitgaven. Daarom is voor een deel van de huurtoeslagontvangers bij het vaststellen van de voorschotbetalingen van een te laag inkomen uitgegaan. Dit wordt bij het definitief toekennen over 2009 weer gecorrigeerd.
De tegenvaller in de nabetalingen over 2007 blijkt nu omdat het definitief toekennen over het jaar 2007 voor het grootste deel heeft plaatsgevonden in het begrotingsjaar 2009. Pas bij het definitief toekennen van de toeslagen over 2007 bleek in welke mate er nabetalingen zouden plaatsvinden.
Waarom is er in 2009 vertraging in de terugvordering van de huurtoeslag opgetreden?
Waarom denkt u dat de dit jaar gemiste ontvangsten in latere jaren wel zullen worden binnengehaald?
De invordering is vertraagd in 2009 omdat bij deel van de terugvorderingen huurtoeslag de terugbetaling moeizamer verloopt dan was geraamd. Het gaat om debiteuren die niet reageren op betalingsverzoeken of de afgesproken terugbetalingsregelingen niet nakomen. Hierdoor is de Belastingdienst genoodzaakt om incassomaatregelen in te zetten die meer tijd in beslag nemen.
De gemiste ontvangsten zullen in latere jaren binnenkomen omdat de invordering van de problematische terugvorderingen niet wordt stopgezet maar via andere incassomaatregelen verloopt. Het gaat om incassomaatregelen zoals verrekening met lopende toeslagen en overdracht aan de belastingdeurwaarder die meer tijd in beslag nemen waardoor de ontvangsten later binnenkomen.
Kunt u toelichten waarom 92% van het door u beschikbaar gestelde budget voor de volumeverhoging inburgeringstrajecten niet is gebruikt (€ 27,7 miljoen van de € 30 miljoen)? Verwacht u dat de gemeenten in 2010 op een zelfde manier gebruik zullen maken van de € 75 miljoen die u extra beschikbaar stelt voor het behalen van de inburgeringsaantallen? Kunt u toelichten waar u dit op baseert?
Medio 2009 is aan de G31 gevraagd of zij, ten opzichte van het reeds beschikbaar gestelde aantal voor de jaren 2007–2009, extra trajecten zouden willen doen. Het merendeel van de gemeenten gaf aan dat zij geen gebruik wilden maken van deze mogelijkheid. Een aantal gemeenten wilde wel in aanmerking komen voor extra trajecten en dus middelen en heeft deze ook gekregen.
In 2010 zijn extra middelen beschikbaar gesteld om de inburgeringsdoelstelling voor 2010 te kunnen halen. Het gaat daarbij niet om het bekostigen van de trajecten zelf, hier is de bijdrage van 2009 wel voor bedoeld.
Waarom hebben de gemeenten geen gebruik gemaakt van het volledige bedrag dat u beschikbaar heeft gesteld voor de inburgering van vreemdelingen i.v.m. de afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet?
Gemeenten is eind 2008 gevraagd om een prognose in te dienen van het aantal inburgeringsvoorzieningen dat zij in 2009 zullen aanbieden aan personen die vallen onder de Regeling nalatenschap oude vreemdelingenwet. Het Rijk stelt per gepardonneerde een vergoeding van € 4 480 beschikbaar. De gezamenlijke gemeenten gingen er vanuit dat zij in 2009 in totaal circa 4400 trajecten zullen aanbieden. Daarmee bleven zij binnen de beschikbare budgettaire ruimte.
Er is sprake van een grotere instroom van vragen BEW+ en hoeveel aanvragen zijn er in 2009 gedaan.
In de periode januari 2009 tot en met november 2009 zijn 16 200 aanvragen BEW ingediend. Met een dagelijkse instroom van 80 á 100 aanvragen per dag is het de verwachting dat in 2009 ruim 18 000 aanvragen BEW+ zullen worden verwerkt. Dat is ruim 6000 meer dan waarop was gerekend.
Door de toegenomen vraag BEW+ wordt het resterende bedrag tot 2012 samengevoegd om in 2009 niet reeds een subsidieplafond in te hoeven stellen. Kunt u uiteenzetten wanneer dit plafond wel wordt bereikt en wanneer naar verwachting de regeling BEW+ sluit?
De jaarlijkse budgetten BEW+ gaan uit van 12 000 nieuwe aanvragen per jaar. Om overschrijding van het budget te voorkomen kan elk jaar worden besloten om een subsidieplafond in te stellen om niet boven de 12 000 nieuwe aanvragen uit te komen. In 2009 is, in verband met de situatie op de koopmarkt van woningen, voor gekozen om geen subsidieplafond in te stellen bij 12 000 aanvragen maar door te gaan met toekennen. Naar verwachting zullen in 2009 ruim 18 000 aanvragen worden behandeld.
Indien de instroom van gemiddeld 400 á 500 aanvragen per week aanhoudt dan zal de BEW+ binnen enkele maanden worden gesloten voor nieuwe aanvragen.
Kunt u de prijsbijstelling m.b.t. de facilitering inburgering toelichten? Waarom hebt u dit niet reeds toegelicht?
Het budget voor de inburgering is prijsgevoelig, omdat de kosten voor de uitvoering en de trajecten meestijgen met de inflatie. Indien niet gecompenseerd wordt voor de prijsontwikkeling kunnen dus minder trajecten van het budget worden gedaan. Het ministerie van Financiën heeft in 2009 WWI gecompenseerd voor de inflatie via de zogenoemde prijsbijstelling. Omdat het gebruikelijk is dat prijsbijstelling dan bij 2e suppletore wordt toegevoegd aan het budget is ervoor gekozen dit niet apart toe te lichten.
Wat wordt bedoeld met «Innovatietrajecten inburgering»? Hoeveel wordt hier totaal aan besteed en waarom hebt u € 877 000 extra nodig?
In het kader van het Deltaplan Inburgering zijn diverse innovatietrajecten geformuleerd. Via innovatietrajecten wordt in samenwerking met gemeenten gewerkt aan kwaliteitsverbeterende maatregelen voor de inburgering. Onderwerpen waarop innovatietrajecten zijn gestart zijn o.a. wijkgerichte inburgering, het persoonlijk inburgeringbudget, inburgering en ondernemerschap en de proeftuinen inburgering. Een beperkt aantal gemeenten ontvangt financiële middelen voor de uitvoering van deze innovatietrajecten. De toekenning van deze middelen verloopt via het gemeentefonds.
Deze overboeking naar gemeenten bestaat uit twee delen. Er wordt ten eerste € 0,8 mln overgeboekt naar het gemeentefonds als bijdrage aan gemeenten die meedoen aan de Proeftuinen Inburgeringstrajecten. In de proeftuinen staat de kwaliteitsverbetering van inburgeringstrajecten centraal. Daarnaast wordt € 77 000 via het Gemeentefonds toegekend in het kader van het innovatietraject Inburgering en Ondernemerschap.
Samenstelling:
Leden: Van Gent (GL), voorzitter, Van der Staaij (SGP), Arib (PvdA), Poppe (SP), Weekers (VVD), ondervoorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), De Krom (VVD), Algra (CDA), Verdonk (Verdonk), Van Heugten (CDA), Jansen (SP), Ortega-Martijn (CU), Wolbert (PvdA), Van der Burg (VVD), Bouchibti (PvdA), Van Dijk (SP), Thieme (PvdD), Fritsma (PVV) en Vacature (SP).
Plv. leden: Dibi (GL), Vacature (SGP), Timmer (PvdA), Kant (SP), Blok (VVD), Bouwmeester (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Haverkamp (CDA), Bilder (CDA), Pechtold (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Meeuwis (VVD), Vacature (CDA), Neppérus (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Wit (SP), Voordewind (CU), Heijnen (PvdA), Zijlstra (VVD), Leerdam (PvdA), Ulenbelt (SP), Vacature (PvdD), Bosma (PVV) en Karabulut (SP).