Vastgesteld 14 december 2009
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Waardoor zijn de Wajong-uitkeringslasten hoger uitgevallen dan aanvankelijk geraamd?
De raming van de Wajong uitkeringslasten en uitvoeringskosten zijn voor 2009 met € 31,085 miljoen verhoogd.
De specificaties van deze verhogingen zijn opgenomen in de artikelsgewijze toelichting op bladzijde 10.
De mutatie bij de uitkeringslasten ad € 34,434 miljoen is uitgespitst in 5 onderdelen waarvan er 4 al zijn toegelicht in de vermoedelijke uitkomsten bij de begroting 2010.
• De ramingen zijn aangepast voor de loon- en prijsontwikkeling 2009 (€ 74,805 miljoen)
• De ramingen zijn aangepast op basis van uitvoeringsgegevens van het UWV (-/- € 33,171 miljoen).
• Ramingsbijstelling in de Anticumulatiebaten voor de WSW leiden tot budgettair neutrale overhevelingen tussen de uitgaven Wajong en de ontvangsten WSW (€ 3,775 miljoen).
• De garantieregeling Wajong is ingezet ter dekking van het amendement Spekman in de WIJ (-/- € 0,200 miljoen).
• De raming is op basis van uitvoeringsgegevens van het UWV (oktobernota) met -/- € 10,775 miljoen bijgesteld.
De mutatie bij de uitvoeringskosten ad -/- € 3,349 miljoen is uitgesplitst in 4 onderdelen die allen al zijn opgenomen en toegelicht in de vermoedelijke uitkomsten bij de begroting 2010.
• De ramingen zijn aangepast voor de loon- en prijsontwikkeling 2009 (€ 2,747 miljoen).
• De ramingen zijn aangepast op basis van uitvoeringsgegevens van het UWV (-/- € 0,096 miljoen).
• Budgettair neutrale herschikking tussen de uitvoeringskosten REA en Wajong (-/- € 9,0 miljoen).
• Naar aanleiding van de TK behandeling Wajong zijn amendementen ingediend. De invoering hiervan leidt tot extra uitvoeringskosten (€ 3,0 miljoen).
Waarom was er nog een herschikking noodzakelijk ten behoeve van het voorlichtingsbudget onder beleidsartikel 44 ? Was dat ten behoeve van één of meerdere specifieke projecten? Waren deze projecten onvoorzien? Of bleken de kosten van geplande projecten hoger? Van welke post is dit extra geld vandaan gehaald?
De bedoelde herschikking is voor de lopende ontwikkeling van de SZW website «Arboportaal». Daarnaast is budget herschikt ten behoeve van de voorlichtingscampagne administratieve lasten Arbowet. Het gaat niet om onvoorziene projecten. De kosten zijn opgevangen binnen het reguliere artikel 44 budget.
Onder beleidsartikel 44 is de raming van de subsidies op basis van uitvoeringsgegevens over 2009 verlaagd. Wat is de reden van deze verlaging? In welk opzicht verschillen de uitvoeringsgegevens van 2009 met de aanvankelijk gekozen uitvoeringsgegevens? Wat is de reden van deze verschillen?
De raming is bijgesteld omdat verleende subsidies in de uitvoering vertraging hebben opgelopen en derhalve niet in 2009 tot volledige betaling zullen komen. Hetzelfde geldt voor subsidies waarvan de hoogte lager uitvalt dan is verwacht. Tenslotte heeft er een verschuiving plaatsgevonden van subsidieverlening naar opdrachtverlening.
Wat is de reden dat er meer ontvangsten uit boetes zijn onder beleidsartikel 44? Worden er meer boetes uitgeschreven, en zo ja, is dat vanwege slechtere naleving van regels of vanwege strengere inspectie? Of is de hoogte van de boetes veranderd?
De boetenormbedragen zijn voor arbo-overtredingen gepleegd vanaf 1-1-2007 fors verhoogd. Door de overloop van zaken uit 2006 werd dit pas later in 2007 zichtbaar, maar wel volledig in 2008. Daarnaast is in 2009 de werkvoorraad boeterapporten nagenoeg ingelopen, wat heeft geleid tot een eenmalige toename van het aantal opgelegde boetes in 2009. Aangezien de boetes n.a.v. een arbeidsongeval hoger zijn dan de boetes van resterende arbozaken en er vooral meer ongevalsrapporten in 2009 zijn verwerkt, is het gemiddelde boetebedrag in 2009 eenmalig relatief hoog.
Wat is de achtergrond van de forse loon en prijsbijstellingen in de WWB van 3%? Met hoeveel procent is het aantal bijstandsgerechtigden het afgelopen jaar toegenomen? Wat is de verwachting voor komend jaar?
De loon- en prijsbijstelling op de WWB is een-op-een gekoppeld aan de stijging van het bruto-minimumloon. Dit loon is tussen 2008 en 2009 met 3% toegenomen.
In 2008 bedroeg het gemiddelde aantal bijstandsgerechtigden 299 duizend (dit is inclusief de bijstandsgerechtigden van 65 jaar of ouder). Het verwachte gemiddelde aantal bijstandsgerechtigden in 2009 is 309 duizend. Dit wijst op een stijging van 3% ten opzichte van 2008.
In 2010 bedraagt het aantal bijstandsgerechtigden naar verwachting 343 duizend. Ten opzichte van 2009 betekent dit een toename van 11%. Deze hangt samen met de verwachte toename van de werkloosheid.
De stijging voor bijstand aan zelfstandigen (20%) is op zich verklaarbaar. Waarom is deze stijging niet eerder in de begroting voorzien?
De stijging van 20% betreft nabetalingen in 2009 van € 24,1 miljoen aan gemeenten die voor de uitvoering van de Bbz in 2008 een te laag voorschot hebben ontvangen. Daar staan ontvangsten in 2009 tegenover van gemeenten die voor de uitvoering van de Bbz in 2008 een te hoog voorschot hebben ontvangen. Deze ontvangsten bedragen € 20,3 miljoen. Zowel de nabetalingen als de terugontvangsten waren hoger dan eerder kon worden voorzien.
Een wijziging van de uitgaven voor Bbz als gevolg van de financiële en economische crisis is waarschijnlijk. Het voorspellen van de omvang van deze wijziging is echter lastig, omdat de eerdergenoemde crisis zowel positieve als negatieve effect kunnen hebben op de uitgaven Bbz. Vooralsnog is er vanuit gegaan dat deze effecten elkaar zullen opheffen.
In hoeverre werken de forse loon en prijsbijstellingen in de najaarsnota door in de begrotingen voor de komende jaren?
De mutaties van de loon- en prijsbijstellingen zijn weliswaar opgenomen in de najaarsnota, maar zijn ook al opgenomen in de vermoedelijke uitkomsten van de begroting 2010 (de niet-cursieve toelichtingen). De doorwerking van deze mutaties is dan ook op de reguliere wijze in de begroting 2010 verwerkt.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Van Gent (GL), Blok (VVD), Van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Timmer (PvdA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), Voorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Vermeij (PvdA), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Karabulut (SP), Vos (PvdA) en Meeuwis (VVD).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Sap (GL), De Krom (VVD), Smilde (CDA), Depla (PvdA), Aptroot (VVD), Pieper (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Linhard (PvdA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), De Wit (SP), Cramer (CU), Biskop (CDA), Elias (VVD), Joldersma (CDA), Bosma (PVV), Tang (PvdA), Heerts (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gerkens (SP), Gesthuizen (SP), Heijnen (PvdA) en Weekers (VVD).