32 190
Vaststelling van de Wet Douane- en Accijnswet BES (Douane- en Accijnswet BES)

nr. 8
NADER VERSLAG

Vastgesteld 18 maart 2010

De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt nader verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit nader verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.

• Inleiding 1

• Algemeen 2

• Douanerecht 3

• Accijnzen 3

• Handels- en dienstenentrepot 4

• Uitvoeringsaspecten 4

• Budgettaire aspecten 4

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag, en danken de regering voor de uitvoerige beantwoording van de vele vragen. Dat neemt niet weg dat bij genoemde leden toch nog enkele vragen over zijn gebleven.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag bij het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden vinden daarin aanleiding tot slechts enkele aanvullende vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en verwijzen voor hun meer algemene en financiële vragen en opmerkingen naar hun bijdrage aan het nader Verslag inzake wetsvoorstel 32 189.

De leden van de fractie van de SP hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag. Deze leden hebben daarover nog wel enkele vragen.

Algemeen

In de eerdere inbreng hebben de fractieleden van het CDA gevraagd naar de effecten van het invoeren van het eenduidige Algemene bestedingsbelastingtarief voor de belastingdruk op goederen. De regering merkt op dat de invoering van de Algemene bestedingsbelasting (hierna: ABB) van vooralsnog 6% waarschijnlijk verschillende op- en neerwaartse effecten op de druk kan hebben, waarbij de regering rekening houdt met een lichte toename van het gemiddelde prijspeil? Wat verstaat de regering onder een lichte toename, zo vragen de genoemde leden zich af?

De leden van de CDA-fractie merken nogmaals op dat er – om diverse redenen – een aantal verschillende tariefsverschillen wordt geïntroduceerd voor Sint Eustatius en Saba enerzijds en Bonaire anderzijds. Uitgaande van de realisatiecijfers van 2007 blijkt dat op Saba 23,11% en op Sint Eustatius slechts 9,95% van de belastingmix wordt ingenomen door de belasting op bedrijfsomzetten (hierna: BBO) en accijnzen, terwijl op Bonaire het aandeel van de gezamenlijke opbrengst van de omzetbelasting, accijnzen en (klassieke) invoerrechten omstreeks 50% van de totale belastingopbrengsten bedraagt. De leden van de fractie van het CDA vragen zich af naar welk aandeel van indirecte belastingen in de totale belastingopbrengsten de regering streeft?

Na de staatkundige vernieuwingen bestaan verschillen in heffingsgrondslagen ten aanzien van de heffing van accijns op bier, wijn, gedistilleerd en tabak en ten aanzien van de tariefstelling voor wat betreft de ABB en de heffing van accijns op benzine. De regering zegt van mening te zijn dat ten aanzien van de belastingen die van rijkswege op de BES-eilanden worden geheven uiteindelijk zo min mogelijk onderscheid dient te bestaan tussen de BES-eilanden onderling. Kan de regering nader duiden in hoeverre, op welke wijze en binnen welk tijdsbestek zij voornemens is deze verschillen op termijn weg te nemen? En is de regering het niet met de fractieleden van het CDA eens dat ook ten aanzien van lokale belasting zo min mogelijk onderscheid zou moeten bestaan tussen de BES-eilanden onderling?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering ten gevolge van de accijnzen en ABB rekening houdt met een lichte stijging van het prijspeil op de BES-eilanden. In hoeverre beïnvloedt dit naar verwachting de koopkracht van vooral de laagste inkomensgroepen op de eilanden?

Het valt de leden van de fractie van de SP op dat het aandeel van de indirecte belastingen op de drie verschillende eilanden enorm verschilt. Op Bonaire maken de indirecte belastingen maar liefst 50 procent uit van de totale belastingopbrengsten. Welke invloed heeft dit op de welvaartsverdeling? Als de opbrengsten daaruit op Saba en Sint Eustatius zo laag zijn, vragen deze leden zich af of de promotie van deze eilanden als taxfree port nu werkelijk zo’n succes is.

Over het onderzoek naar de wenselijkheid tot behoud van de freeport wordt gezegd dat daarvan de resultaten bekend zijn van de inventarisatiefase van het onderzoek. Vervolgens staat er dat de voorziene analysefase niet heeft geresulteerd in concrete aanbevelingen, omdat de vormgeving van het fiscale stelsel voor de BES-eilanden nauw samenhangt met weer een ander onderzoek, namelijk het voorziene UPG onderzoek. Moeten de leden van de fractie van de SP hieruit concluderen dat de analysefase van het eerstgenoemde onderzoek nu heeft plaatsgevonden? Waar is dat onderzoek te vinden?

De leden van de fractie van de VVD hebben er kennis van genomen dat de regering van mening is dat: «uiteindelijk zo min mogelijk onderscheid dient te bestaan tussen de BES-eilanden onderling».

Deze leden vragen echter wel duidelijk te maken wanneer dat onderscheid dient te zijn opgeheven. Kortom, kan inzicht worden gegeven in het «spoorboekje» dat daartoe moet leiden?

Douanerecht

De fractieleden van het CDA hebben in een eerdere inbreng gevraagd welke regelingen op het gebied van het formele douanerecht in de wet worden geregeld, welke in een algemene maatregel van bestuur en welke bij ministeriële regeling. Deze vraag heeft een aanzienlijke lijst met onderwerpen opgeleverd. Wanneer is de regering van plan deze algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen daadwerkelijk vorm te geven, zo vragen de leden van de fractie van het CDA zich af.

Is het nu zo dat door het besluit om geen invoerrechten te heffen en geen accijnzen op Saba en Sint Eustatius te heffen er ook geen gegevens beschikbaar zullen zijn over de goederenhandel, zo vragen de leden van de fractie van de SP. Wat wordt bekend over de grootte van de goederenstromen en de mate waarin de eilanden daarvan profiteren?

Accijnzen

De regering merkt op dat op de BES-eilanden alleen benzine met accijns wordt belast, wegens het beperkte gebruik van diesel als motorbrandstof en het meer voorkomende gebruik van diesel in bedrijfstoepassingen, zo merken de leden van de fractie van het CDA op. Kan de regering het gebruik van diesel als motorbrandstof en in bedrijfstoepassingen nader duiden? Is zij niet bang dat het niet heffen van accijns op diesel – maar wel op benzine – zal leiden tot een toename van het gebruik van diesel? Hoe verhoudt dit zich tot het feit dat het beter scoren op CO2 van diesel dan benzine wordt overschaduwd door de hogere uitstoot van NOx en fijnstof van diesel?

De leden van de PvdA-fractie constateren dat op de drie BES-eilanden op termijn hetzelfde tarief en heffingsgrondslag voor accijnzen moet ontstaan. Het argument om niet nu al op Sint Eustatius en Saba dezelfde accijnzen te gaan heffen zoals die op Bonaire gaan gelden, wordt gevonden in het feit dat dan de economie van de twee laatste eilanden daar teveel onder zou leiden. Dit houdt dan weer verband met feit dat op relatief nabij gelegen Sint Maarten geen accijnzen worden geheven en in het feit dat de economieën van de drie eilanden verweven zijn. De leden van de PvdA-fractie vragen zich af of dit op termijn anders zal worden. Geldt dit argument naar verwachting op enig moment niet meer? Zo ja, wanneer zal dat zijn? Zo nee, waarom moet op termijn dan toch een uniform accijnsstelsel op de drie BES-eilanden gaan gelden?

Moeten de leden van de PvdA-fractie uit de passage van de nota naar aanleiding van het verslag over de economische verwevenheid van de BES-eilanden met de Verenigde Staten en de afstand tot Europa opmaken dat ook op langere termijn het niet aannemelijk is dat de BES-eilanden deel uit gaan maken van het douanegebied van de EU? Zo nee, hoe moeten deze leden die passage dan wel opvatten?

Wat is er bekend over de mate van alcohol- en tabaksgebruik op het eiland zelf, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Voor de onderbouwing van de afwijkende belastingen wordt steeds een algemeen verhaal gebruikt, dat de eilanden op verschillende punten afwijken. De leden van de fractie van de SP zouden graag een specifieke onderbouwing zien voor de hier genoemde accijnzen en invoerrechten. Waarom leidt de geringe bevolkingsomvang tot andere accijnzen en invoerrechten en waarom leidt het insulaire karakter tot andere accijnzen en invoerrechten?

In de nota naar aanleiding van het verslag wordt aangegeven dat de reden om vooralsnog geen accijnsheffing op wijn, sigaren, cigarillo’s en shag op Sint Eustatius en Saba te introduceren deels is gelegen in de verbondenheid met de economie van Sint Maarten, waar ook geen accijns op deze producten wordt geheven, aldus de leden van de fractie van de VVD. Daarbij wordt ook gewezen op de fiscale autonomie van de landen binnen het Koninkrijk en dat het «de regering in dat licht niet past er bij Sint Maarten op aan te dringen over te gaan op de invoering van de heffing van accijns op alcohol en tabaksproducten». De leden van de VVD-fractie begrijpen het eerste deel van de redenering. Het ontgaat deze leden echter volledig waarom daarover met Sint Maarten geen overleg gevoerd zou kunnen worden, als onderdeel van de totale operatie van staatkundige hervorming en schuldsanering. Waarom is daarvan afgezien? Is de regering alsnog bereid dit overleg wel te voeren?

De leden van de fractie van de VVD hebben ook met belangstelling kennisgenomen van de beschouwingen in de nota naar aanleiding van het verslag inzake het gelijkheidsbeginsel en de «evident ongelijke gevallen» op basis van een samenstel van factoren. Deze leden zouden het op prijs stellen als nader zou worden ingegaan op de relevantie van ieder van deze afwijkingsgronden voor de ten opzichte van het Europese deel van Nederland afwijkende fiscale voorstellen voor de tarieven en de tariefstructuur op de BES-eilanden.

Handels- en dienstenentrepot

Bij de handels- en dienstenentrepots wordt onderscheid gemaakt tussen levering van goederen of diensten aan de eilanden zelf en levering aan het buitenland. Is dit volgens de staatssecretaris een vorm van ringfencing, zo vragen de leden van de fractie van de SP?

Uitvoeringsaspecten

De leden van de VVD-fractie vragen of thans al nader inzicht kan worden geboden in de incidentele en structurele omvang van de uitvoeringskosten van de Belastingdienst. Is de geraamde omvang van de structurele apparaatskosten van B/BES – tussen de € 3 miljoen en € 5 miljoen – in relatie tot de potentiële belastingopbrengsten niet aan de (zeer) hoge kant?

Budgettaire aspecten

De leden van de fractie van de SP vragen zich af of het optuigen van een geheel nieuw fiscaal stelsel voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius niet erg veel kosten met zich meebrengt? Deze leden vinden het onbegrijpelijk dat daar nog geen inschatting van is gemaakt.

De leden van de VVD-fractie zouden het op prijs stellen met betrekking tot onderhavig wetsvoorstel een vergelijkend overzicht te krijgen van tarieven en opbrengsten c.q. geraamde opbrengsten in de huidige situatie en de toekomstige situatie.

De voorzitter van de vaste commissie,

Van Beek

De Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Van den Berg


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), Beek, W.I.I. van (VVD), Voorzitter, Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Blok, S.A. (VVD), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Remkes, J.W. (VVD), Velzen, K. van (SP), Bochove, B.J. Van (CDA), Sterk, W.R.C. (CDA), Leerdam, J.A.W.J. (PvdA), ondervoorzitter, Hijum, Y.J. Van (CDA), Griffith, L.J. (VVD), Boelhouwer, A.J.W. (PvdA), Pechtold, A. (D66), Brinkman, H. (PVV), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Raak, A.A.G.M. van (SP), Schinkelshoek, J. (CDA), Ouwehand, E. (PvdD), Lempens, P.P.E. (SP), Rouwe, S. de (CDA), Toorenburg, M.M. van (CDA), Laaper-ter Steege, S.Th.M. (PvdA) en Yücel, K (PvdA).

Plv. leden: Halsema, F. (GL), Broeke, J.H. Ten (VVD), Leeuwen, H. van (SP), Vlies, B.J. van der (SGP), Zijlstra, H. (VVD), Wolbert, A.G. (PvdA), Weekers, F.H.H. (VVD), Poppe, R.J.L. (SP), Nerée tot Babberich, F.J.F.M. de (CDA), Vacature, CDA (), Blom, L. (PvdA), Vacature, CDA (), Miltenburg, A. van (VVD), Spekman, J.L. (PvdA), Koşer Kaya, F. (D66), Graus, D.J.G. (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Vacature, SP (), Vacature, CDA (), Thieme, M.L. (PvdD), Dijk, J.J. van (SP), Vacature, (CDA), Vroonhoven-Kok, J.N. van (CDA), Kalma, P. (PvdA) en Bouchibti, S. (PvdA).