Voorgesteld 28 september 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de periode waarbinnen mensen AWBZ-zorg in het buitenland kunnen ontvangen, wordt teruggebracht van een jaar naar dertien weken;
overwegende, dat premies opgebracht in Nederland in Nederland moeten worden uitgegeven;
overwegende, dat het een vrije keuze is om langere tijd in het buitenland te zijn maar dat er een grens is aan de ondersteuning door middel van AWBZ-gelden;
verzoekt het kabinet een maximale termijn van AWBZ-zorg in het buitenland mogelijk te maken van vier weken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Venrooy-van Ark
Dille