Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2013
In de regeling van werkzaamheden van 24 januari 2013 (Handelingen II, 2012/2013, nr. 44, Regeling van werkzaamheden) is door het lid Van Vliet een debat aangevraagd over de consequenties van de Wet uniformering loonbegrip. Op 30 januari 2013 heb ik in het plenaire debat met betrekking tot koopkracht – mede in het licht van de moties Neppérus/Van Vliet1 en Van Vliet/Neppérus2 – toegezegd de Wet uniformering loonbegrip versneld te willen evalueren en mij in te spannen voor de augustusbesluitvorming van dit jaar Uw kamer daarover te informeren. Een debat op dit moment lijkt om die reden niet zinvol. Uiteraard wil ik niet treden in de vaststelling van de agenda door Uw kamer, maar ik zou toch in overweging willen geven dit debat uit te stellen tot na de door mij op 30 januari 2013 toegezegde versnelde evaluatie.
De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers