Voorgesteld 7 april 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Wet uniformering loonbegrip onder andere moet leiden tot een fiscale vereenvoudiging voor werkgevers, werknemers en de Belastingdienst;
overwegende, dat de inkomensafhankelijke werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet in dit kader wordt omgezet in een fiscaalneutrale premie;
overwegende, dat de hierdoor optredende belastingderving bij het Rijk wordt gecompenseerd middels diverse flankerende maatregelen waaronder een verhoging van tarieven en een verlaging van de arbeidskorting;
constaterende, dat deze flankerende maatregelen de te bereiken eenvoud kunnen belemmeren en de inkomenseffecten voor werknemers niet op voorhand volledig zijn te meten;
verzoekt de regering om binnen een jaar na inwerkingtreding van de wet de inkomenseffecten van deze flankerende maatregelen voor werknemers te meten alsook de bereikte vereenvoudiging te evalueren en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Vliet
Neppérus