Ontvangen 18 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:
B. In artikel 2.10 wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat | |
---|---|---|---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C. In artikel 2.10a wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat | |
---|---|---|---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
Artikel III, onderdeel D, komt te luiden:
D. In artikel 20a, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar loon van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat | |
---|---|---|---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
Artikel III, onderdeel E, komt te luiden:
E. In artikel 20b, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar loon van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat | |
---|---|---|---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
Artikel XX, onderdeel A komt te luiden:
A. Artikel 22, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt voor de puntkomma toegevoegd: voor zover sprake is van nuttige toepassing als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer.
2. Na onderdeel c wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: ca. oude stortplaats: een stortplaats die staat vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 8.53 van de Wet milieubeheer.
Artikel XX, onderdeel B, onder 1., komt te luiden:
1. In het eerste lid wordt «€ 89,71» vervangen door «€ 97,14» en wordt «nihil» vervangen door «€ 25,00 per 1000 kilogram».
In de in Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) opgenomen afvalstoffenbelasting bedraagt het tarief in geval van het verbranden van afvalstoffen nihil op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wbm. Dit nihiltarief wordt vervangen door een tarief ter hoogte van € 25. Hierdoor wordt zowel bij het storten als bij het verbranden van afvalstoffen afvalstoffenbelasting geheven ter zake van de afgifte ter verwijdering van afvalstoffen aan een inrichting als bedoeld in artikel 23 van de Wbm.
Wat wordt verstaan onder verwijdering is geregeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van de Wbm: storten of verbranden van afvalstoffen, met uitzondering van verbranden met een hoofdgebruik als brandstof of een hoofdgebruik voor een andere wijze van energieopwekking. Het verbranden van afvalstoffen in zogenoemde afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) wordt gezien als verwijdering en niet als nuttige toepassing, ondanks dat de energie die vrijkomt bij de verbranding wordt gebruikt. Ter verduidelijking is daarom aan de definitiebepaling toegevoegd, dat de uitzondering alleen geldt voor zover sprake is van nuttige toepassing als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer.
Uitgaande van de ruim 6 miljoen ton aan afvalstoffen die in 2008 is verwijderd door verbranding in de Nederlandse AVI’s, bedraagt de geraamde budgettaire opbrengst van deze maatregel ongeveer € 150 miljoen. Deze opbrengst wordt voor een zo groot mogelijk deel (€ 87 miljoen) teruggesluisd middels een verlaging van het tarief van de eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting met 0,05%-punt. Door de afrondingssystematiek is een grotere terugsluis niet mogelijk. Tegelijkertijd geeft deze € 63 miljoen de mogelijkheid om de toekomstige belastingderving wanneer door de minister van VROM gedefinieerd is bij welke centrales afval verbrand wordt met een nuttige toepassing op te vangen.
Sap