Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2010
Tijdens de vaststelling van de begrotingsstaten van de begroting van Wonen, Wijken en Integratie d.d. 28 oktober 2009 heb ik aan uw Kamer toegezegd met Aedes en VNG in gesprek te gaan over de financiering van de Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) en de rol van gemeenten en corporaties. In mijn brief van 18 december 2009 (TK 32 123 XVIII nr. 58) heb ik u geïnformeerd omtrent de voortgang van deze toezegging. Met deze brief informeer ik u over de uitkomst.
Uit mijn contacten met Aedes en VNG is naar voren gekomen dat het doel van de herijking van de relatie tussen het rijk en SEV wordt onderschreven. De maatschappelijke en beleidsmatige relevantie van SEV-activiteiten kan worden versterkt, door een toename van de inbreng van betrokken experimentpartners (gemeenten, corporaties, bewoners en andere partijen). Aedes en VNG vinden het van groot belang dat SEV haar onafhankelijke positie behoudt, zodat zij haar rol van initiator van vernieuwing kan blijven vervullen, ook wanneer deze zou leiden tot aanpassing van beleid en wet- en regelgeving. Aedes en VNG hebben aangegeven dat zij als koepelorganisatie geen rol voor zich zien weggelegd bij een mogelijke aanvullende generieke financiering van SEV. Wel bevestigen zij dat van hun leden, gemeenten en corporaties, mag worden verwacht dat deze bereid zijn een bijdrage te leveren aan voor hun relevante SEV-projecten en SEV-experimenten. Om dit te stimuleren zullen zij het werk van de SEV beter onder de aandacht van hun leden brengen. Daarbij heeft Aedes aangegeven bereid te zijn om in projecten en experimenten als co-financier te participeren voor zover deze aansluiten op de agenda en programma’s binnen haar organisatie.
VNG en Aedes hebben beiden aangegeven graag bereid te zijn zitting te nemen in een te vormen programmaraad voor SEV.
Deze toezeggingen van Aedes en VNG zijn mijns inziens voldoende voorwaarde om mijn doelstelling van een toenemende inbreng van betrokken experimentpartners te waarborgen, waardoor de maatschappelijke en beleidsmatige relevantie toe zal nemen. Projectgebonden cofinanciering door betrokken partners zal er tevens toe bijdragen dat de financiering van de projecten van SEV niet meer alleen afhankelijk is van de generieke subsidie door het rijk.
Ik hecht aan een omvorming van een generiek basisvoorziening naar een duale financiering voor enerzijds vaste kosten en anderzijds variabele kosten op projectbasis door meerdere partijen. Zelf geef ik daar substantieel invulling aan.
Zo is de uitvoering van de Innovatieagenda Energie Gebouwde Omgeving (IAGO) voor een periode van drie jaar bij de SEV ondergebracht. Het hierbij betrokken uitvoeringsbudget bedraagt op dit moment € 30 miljoen. In de samenwerkingsovereenkomst is een personele inzet van totaal 6 fte vastgelegd.
Ook in het geval van het krimpdossier zal door WWI een nog te bepalen projectbijdrage aan SEV worden verstrekt. Hierbij worden door de betreffende regio’s verschillende experimenten uitgevoerd waarbij SEV betrokken is. Deze deelname gaat de reguliere draagkracht van SEV te boven.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie
E. van Middelkoop