Kamerstuk 32123-XVI-112

Stand van zaken van 2 Amsterdamse abortusklinieken en een kort rapport van het College Sanering Zorginstellingen

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 12 januari 2010
Indiener(s): Jet Bussemaker (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-XVI-112.html
ID: 32123-XVI-112

32 123 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2010

nr. 112
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2010

Tijdens de eerste termijn van het AO Wijziging Besluit afbreking zwangerschap (kamerstuk 32 123 XVI, nr. 101) is de situatie rondom de Amsterdamse abortusklinieken Dr. Frans Wong Kliniek (Oosterpark) en ACSG/MR70 zijdelings aan bod gekomen. Ik hecht er aan om voorafgaand aan de tweede termijn u te informeren over de feitelijke stand van zaken. Tevens bied ik u een kort rapport aan van het College Sanering Zorginstellingen (CSZ)1 dat op mijn verzoek onderzoek heeft gedaan naar de huidige situatie bij de twee klinieken in relatie tot de continuïteit van zorg.

Achtergrond

Alvorens ik een overzicht geef van de gebeurtenissen rondom de abortusklinieken, wil ik benadrukken dat mijn bemoeienis met deze zaak rechtstreeks voortvloeide uit mijn gevoelde verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de abortushulpverlening.

In oktober 2009 werd het ministerie van VWS door het College voor Zorgverzekeringen (CvZ) op de hoogte gebracht van het feit dat de twee Amsterdamse abortusklinieken, ACSG/MR70 en de Dr. Frans Wong kliniek (Oosterparkkliniek) in finaniële problemen verkeerden. Deze informatie kwam van het CvZ omdat deze instelling de subsidieregeling abortushupverlening uitvoert. Het CvZ verstrekt de gelden aan de klinieken door middel van bevoorschotting en rekenen aan het einde van het jaar met de klinieken af op basis van het aantal verrichtingen. CvZ kan binnen de regels van de subsidie niet zelfstandig extra bedragen toekennen en moet in voorkomende gevallen terugvallen op VWS.

De subsidieregeling is een AWBZ subsidie, maar wordt niet geregeld via een zorgkantoor zoals gebruikelijk is.

Als staatssecretaris van VWS ben ik verantwoordelijk voor de continuïteit van zorg. Eind 2009 ontstond de situatie dat twee klinieken in Amsterdam gelijktijdig failliet dreigden te gaan. Door het verdwijnen van beide klinieken zou de continuïteit van de abortushulpverlening in Amsterdam in gevaar komen. De klinieken verzorgen samen 20% van het totaal aantal verrichtingen op jaarbasis. In de directe omgeving was er onvoldoende capaciteit beschikbaar om de vraag naar abortushulpverlening op te vangen. In mijn brief van 17 november 2009 (kamerstuk 32 123 XVI, nr. 80) heb ik de Kamer laten weten beide klinieken te zullen ondersteunen. Doorslaggevend bij deze beslissing is geweest het waarborgen van de abortushulpverlening in Amsterdam en directe omgeving. Het ging mij nadrukkelijk niet om het voortbestaan van de klinieken, maar om het waarborgen van het zorgaanbod.

De financiële problemen

De abortuskliniek ACSG/MR70 verkeert al enige jaren in de financiële problemen.

Eind 2006 werd deze kliniek financieel gesteund door VWS omdat er liquiditeitsproblemen waren ontstaan. Eind 2008 kwam opnieuw het verzoek voor steun omdat de problemen uit het verleden niet opgelost konden worden en er nog altijd een tekort was op de begroting. Het verzoek tot financiële steun kwam gelet op de regeling zoals eerder beschreven via het CvZ bij VWS terecht. Zoals gezegd onderhoudt het CvZ de subsidierelatie met de klinieken en klopt alleen bij VWS aan als zij geen middelen hebben binnen de subsidieregeling.

ACSG/MR70 werd eind 2008 opnieuw financieel bijgestaan door VWS in analogie met de toen geldende regels van het NZa. De verwachting was dat de kliniek met de toegekende steun de fianciële huishouding weer op orde zou hebben. De regels van de NZa hielden in dat er aan de subsidieverlening voorwaarden werden verbonden (PG-E2902392). De belangrijkste waren dat ACSG/MR70 moet zorgen voor een sluitende begroting en dat de stichting zelf een substantiële eigen bijdrage moet leveren voor het wegwerken van het negatief vermogen. Ze werden dan ook onder verscherpt toezicht van het CvZ geplaatst. Voorts moest een aantal leden van het bestuur worden vervangen.

Juli 2009 liet de kliniek weten te beschikken over nieuwe bestuursleden en in gesprek te zijn met ondermeer het Slotervaartziekenhuis voor nieuwe huisvesting. De huisvesting was één van de maatregelen die het bestuur wilde nemen om invloed te kunnen uitoefenen op het negatief vermogen. De huisvesting van de kliniek aan de Sarphatiestraat is namelijk erg duur.

Eind oktober 2009 liet CvZ in gesprek met VWS weten dat ACSG/MR70 ondanks de genomen maatregelen, niet kon komen tot een sluitende begroting. CvZ zag geen andere mogelijkheid dan in januari 2010 de subsidierelatie met MR70 af te bouwen wegens herhaaldelijke discontinuïteit in de financiën. Voor de maand december 2009 ontstond de situatie dat de crediteuren en het personeel niet meer konden worden betaald. Uiteindelijk is aan ACSG/MR70 geen subsidie vestrekt, maar is het CvZ een maand eerder begonnen met de maatregelen om de kliniek af te bouwen en zijn de kosten in deze afbouw meegenomen.

De situatie bij de Dr. Frans Wong kliniek is anders. In tegenstelling tot ACSG/MR70 heeft deze kliniek nooit financiële problemen gekend. De problemen zijn ontstaan door correcties op de subsidievaststelling door het CvZ. Klinieken dienen een begroting in en op basis van die cijfers vindt er een bevoorschotting plaats door het CvZ. Aan het einde van ieder jaar wordt door het CvZ bekeken of de verstrekte gelden correct en volgens de subsidevoorwaarden zijn besteed. CvZ gaf aan bewijzen in handen te hebben dat de kliniek ten onrechte subsidieabele bedragen in de begrotingen had opgevoerd over de jaren 2007, 2008 en 2009. CvZ was dan ook van mening dat deze bedragen kunnen worden ingehouden op de subsidierechten van 2009. Hierdoor ontstond de situatie dat de kliniek in oktober 2009 voor het laatst geld ontving van het CvZ en acuut in de financiële problemen kwam.

De kliniek is tegen de beschikking van het CvZ in bezwaar gegaan en dit bezwaar loopt nog. Hoewel het CvZ aangeeft verdenkingen te hebben ten aanzien van de kliniek en heeft gemeend op grond daarvan de subsidievasstelling te moeten herzien, zijn de verdenkingen nog geen officiële feiten. Het is bestuurlijk niet gangbaar om hangende bezwaarprocedures een kliniek failliet te laten gaan. Het bestuur van de kliniek is inmiddels vervangen door een nieuwe interim voorzitter en een nieuwe penningmeester.

De situatie eind 2009 en nu

Het bovenstaande leidde in november 2009 niet alleen tot een situatie waarin beide klinieken in Amsterdam op hetzelfde moment in de liquiditeitsproblemen kwamen, maar ook tot een probleem van het waarborgen van de zorg op de langere termijn. De situatie bij de Dr. Frans Wong kliniek blijft hangende de bezwaarprocedures tegen het CvZ uiterst onzeker en ACSG/MR70 zal eind 2010 door het CvZ zijn afgebouwd en houdt op te bestaan.

Beide klinieken hebben meerdere malen aangegeven te willen fuseren en te komen tot één kliniek in Amsterdam. Gesprekken tussen beide klinieken hebben tot nu toe nog niet tot resultaten geleid.

ACSG/MR70 voert sinds eind 2009 serieuze gesprekken met het Slotervaartziekenhuis om te komen tot ander huisvesting. Ook CvZ sluit bij deze gesprekken aan om te beoordelen of er vanuit de subsidieregeling bezwaren bestaan tegen het huisvesten van een al dan niet gefuseerde kliniek in het Slotervaart. Dit is op voorhand niet het geval. Om de continuïteit van de zorg ook voor de langere termijn te kunnen borgen is het van belang dat er een plan komt voor de klinieken in Amsterdam. Uiteindelijk zal er op aanraden van het CvZ zeer waarschijnlijk gekozen worden voor het oprichten van een nieuwe stichting waar de abortusactiviteiten kunnen worden ondergebracht. Gelet op de gesprekken van ASCG/MR70 met het Slotervaartziekenhuis, lijkt dit een voor de hand liggende locatie.

Zoals elke locatie moet ook het Slotervaartziekenhuis voldoen aan de eisen die zijn gesteld in de Wet afbreking zwangerschap (Waz) en het Besluit afbreking zwangerschap (Baz). De eisen gelden ondermeer ten aanzien van de werkwijze, huisvesting, het waarborgen van de anonimiteit van de vrouw en zorgvuldigheid omtrent de gespreksvoering. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal erop toezien dat de nieuw op te richten kliniek in Amsterdam zal voldoen aan deze eisen zodat de abortushulpverlening uit medisch en verpleegkundig oogpunt naar behoren kan worden uitgevoerd.

Gelet op de onzekere positie van de Dr. Frans Wong kliniek en de afbouw van ACSG/MR70 in 2010 heb ik het CSZ gevraagd een kort rapport uit te brengen over de mogelijke problemen rondom het waarborgen van de continuïteit van de zorg. De eerste bevindingen van het CSZ zijn bijgevoegd.

Het is gelet op de onzekere situatie urgent dat de beide abortusklinieken tot een oplossing komen ten behoeve van één goed functionerende kliniek op basis van de regels vanuit de Waz en het Baz. CvZ zal daarbij vanuit zijn rol de subsidieregeling uitvoeren en de afbouw van ACSG/MR70 begeleiden. Ik zal vanuit VWS in samenspraak met de IGZ zorgdragen voor het feit dat de abortushulpverlening moet worden uitgevoerd conform de eisen uit de Waz en de Baz.

Erop vertouwende u voldoende te hebben geïnformeerd,

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.