Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 16 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat door flankerend beleid het staandwant vissen steeds vaker als alternatief genomen wordt voor vissen op zee;
overwegende, dat door het huidige beleid de staandwantvisserij waarschijnlijk toe zal nemen;
constaterende, dat de gevolgen van kilometers staandwant voor de Nederlandse kust niet voldoende in kaart zijn gebracht, met name wanneer het gaat om landschappelijke waarden, bijvangst en watervogels;
verzoekt de regering te onderzoeken hoeveel kilometer staandwant in de Nederlandse wateren mogelijk is zonder dat daarvan ernstige gevolgen ontstaan voor landschappelijke waarden, bijvangst en watervogels en totdat de resultaten bekend zijn deze hoeveelheid staandwantvistuig te bevriezen op het huidige niveau,
en gaat over tot de orde van de dag.
Polderman