Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2010
Bij brief van 11 juni 2010 (Kamerstuk 32 123 XIV, nr. 210) heb ik u geïnformeerd over de voorbereiding van de 62e jaarvergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC62) van 21-25 juni jl. in Marokko. In het bijzonder stond in deze vergadering het consensusvoorstel inzake de toekomst van de IWC op de agenda.
Ik wil u thans als volgt informeren over de resultaten van deze 62e jaarvergadering.
De toekomst van de IWC
De EU heeft twee dagen voor het begin van de conferentie, op vrijdag 18 juni, haar positie nader vastgelegd. Het consensusvoorstel dat onder meer inhield dat gedurende een overgangsperiode van 10 jaar een verminderde jacht zou worden toegestaan, ook in reservaten, zonder uitzicht op een definitieve afbouw, is door de EU als onaanvaardbaar van de hand gewezen. Alle voor Nederland belangrijke elementen zijn voorts in de gezamenlijke EU-positie opgenomen. Dat betreft onder meer spoedige stopzetting van de jacht door Japan in reservaten in de Zuidelijke Oceanen, afbouw van de commerciële walvisjacht op het Noordelijk Halfrond binnen een duidelijke termijn, en afspraken dat walvisvlees alleen voor lokale (inheemse) consumptie gebruikt mag worden en niet verhandeld.
De Nederlandse delegatie heeft zich in aansluiting op de EU-positie tijdens IWC62 zowel formeel als informeel ingezet voor het van tafel krijgen van het onaanvaardbare consensusvoorstel. Er is echter ook gepleit voor een voortzetting van het overlegproces, met als inzet te komen tot een definitieve oplossing voor de walvisjacht.
Door de opstelling van de EU en gelijkgezinde landen als Australië, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten en het Latijns-Amerikaanse blok aan de ene kant en Japan, Noorwegen en IJsland aan de andere kant werd al snel duidelijk dat het consensusvoorstel onvoldoende basis bood voor het vinden van een oplossing van de impasse waarin de IWC zich bevindt. Daarvoor bleken de standpunten van de walvisbeschermende en walvisjagende landen te ver uiteen te liggen.
Het consensusvoorstel is daarom als zodanig van tafel gehaald door de voorzitter. In plaats daarvan hebben de eerste dagen informatieve gesprekken plaatsgevonden tussen de belangrijkste walvisvarende landen en groepen van walvisbeschermende landen waaronder de EU.
Vier onderwerpen hebben tijdens de gesprekken centraal gestaan: het moratorium, de handel, de walvisreservaten en de eventuele legitimatie van de commerciële vangst van walvissen. De gesprekken leverden weliswaar een verheldering van de wederzijdse posities op, maar leidden niet tot daadwerkelijke onderhandelingen. Daarvoor liggen de opvattingen te ver uiteen. Met name de door de EU en andere walvisbeschermende landen geuite wens om alle walvisvangst uit te bannen, bleek voor Japan, IJsland en Noorwegen onbespreekbaar.
In de plenaire vergadering is vervolgens door vrijwel alle landen geconstateerd dat verdere onderhandelingen op dit moment geen zin hebben. Uiteindelijk is besloten tot een afkoelingsperiode tot de volgende jaarvergadering. In de tussenliggende periode kunnen verdere (bilaterale) gesprekken plaatsvinden om te proberen de tegenstellingen te overbruggen.
Beoordeling resultaat van toekomstgerichte discussie
Ik heb gemengde gevoelens over de uitkomst van IWC62. Enerzijds verheugt het me dat het compromisvoorstel dat voorzag in een legitimatie van commerciële walvisjacht op beperkte schaal van tafel is. Anderzijds is het teleurstellend dat de uitfasering van de walvisjacht niet dichterbij is gekomen en er ook geen zicht is op een verbod op walvisvangst in de reservaten.
In elk geval is het een goede zaak dat de partijen met elkaar in gesprek willen blijven en de IWC blijft doorgaan met het zoeken naar een definitieve oplossing.
Inheemse walvisjacht door Groenland
IWC62 is er in geslaagd een oplossing te vinden voor de inheemse walvisjacht door Groenland. Deze kwestie stond nog open sinds de vorige jaarvergadering. De vergadering is akkoord gegaan met het toestaan van de vangst van 9 bultruggen per jaar voor de periode 2010–2012. Het aantal te vangen vinvissen wordt tegelijkertijd verminderd met 9 exemplaren per jaar en het aantal te vangen dwergvinvissen met 20 per jaar.
Na langdurige onderhandelingen heeft Nederland uiteindelijk ingestemd met de consensus binnen de EU om deze oplossing te steunen. Bij de afweging is onder meer betrokken dat de betreffende populatie bultruggen volgens wetenschappers minder bedreigd is dan die van de vinvissen en voorts dat het totale aantal bejaagde dieren hiermee afneemt.
Veiligheid op zee.
Tijdens IWC62 heeft Japan onder het agendapunt «veiligheid op zee» een presentatie gegeven over de acties van de Sea Shepherd Conservation Society (SSCS) in het afgelopen jachtseizoen. Japan deed opnieuw een dringend beroep op vooral Nederland, als vlaggenstaat van twee SSCS-schepen, om nu passende maatregelen te nemen.
Nederland heeft in reactie een verklaring afgelegd waarin ondermeer teleurstelling is uitgesproken over het gebrek aan terughoudendheid van zowel SSCS als de Japanse walvisvaarders, evenals toenemende bezorgdheid over de incidenten die daar uit voortvloeien.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg