Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2010
Bij motie Dibi (GL) en Jacobi (PvdA) c.s. (32 123 XIV, nr. 109) is de regering verzocht een inventarisatie te maken van hindernissen voor wandelaars, met de waterschappen rond de tafel te gaan om deze weg te nemen en de Kamer hier over te informeren. In vervolg hierop bericht ik u als volgt.
Het ministerie van LNV en de Unie van Waterschappen (UvW) werken samen om belemmeringen rond wandelmogelijkheden weg te nemen en recreatief medegebruik van terreinen die onder verantwoordelijkheid van de waterschappen vallen te bevorderen. De UvW en LNV hebben samen het rapport «Waterschappen aan de wandel: recreatief medegebruik bij waterschappen nu en in de toekomst» opgesteld, dat ik u op 18 mei 2009 heb doen toekomen. In dit rapport wordt verslag gedaan van de stand van zaken rond het recreatief medegebruik van waterschapsterreinen, en van de kansen en belemmeringen rond de toekomstige wandelmogelijkheden. De conclusie is dat waterschappen steeds meer aandacht schenken aan recreatief medegebruik, maar dat er nog meer mogelijk is.
Daarnaast heb ik u in mijn brief van 13 november 2009 (32 123 XIV, nr. 60) bericht over de aanjaagrol die de Unie van Waterschappen heeft opgepakt. De Unie organiseert dit jaar wederom enkele bijeenkomsten voor het kennisnetwerk recreatief medegebruik met waterschappen en Rijkswaterstaat. Hier werkt men samen aan het oppakken van de aanbevelingen uit het rapport «Waterschappen aan de wandel».
In aanvulling hierop heb ik de Unie van Waterschappen verzocht de door de leden Dibi en Jacobi gevraagde inventarisatie te maken.
Over de resultaten zal ik u later dit jaar berichten.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg