Voorgesteld 29 oktober 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening, dat inkoopmacht evenzeer een vorm van marktmacht is als verkoopmacht;
constaterende, dat zelfstandig ondernemers geconfronteerd worden met grootinkopers die onredelijke leveringsvoorwaarden afdwingen en als pressiemiddel hierbij het stopzetten van afname gebruiken;
van mening, dat hiermee sprake is van misbruik van inkoopmacht en dat hiermee bedrijven in hun voortbestaan worden bedreigd;
constaterende, dat de NMa belijdt dat in de Mededingingswet geen sprake kan zijn van iets als misbruik van inkoopmacht;
van mening, dat het echter zowel ideologisch als vanuit de praktijk geredeneerd wenselijk is dat de NMa toezicht houdt op de inkoopkant van de markt;
verzoekt de regering de Kamer te informeren over hoe misbruik van inkoopmacht kan en zal worden aangepakt door de NMa en hierbij de mogelijkheid om de Mededingingswet aan te passen, mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Gesthuizen
Vendrik