Voorgesteld 19 mei 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat:
– sinds 2007 materieel geen voortgang geboekt is bij het terugdringen van de overlast vanaf vliegbasis Geilenkirchen;
– het aantal vluchten in 2009 zelfs gestegen is;
– nog altijd circa 40.000 mensen in Zuid-Limburg ernstige overlast ondervinden;
– de Kamer bij herhaling, via de moties De Wit c.s. (31 200-XI, nr. 71), Neppérus/Koopmans (31 700-XI, nr. 78) en Neppérus-Samsom (31 700-XI, nr. 78) heeft uitgesproken dat er op dit dossier geen sprake meer kan zijn van een inspanningsverplichting, maar van een resultaatverplichting;
– er serieuze interesse is vanuit andere NAVO-landen om de AWACS-vluchten over te nemen, maar de daadwerkelijke overplaatsing keer op keer uitgesteld wordt;
van mening, dat de voorstellen van de staatssecretaris van Defensie d.d. 13 april 2010 onvoldoende zekerheid opleveren dat de doelstelling van de motie 31 700, nr. 78, tijdig gerealiseerd wordt;
verzoekt de regering om in het eerstvolgende NAPMO-overleg te melden dat Nederland, indien het uitplaatsen van vluchten niet leidt tot een geluidsreductie van 35% in 2012, per 1 januari 2012 zal overgaan tot het inroepen van de binnenvliegregeling;
verzoekt de regering voorbereidingen te treffen om per 1 januari 2012 op grond van artikel 1, tweede lid, van de NAVO-binnenvliegregeling – behoudens crisissituaties – voorwaarden te kunnen stellen aan het vliegen met AWACS-vliegtuigen boven Nederlands grondgebied, zodanig dat een geluidsreductie van 35% bereikt wordt ten opzichte van het aantal toegestane vliegbewegingen in 2009 (3600),
en gaat over tot de orde van de dag.
Jansen
Neppérus
Samsom
Vendrik
De Mos