Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2009
In het Algemeen Overleg op 3 september jl. (kamerstuk 32 123 XI, nr. 3) over de tariefsverhoging van het Kadaster heb ik toegezegd uw Kamer het Meerjarenbeleidsplan Kadaster (MBP 2010–2014) te doen toekomen. Bijgaand ontvangt u het door mij goedgekeurde MBP inclusief de begroting 2010 en de meerjarenraming ter informatie.1
Met het MBP 2010–2014 heeft het Kadaster naar mijn oordeel een adequate strategie geformuleerd voor de komende jaren. Op basis van een voorzichtige prognose van het werkaanbod (akten en hypotheekstukken) zal het Kadaster bij gelijkblijvende tarieven de komende jaren een licht positief resultaat behalen2. Hoewel het Kadaster nog gevoelig blijft voor conjunctuurfluctuaties, zal volgens de meerjarenraming de solvabiliteitspositie van het Kadaster zich stapsgewijs herstellen. Als gevolg van diverse ingrepen in de bedrijfsvoering laten de bedrijfslasten nu een dalende lijn zien. De geformuleerde ontwikkelopgave of investeringsactiviteiten op het gebied van inwinning en registratie en in de sfeer van verbetering van de informatieverstrekking zijn bedrijfseconomisch verantwoord en in lijn met de mededingingswetgeving. Door het Kadaster worden nu geen nieuwe taken voorgesteld. Het MBP 2010–2014 voldoet daarmee aan de door mij geformuleerde randvoorwaarden en vertrekpunten voor een nieuwe strategie volgens mijn brief van 1 september jl. (TK 2008–2009, 31 700 XI, nr. 104).
Nader voorstel voor herzien financieringsarrangement Kadaster
Het Kadaster is op mijn verzoek begonnen met een onderzoek naar een herziening van de bestaande bekostigingsstructuur teneinde de organisatie minder conjunctuurgevoelig te maken en opeenvolgende, ingrijpende tariefsaanpassingen in de toekomst te voorkomen. In het door mij goedgekeurde MBP is evenwel nog geen uitgewerkt voorstel voor een nieuw financieringsarrangement opgenomen. Mogelijkheden tot verbetering in de huidige systematiek of verdergaande aanpassingen in de tariefstructuur moeten eerst goed worden beoordeeld op hun consequenties aan de hand van diverse criteria zoals het vergroten van de kostenflexibiliteit, het versterken van de prijsstabiliteit, het kunnen blijven voorzien in klantbehoeften, het behoud van de zelfstandigheid van het Kadaster en toepassing van het profijtbeginsel. Dit moet ook goed worden besproken met belangrijke klantgroepen van het Kadaster en mijn collega minister van Financiën. Een eventuele herziening van het financieringsarrangement vraagt ook om een wetswijziging. Ik stel voor om de verdere uitwerking en de afweging van alternatieven onderdeel te laten uitmaken van de 3de periodieke externe evaluatie van het Kadaster, die voor dit voorjaar geprogrammeerd staat. Uw Kamer mag dan na de zomer van 2010 mijn standpunt tegemoet zien.
Bijdrage Kadaster aan taakstelling Vernieuwing Rijksdienst
Het Kadaster is in het kader van de Vernieuwing Rijksdienst gevraagd een substantiële bijdrage te leveren aan de reductie van de Rijksoverheid.
Hoewel het Kadaster er sinds 2005 belangrijke taken bij heeft gekregen (denk aan KLIC voor kabels en leidingen, Basisregistratie Adressen en Gebouwen en de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen) en de uitstroom van oudere medewerkers wordt bemoeilijkt als gevolg van rijksbeleid dat langer doorwerken juist stimuleert, acht ik een streefcijfer van 1800 fte’s aan vaste en tijdelijke medewerkers ultimo 2011 nog steeds haalbaar. Daarmee levert het Kadaster een aanzienlijke bijdrage aan de verkleining van de rijksoverheid, zeker tegen de achtergrond van de moeilijke economische omstandigheden. Ik wil het Kadaster bij het realiseren van deze ambitie behulpzaam zijn.
Wijziging Organisatiewet Kadaster
Als gevolg van invoering van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen behoeft de instellingswet Kadaster een aanpassing op onderdelen, o.a. wat betreft de positie van de Raad van Toezicht en goedkeuring van het bestuursreglement. Na verwerking van het advies van de Raad van State ontvangt uw Kamer begin volgend jaar de voorgenomen wetswijziging, waarmee de Organisatiewet Kadaster in lijn wordt gebracht met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
Ik vertrouw erop hiermee aan de gedane toezeggingen te hebben voldaan.
Hierbij wordt opgemerkt dat het Kadaster volgens prognose – als gevolg van een productie ver beneden de planning en de aanpassing van tarieven m.i.v. 1 augustus jl. – dit jaar nog wel afsluit met een licht negatief resultaat.