Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2009
In mijn brief van 20 mei 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 115) over de functie van de Inspecteur-generaal der Krijgsmacht (IGK) heb ik de Kamer laten weten bereid te zijn het overleg tussen de Kamer en de IGK meer openbaar te maken. Concreet stelde ik voor om desgevraagd de IGK, in aanwezigheid van de minister van Defensie, in de Tweede of Eerste Kamer een toelichting te laten geven op zijn jaarverslag.
Een dergelijk overleg heeft plaatsgehad op woensdag 14 oktober jl., waarbij ik aan het begin van mijn termijn heb gezegd deze formule als een experiment te beschouwen. Aan het einde van het algemeen overleg heb ik laten weten u binnen enkele weken mijn conclusie mee te delen over deze vorm van betrokkenheid van de IGK bij een openbaar debat met uw Kamer.
Tijdens het algemeen overleg bleek dat het voor de woordvoerders lastig was een onderscheid te maken tussen het vragen van verantwoording aan de minister enerzijds en het vragen van toelichting op het jaarverslag door de IGK anderzijds. Ik concludeer daarom dat voortzetting van het experiment geen aanbeveling verdient. Vanzelfsprekend blijft het mogelijk dat de Kamer zich, als voorheen, in een informeel overleg met de IGK laat informeren over de inhoud van zijn jaarverslag.