Vastgesteld 18 augustus 2010
De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 8 juni 2010 t.g.v. het jaarverslag 2009 van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (Kamerstuk 32 123 X, nr. 133).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 17 augustus 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Miltenburg
Adjunct-griffier van de commissie,
Bontje
1
Kunt u specifiek aangeven welke veranderingen de nieuwe staatkundige verhoudingen zullen hebben voor de organisatie, taken en financiering van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba?
Zoals blijkt uit het Lange Termijn Plan 2009–2018 (TK 2009–2010, 32 123 X, nr. 7) brengt de staatkundige herschikking voor de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba beperkte veranderingen mee. De Kustwacht zal na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen gaan samenwerken met twee nieuwe landen binnen het Koninkrijk, te weten Curaçao en Sint Maarten. Alle betrokken landen (Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland) zullen dan bijdragen aan de financiering van de Kustwacht. Deze bijdragen zijn gebaseerd op een vastgestelde verdeelsleutel, die naar aanleiding van de veranderende staatkundige verhoudingen moet worden gewijzigd. Het totale budget dat voor de Kustwacht beschikbaar is, wordt niet gewijzigd.
In de taken van de Kustwacht worden geen veranderingen voorzien. Wel zullen er als gevolg van de andere staatkundige verhoudingen met de deelnemende landen afspraken moeten worden gemaakt over onder andere de samenstelling van de Kustwachtfora en de benaming van de Kustwacht.
2
Is de inzet van de kustwacht in de strijd tegen drugs effectief?
De Kustwacht heeft de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in geavanceerde opsporingsmiddelen en is een internationaal gewaardeerde partner in de drugsbestrijdingsketen in het Caribisch gebied. Naast de Kustwacht spelen bij de drugsbestrijding onder andere de lokale politie, het Recherche Samenwerkings Team (RST), de Koninklijke Marechaussee, de douane, het Commando Zeestrijdkrachten en buitenlandse partners (waaronder de Amerikaanse antidrugsorganisatie) een rol. Vastgesteld kan worden, onder meer op basis van VN-rapportages, dat de Nederlandse Antillen en Aruba een minder grote rol zijn gaan spelen als tussenstation voor drugshandel. Het precieze effect van de bijdrage van de Kustwacht is lastig te kwalificeren aangezien resultaten veelal door middel van gezamenlijk optreden tot stand komen.
3
Is bekend of er elders in de regio, bijvoorbeeld in Mexico over land, meer drugshandel plaatsvindt?
Hiervoor zijn geen concrete aanwijzingen. In algemene zin geldt dat drugsstromen zich verplaatsen indien in bepaalde gebieden meer wordt gecontroleerd. Wel kan gesteld worden dat Mexico eerder een doorvoerland is naar de VS en Canada dan naar Europa.
4
Kunt u aangeven welke gebieden in Zuid-Amerika de drugssmokkel vooral faciliteren en zijn er gegevens over de nationaliteiten van de smokkelaars?
Bekend is dat de meeste drugs (vooral cocaïne) afkomstig zijn uit Colombia en Peru. Cocaïne die bestemd is voor Europa wordt vaak vervoerd via Venezuela. In toenemende mate speelt (West-)Afrika hier ook een rol. De nationaliteit van de smokkelaars is uiteenlopend.
5
Hoeveel geld wordt er besteed aan de terrorismebestrijding door de Kustwacht?
De Kustwacht is belast met meerdere taken die veelal tegelijkertijd worden uitgevoerd. Een kostenverdeling tussen de verschillende taken is daardoor niet te maken.
6
Waarom is er een aanzienlijke stijging opgetreden in het aantal onderschepte illegale immigranten ten opzichte van 2008? Waarom probeerden deze illegale immigranten met name het eiland Sint-Maarten te bereiken?
De stijging in het aantal onderschepte illegale immigranten is niet te duiden. De illegale immigratie op de Bovenwindse Eilanden komt overwegend uit Haïti, waar St. Maarten dicht bij ligt. Daarnaast maakt het Franse deel van het eiland (St. Martin) onderdeel uit van de Europese Unie, hetgeen de aantrekkingskracht op immigranten verhoogt. Ook wordt St. Maarten vermoedelijk gebruikt als springplank naar de aan de Verenigde Staten verbonden Caribische eilanden, zoals Puerto Rico en de Maagdeneilanden.
7
Hebben de overheden op de Nederlandse Antillen en Aruba ook een standpunt uitgedragen over de mate van beveiliging die wordt geboden door een stationschip in de vorm van een bevoorradingsschip (de Hr. Ms. Amsterdam)? Worden daaromtrent ook standpunten verwoord in de Antilliaanse respectievelijk Arubaanse pers? Zo ja, wat houden die standpunten in?
Nee.
8
Wat zijn de vooruitzichten met betrekking tot de inzet(baarheid) van boordhelikopters voor 2010?
De stationsschepen zijn voorzien van een boordhelikopter. Voor 2010 wordt uitgegaan van de in het Jaarplan toegezegde inzet van de boordhelikopter.
9
Tot welke structurele oplossing zal worden gekomen om de kwaliteit van de helikopteroperaties bij de Kustwacht te borgen?
Op dit moment wordt overlegd met de Militaire Luchtvaartautoriteit en de Luchtvaartinspectie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over de handhaving en verbetering van de kwaliteit van luchtvaartoperaties.
10
Zijn er voorbeelden van minder geslaagde samenwerkingsinitiatieven op het gebied van deKustwacht met landen als Venezuela en de Dominicaanse Republiek?
Nee, de samenwerking met de kustwachten van de aangrenzende landen verloopt naar tevredenheid.
11
Zal de vullingsgraad van de kustwachtorganisatie op 31 december 2010 op 100% liggen?
De Kustwacht streeft naar volledige kwalitatieve en kwantitatieve vulling. Een volledige personele vulling per 31 december 2010 kan niet worden gegarandeerd.
12
Welk integriteitsbeleid wordt voor het personeel van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillenen Aruba gevoerd?
De Kustwacht heeft in samenwerking met het personeel een eigen integriteitsbeleid ontwikkeld in de vorm van een integriteitsstatuut, een beroepscode en een signaleringsregeling.
13
Welke kosten zijn/waren verbonden aan de modificatie van de Super-RHIB’s? Hoe wordt dezemodificatie gefinancierd?
Het modificatietraject van de Super-RHIBs is gestart in 2008. De twaalfde en laatste gemodificeerde Super-RHIB is in maart 2010 afgeleverd. De totale kosten van de modificatie bedragen naar verwachting 1,3 miljoen euro, afhankelijk van de definitieve rekening van het Marinebedrijf. De modificatie is gefinancierd uit het investeringsdeel van het Kustwachtbudget.
14
Wat is er gebeurd met de in beslag genomen 1 172 kilogrammen drugs?
De in beslag genomen drugs worden door de Kustwacht overgedragen aan de lokale autoriteiten en daarna door hen vernietigd.