Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2010
Op 1 april jl. heeft de vaste commissie voor Defensie verzocht (kenmerk 2010Z05842/2010D16277) om nadere informatie over de gevolgen per krijgsmachtdeel van de budgetproblemen bij Defensie. Hierbij reageer ik op dit verzoek.
Zoals uiteengezet in de brief van 9 maart jl. (Kamerstuk 32 123 X, nr. 109) heeft de directeur van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in januari jl. besloten tot een verplichtingenpauze ten aanzien van het DMO-exploitatiebudget. De maatregel was noodzakelijk omdat zonder ingrijpen het DMO-exploitatiebudget in 2010 fors zou worden overschreden. De pauze houdt in dat de DMO voorlopig geen nieuwe verplichtingen met betalingsmomenten in 2010 aangaat voor onder meer de logistieke ondersteuning van de operationele commando’s. Er geldt een uitzondering voor verplichtingen ten behoeve van de uitzendingen en de pauze heeft evenmin betrekking op de uitgaven voor investeringsprojecten. De knelpunten in de exploitatie worden op dit moment nog geanalyseerd. Duidelijk is dat een deel van de huidige problemen voortkomt uit overschrijdingen in 2009.
Gevolgen
De gevolgen van de verplichtingenpauze zijn voelbaar in de gehele krijgsmacht met uitzondering van de eenheden die op uitzending zijn en (inter)nationale taken uitvoeren. Door de verplichtingenpauze worden er minder reservedelen geleverd en zijn wapensystemen langer dan normaal in onderhoud. De verplichtingenpauze is ook van invloed op de bestellingen van brandstof, munitie, kleding en uitrusting, en op het sluiten van onderhoudscontracten. Deze maatregelen zouden op de langere termijn kunnen leiden tot een lagere gereedstelling van eenheden. Het is mijn vaste voornemen dit tot een minimum te beperken. De verplichtingenpauze is dan ook eindig en wordt benut om de vereiste maatregelen te treffen.
De verplichtingenpauze heeft zoals gezegd geen betrekking op investeringsuitgaven. Niettemin worden enige investeringsprojecten er wel door geraakt. Het betreft projecten bij het Marinebedrijf waarbij modificaties gelijktijdig met regulier onderhoud worden uitgevoerd.
Het gaat om de projecten Aanpassing Mijnenbestrijdingscapaciteit (PAM), Instandhouding M-fregatten en Instandhouding Walrus-onderzeeboten. Bij het Commando luchtstrijdkrachten doen de meeste problemen zich voor bij de helicopters. De Kamer is hierover apart geïnformeerd bij brief van 1 april 2010. Voor wat betreft het Commando landstrijdkrachten is er sprake van effecten bij de Pantzerhowitzer, de Fennek, de CV-90 en de MB's. Voor alle krijgsmachtdelen geldt dat dit niet de inzet van betreffende middelen in Afghanistan raakt.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries