Kamerstuk 32123-VI-21

Stand van zaken toezeggingen over o.a. Intensivering executie strafvonnissen, Onderzoek de kwaliteit van de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie en Wetswijziging voorwaardelijke sancties

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 3 november 2009
Indiener(s): Hirsch Ballin
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-VI-21.html
ID: 32123-VI-21

32 123 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

nr. 21
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2009

Voorafgaand aan de behandeling van de Justitiebegroting 2010 wil ik u met deze brief informeren over de stand van zaken van een aantal toezeggingen die ik uw Kamer heb gedaan.

Intensivering executie strafvonnissen

Naar aanleiding van de behandeling van de begroting van het Ministerie van Justitie in uw Kamer in november 2008 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 20, blz. 1459–1509 en blz. 1552–1567) hebben mijn ambtgenote van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik een aantal maatregelen aangekondigd, die tot een intensivering van de executie van openstaande strafvonnissen moeten leiden. In onze brief van 18 maart 2009, TK, 2008–2009, 31 700 VI, nr. 111 zijn deze maatregelen uitgewerkt.

De randvoorwaarden voor intensivering van de executie zijn intussen vervuld en concrete maatregelen zijn in gang gezet.

• Een belangrijke stap in dit verband is dat het College van procureurs-generaal met de hoofdofficieren van justitie de afspraak heeft gemaakt de sturing op de executie van vrijheidsstraffen en geldboetes te versterken. De jaarlijkse executieafspraken OM-CJIB-politie zullen vanaf 2010 nadrukkelijk op dit aspect worden gemonitord.

• Het aangekondigde onderzoek naar de samenstelling van het OPS-bestand is nu afgerond. Het Openbaar Ministerie gaat aan de hand van dit onderzoek – in overleg met politie en het CJIBaangrijpingspunten vaststellen, die leiden tot beïnvloeding van de instroom en uitstroom van het OPS-bestand.

• Mijn ambtgenote van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik hebben voor het Team Executie Strafvonnissen(TES) extra financiële middelen beschikbaar gesteld, waardoor de capaciteit het huidige TES tot ultimo 2011 is verdubbeld.

• Intussen zijn ook andere maatregelen, zoals de opschoning van bestanden, het vergelijken van verschillende bestanden, het delen van best practices en het opleiden van het personeel van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) om de politie bij de executie te ondersteunen, uitgevoerd.

Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) is gevraagd de resultaten van de intensivering van de executie voor ons te gaan registreren. Zoals aangegeven in de brief van 18 maart 2009 is het doel om in 2012 te komen tot een normale werkvoorraad. Medio 2010 verwachten wij de eerste vergelijkbare registraties te kunnen presenteren.

Onderzoek de kwaliteit van de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie en in verband daarmee naar de kwantiteit – kwaliteit verhouding van vergunninghouders

In het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie voor Justitie van 9 juli 2007 heb ik toegezegd dat de Inspectie Jeugdzorg zal worden verzocht onderzoek te doen naar de kwaliteit van de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie en in verband daarmee naar de kwantiteit–kwaliteit verhouding van vergunninghouders.

Recentelijk is het onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg afgerond en voor een reactie op de aanbevelingen uit het onderzoek voorgelegd aan de vergunninghouders en de Raad voor de Kinderbescherming. Aan hen is gevraagd om op korte termijn een reactie te geven op de aanbevelingen van het onderzoeksrapport. Het betreft een tussentijdse evaluatie vooruitlopend op de inwerkingtreding van het Kwaliteitskader vergunninghouders per 1 januari 2010. Naar verwachting zal begin 2010 dit rapport samen met een reactie op de onderzoeksbevindingen en aanbevelingen aan de Vaste Kamercommissie worden verzonden.

In mei 2010 zal de Inspectie Jeugdzorg opnieuw onderzoek doen naar de wijze waarop de vergunninghouders het Kwaliteitskader vergunninghouders hebben geïmplementeerd en medio 2010 rapporteren. De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden meegenomen bij de besluitvorming over verlenging van de vergunning van de vergunninghouders in oktober 2010. Ook dit rapport zal met een reactie op de onderzoeksbevindingen en aanbevelingen aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Wetswijziging voorwaardelijke sancties

De toezegging, gedaan tijdens het algemeen overleg over taakstraffen op 8 oktober 2008 (kamerstuk 31 700 VI, nr. 67), u te informeren over de stand van zaken van het conceptwetsvoorstel voorwaardelijke sancties, doe ik hier gestand.

Een wetswijziging vormt het sluitstuk van de verbeteringen op het terrein van voorwaardelijke sancties. De kernelementen van het wetsvoorstel voorwaardelijke sancties zijn:

• het vastleggen van een lijst met in de praktijk (veel) toegepaste bijzondere voorwaarden in de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.);

• het creëren in de regeling van de voorwaardelijke veroordeling van een mogelijkheid voor snel ingrijpen indien de voorwaarden niet worden nageleefd (naar het voorbeeld van de v.i.-regeling);

• het doen opgaan van de leerstraf in de voorwaardelijke straf (en daarmee het opheffen van de leerstraf als zelfstandige taakstraf).

Het conceptwetsvoorstel biedt voor de reclassering, de officier van justitie en de rechter een duidelijk kader voor toepassing van bijzondere voorwaarden. Het wetsvoorstel is positief ontvangen door de geconsulteerde organisaties (de Raad voor de Rechtspraak, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de Raad van hoofdcommissarissen, de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming de drie reclasseringsorganisaties). Op dit moment ligt het wetsvoorstel voor advies bij de Raad van State.

Particulier cameratoezicht

In het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie voor Justitie over winkelovervallen (1 april 2009) (kamerstuk 28 684, nr. 225) is toegezegd de Kamer een brief te sturen over particulier cameratoezicht met daarin aandacht voor: de mogelijkheid met camera’s vanuit de winkel een deel van de publieke ruimte in beeld te hebben (als bijlage zal het integrale antwoord van het CBP worden gevoegd), de verlenging van de bewaartermijn van particuliere camerabeelden en de technische mogelijkheden van opslag van de beelden op een centraal punt bij de KLPD. In ditzelfde overleg is toegezegd de Kamer een brief te sturen over het opnemen van een verbod op rooftassen en -jassen in de model-APV na ommekomst van overleg met VNG.

In het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie voor Justitie over Criminaliteit Bedrijfsleven (15 oktober 2009) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de mogelijkheid om met camera’s vanuit de winkel een deel van de publieke ruimte in beeld te hebben. Daarnaast is aangegeven dat de bewaartermijnen voor camerabeelden zal worden verlengd (verwachte inwerkingtreding van het gewijzigde Vrijstellingsbesluit Wet bescherming persoongegevens op 1 juli 2010) en dat het centraal opslaan van gegevens niet gewenst is.

In het Algemeen Overleg over Criminaliteit bedrijfsleven is de Kamer tevens geïnformeerd over de overeenkomst met de VNG dat zij haar leden schriftelijk zal attenderen op de mogelijkheid een bepaling in de APV op te nemen die het bezit van rooftassen e.d. verbiedt. In deze brief zal tevens een voorbeeldartikel worden opgenomen die gemeenten rechtstreeks in hun APV kunnen opnemen.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin