Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2010
President Obama heeft het initiatief genomen voor de organisatie van de Nuclear Security Summit (NSS), die op 12 en 13 april 2010 in Washington zal plaatsvinden. Hij wil hiermee een betere beveiliging van nucleaire materialen bewerkstelligen, om zo de dreiging die onder andere uitgaat van nucleair terrorisme tegen te gaan. Daarnaast zet president Obama in op de versterking van mondiale samenwerking om zo smokkel van nucleair materiaal op te sporen en tegen te gaan. Hij heeft hiertoe 43 landen, waaronder Nederland, en enkele internationale organisaties (o.a. IAEA en VN) uitgenodigd. Ook Israël, Pakistan en India, geen partij bij het non-proliferatie verdrag, zijn uitgenodigd. De Nederlandse delegatie zal worden geleid door minister-president Balkenende.
Omdat Nederland grote waardering heeft voor het initiatief van president Obama en dit initiatief goed aansluit op de bijeenkomst van het Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism (GICNT) die in juni 2009 in Den Haag werd gehouden, heeft Nederland aangeboden een voorbereidende bijeenkomst voor de NSS te organiseren. Deze vond van 9 t/m 11 februari jl. in Den Haag plaats en vormde de derde en tevens laatste bijeenkomst op hoogambtelijk niveau ter voorbereiding op de NSS. De bijeenkomst in Den Haag onderstreept de Nederlandse betrokkenheid bij de multilaterale benadering van non-proliferatie, kernontwapening en nucleaire veiligheid.
De uitkomst van de NSS is de aanname van een politiek communiqué en werkplan, waarvan een duidelijk politiek commitment uitgaat om de beveiliging van nucleair materiaal te verbeteren en de internationale samenwerking op dit terrein te versterken. Hoewel er formeel gezien geen relatie bestaat tussen de NSS en de NPV Toetsingsconferentie (in mei 2010), kan een dergelijke politieke boodschap van het hoogste niveau mogelijk een positieve impuls geven aan de versterking van het non-proliferatie regime in de breedste zin.
De minister van Buitenlandse Zaken
M. J. M. Verhagen