Kamerstuk 32123-IXB-16

Kapitaalverhoging van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 25 juni 2010
Indiener(s): Jan Kees de Jager (minister financiën) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-IXB-16.html
ID: 32123-IXB-16

Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2010

Met deze brief wil ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, informeren over de kapitaalverhoging van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (European Bank for Reconstruction and Development, EBRD).

De EBRD

Doelstelling van de EBRD is het bevorderen van de overgang naar een markteconomie en het private ondernemerschap in landen in Midden- en Oost-Europa, de voormalige Sovjet Unie, Mongolië en Turkije, met speciale aandacht voor hun integratie in de wereldeconomie, de principes van een meerpartijen democratie, pluralisme en een gezond milieubeleid. De EBRD verstrekt daartoe middelen in de vorm van vooral leningen en participaties.

Akkoord over een kapitaalverhoging voor de EBRD

Tijdens de Jaarvergadering van de EBRD in Zagreb, op 14 en 15 mei jl., hebben de Gouverneurs ingestemd met een kapitaalverhoging voor de EBRD. De kapitaalverhoging is onderdeel van bredere besluitvorming over de zogenaamde vierde Capital Resources Review (CCR4), het middellange termijn kader van de EBRD dat de prioriteiten en bijbehorende middelen vastlegt voor de periode 2011 tot en met 2015. In het kader van CRR4 is besloten het kapitaal met 50% (€ 10 mld) te verhogen, bestaande uit € 9 mld garantiekapitaal en € 1 mld. overheveling uit de reserves van de Bank naar het gestorte (paid-in) kapitaal. Voor deze kapitaalverhoging is geen aanpassing nodig van de Statuten (Articles of Agreement) van de EBRD.

De EBRD geeft met dit besluit zichtbaar gevolg aan de oproep van de G20 in april 2009 om zeker te stellen dat er voldoende kapitaal beschikbaar is voor een adequate crisisrespons en het begeleiden van het economisch herstel. De EBRD-regio is onevenredig zwaar getroffen door de financiële en economische crisis. De Bank heeft snel en adequaat op de crisis gereageerd, onder andere door haar leidende rol in het zogenaamde Vienna Initiative, waarmee het samen met andere Internationale Financiële Instellingen systeemrelevante banken in de regio ondersteunt. In het kader van de crisisrespons is het jaarlijkse uitleenvolume stapsgewijs verhoogd tot € 8 mld in 2009. De EBRD kan, als dat nodig is, door de kapitaalverhoging het volume in 2010 verhogen tot maximaal € 9 mld. Afgesproken is dat de jaarlijkse uitleenvolumes als plafonds moeten worden beschouwd. De planning is dat het volume in 2013, wanneer de economische situatie genormaliseerd zou moeten zijn en de EBRD minder additioneel is geworden ten opzichte van de markt, weer zal afnemen. Tenslotte is ook afgesproken dat de landen in Midden- en Oost-Europa, die oorspronkelijk in 2010 zouden gradueren (uitfaseren van EBRD-steun), maar daartoe door de crisis niet in staat zijn, daarvoor tot uiterlijk 2015 de tijd krijgen. Uiteraard is dit afhankelijk van het economisch herstel in de regio. Alleen Tsjechië is al eerder gegradueerd.

Vormgeving van de kapitaalverhoging

De kapitaalverhoging is sterk toegesneden op crisis en herstel en heeft een expliciet tijdelijk karakter. Tijdens de onderhandelingen is die tijdelijkheid, onder andere door Nederland, sterk benadrukt omdat het past bij de aard van de financieringsbehoefte en het transitiemandaat van de Bank. Het tijdelijke karakter blijkt onder andere uit het feit dat de nieuw uit te geven aandelen aflosbaar zijn. Afgesproken is dat in 2016, op basis van een vaste formule (tot 87% van de kapitaalbenutting) een deel van de kapitaalverhoging weer ongedaan wordt gemaakt. Mocht de financiële positie van de Bank of de economische situatie in de EBRD-regio daar te zijner tijd aanleiding toe geven, dan kunnen de Gouverneurs in 2015 anders besluiten. Verder zal in 2015 worden besloten op welke basis het resterende deel van de kapitaalverhoging zal worden afgelost. Belangrijk is verder dat na de beslissing in 2015 alle aandeelhouders verplicht zijn hun deelname in de Bank proportioneel te verminderen, zodat geen der aandeelhouders in staat zal zijn door weigering van de aflossing zijn aandeel te verhogen ten koste van degenen die wel aflossen.

Budgettaire verwerking

De kapitaalverhoging van de EBRD betreft dus een tijdelijke verhoging van het garantiekapitaal. Voor de aandeelhouders betekent dit dat er nu niet direct hoeft te worden inbetaald. Bij garantiekapitaal wordt pas inbetaald in het hoogst onwaarschijnlijke geval van dreigende insolvabiliteit van de instelling. Wel zullen de aandeelhouders de garantieverplichting die zij voor de EBRD hebben getroffen verhogen.

Nederland is één van de 63 aandeelhouders van de EBRD en heeft een aandeel van 2,51% in het kapitaal van de Bank. De overeengekomen kapitaalverhoging betekent dat de bestaande garantieverplichting voor de EBRD, op de begroting van het Ministerie van Financiën, zal worden verhoogd met € 225.600.000 tot een totaal van € 591.400.000. Na 2015 kan deze garantieverplichting weer worden verlaagd. De uit de kapitaalverhoging voortvloeiende budgettaire wijziging wordt verwerkt in de ontwerpbegroting 2011 (IX B).

Zoals eerder vermeld neemt het paid-in (gestorte) kapitaal van de Bank met € 1 mld toe. Ook het Nederlandse deel daarin neemt dus toe en wel met € 25,1 mln. Het betreft hier evenwel geen storting van de aandeelhouders, maar een overheveling uit de reserves van de Bank. Budgettair heeft dit voor Nederland dus geen consequenties.

De EBRD vraagt haar aandeelhouders om uiterlijk 30 april 2011 de benodigde documenten ter inschrijving op de aandelen naar de Bank te sturen. De Raad van Bewindvoerders mag deze termijn nog verlengen tot 31 december 2011. De kapitaalverhoging zal in werking treden wanneer is ingeschreven op de helft van de € 9 mld aan extra garantiekapitaal.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager