A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2010 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2010. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2010.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2010 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting (de zgn. begrotingstoelichting).
B. | Begrotingstoelichting | 3 |
1. | Leeswijzer | 3 |
2. | Het beleid | 5 |
2.1. | Tabel budgettaire gevolgen van beleid | 5 |
2.2. | De artikelen | 5 |
1: Wetgeving en controle Eerste Kamer | 5 | |
3: Wetgeving en controle Tweede Kamer | 9 | |
2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement | 16 | |
4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | 18 | |
10: Nominaal en onvoorzien | 19 | |
3. | Het verdiepingshoofdstuk | 20 |
Deze begroting is opgebouwd uit 4 beleidsartikelen en 1 niet-beleidsartikel. In beleidsartikel 1 komt de Eerste Kamer aan bod. De beleidsartikelen 2, 3 en 4 betreffen de Tweede Kamer.
De beleidsartikelen 1 en 3 zijn ingedeeld in de volgende paragrafen:
1. Algemene doelstelling
2. Speerpunten 2010
3. Context
4. Succesfactoren
5. Tabel budgettaire gevolgen van beleid en begrotingsvoorstellen College/kabinetsstandpunt
6. Operationele doelstellingen
7. Bedrijfsvoeringsparagraaf
Bovengenoemde indeling wijkt in verband met de bijzondere staatsrechtelijke positie van de Staten-Generaal op enkele punten af van het (voorgeschreven) sjabloon/richtlijnen. Hieronder wordt dit toegelicht.
De Staten-Generaal kennen geen gezamenlijke beleidsagenda. In navolging van de ontwerpbegrotingen voor 2006 e.v. is bij de beleidsartikelen 1 en 3 een paragraaf Speerpunten 2010 opgenomen. Deze dient als tegenhanger van de (departementale) beleidsagenda.
Vanwege de staatsrechtelijke positie van de Staten-Generaal als Hoge Colleges van Staat is ervoor gekozen om de paragraaf «verantwoordelijkheid van de minister» te vervangen door de paragraaf met de ruimere omschrijving «context».
Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt
Ingevolge de beheersafspraken die gelden tussen de Staten-Generaal en de minister van BZK wordt in deze subparagraaf zowel de begrotingsvoorstellen van het College als het daarbij behorende kabinetsstandpunt inzichtelijk gemaakt.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is voor de Staten-Generaal geen regel met juridisch verplicht opgenomen. Met juridisch verplicht wordt bedoeld inzichtelijk te maken welk deel van programmagelden juridisch verplicht is. Bij de Staten-Generaal zijn echter de verschillende budgetten te duiden als apparaatskosten.
De Staten-Generaal geven in deze paragraaf de ontwikkelingen ten aanzien van de bedrijfsvoering. Voor de goede orde wordt vermeld dat tussen de Eerste en Tweede Kamer en het kabinet afspraken zijn gemaakt over het financieel beheer.
Uitgangspunt daarbij is dat de Eerste en Tweede Kamer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer en dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich strikt beperkt tot de verantwoordelijkheden waarop hij aanspreekbaar is op basis van de Comptabiliteitswet (CW 2001). Controle achteraf is daarbij het vangnet om te beoordelen of de Hoge Colleges en Kabinetten bij hun beheer binnen de grenzen blijven die de CW stelt. Daartoe worden de administraties jaarlijks gecontroleerd door de Auditdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze controle strekt zich ook uit tot de administratieve organisatie.
Afwijkende indeling artikel 2 en 4
Bij de artikelen 2 en 4 van de Tweede Kamer is gekozen voor een afwijkende opbouw om herhaling van speerpunten en algemene/operationele doelstellingen (zie artikel 3) te voorkomen.
Niet numerieke volgorde artikelen Tweede Kamer
Omdat artikel 3 het centrale artikel van de Tweede Kamer betreft is artikel 3 in deze ontwerpbegroting voor artikel 2 geplaatst.
In zijn algemeenheid geldt dat in geval een paragraaf niet is ingevuld, deze geheel is weggelaten.
2.1. Overzicht tabel budgettaire gevolgen van beleid
Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 133 588 | 130 282 | 128 039 | 129 469 | 128 405 | 128 405 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | 7 933 | 4 406 | 4 343 | 4 387 | 4 353 | 4 353 |
Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: | – 21 | 2 036 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 Wetgeving en controle Eerste Kamer | 328 | 328 | 325 | 325 | 325 | 325 |
2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement | 1 045 | 1 030 | 1 060 | 1 060 | 1 051 | 1 051 |
3 Wetgeving en controle Tweede Kamer | 3 081 | 5 068 | 2 942 | 2 986 | 2 961 | 2 961 |
4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | 17 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 |
10 Nominaal en onvoorzien SG | – 4 492 | – 4 406 | – 4 343 | – 4 387 | – 4 353 | – 4 353 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 141 500 | 136 724 | 132 382 | 133 856 | 132 758 | 132 758 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 |
ARTIKEL 1: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE KAMER
De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.
De Eerste Kamer heeft door haar samenstelling en bevoegdheden een eigen plaats en taak in het politieke bestel. De taken zijn het toetsen van wet- en regelgeving op kwaliteit en controle van het regeringsbeleid. De Eerste Kamer toetst de regeringsinzet bij de totstandkoming van Europese regelgeving die bepalend is voor veel nationale wetgeving.
De algemene doelstellingen van de Eerste Kamer liggen op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.
De strategische ambities van de Huishoudelijke Commissie, het College van Senioren en de Griffier inzake de werkwijze en organisatie van de Eerste Kamer zijn voor de periode 2008–2011 weergegeven in het Werkplan Eerste Kamer als vervolg op de notitie De Kanteling, die in november 2003 formeel is vastgesteld.
Hierin zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:
1. versterking van de inhoudelijke ondersteuning aan leden en commissies op het terrein van de toetsing van wetgeving en de controle van het regeringsbeleid;
2. actief zichtbaar maken ten behoeve van burgers, maatschappelijke organisaties en andere instellingen, bestuur en media van de wijze waarop de Kamer haar taken vervult;
3. verbetering facilitering kamerleden.
In het kader van de actieve zichtbaarheid en verantwoording over de taken en de uitvoering daarvan, wordt verder geïnvesteerd in de informatievoorziening, de voorlichting en in publiciteitsactiviteiten.
De Eerste Kamer werkt aan de verbetering van haar huisvesting. De verbouwing van de Mauritstoren, waar in 2009 een start mee is gemaakt, wordt voortgezet.
De Eerste Kamer vormt de laatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. De mede-actoren zijn respectievelijk de Ministerraad, Raad van State en de Tweede Kamer.
In de controle op het regeringsbeleid is de regering de belangrijkste mede-actor. Omdat steeds meer regelgeving in Europees verband tot stand komt, is de Eerste Kamer in toenemende mate vroegtijdig betrokken bij het overleg met de regering over nieuwe Europese regelgeving.
Omdat de Eerste Kamer in het wetgevingproces de laatste schakel in de keten vormt, is haar taakuitvoering afhankelijk van het aanbod van wetsvoorstellen, en van de kwaliteit van het werk dat door de voorafgaande actoren is verricht.
5. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
1: Wetgeving en controle Eerste Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Verplichtingen | 10 930 | 10 433 | 10 399 | 10 398 | 10 398 | 10 398 |
Uitgaven | 10 930 | 10 433 | 10 399 | 10 398 | 10 398 | 10 398 |
1. apparaat | 6 832 | 6 336 | 6 301 | 6 301 | 6 301 | 6 301 |
2. vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer | 4 054 | 4 053 | 4 054 | 4 053 | 4 053 | 4 053 |
3. verenigde vergadering | 44 | 44 | 44 | 44 | 44 | 44 |
Ontvangsten | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 |
6. Operationele doelstellingen
Verdere ontwikkeling van wetgevingsdossiers
Deze doelstelling draagt bij aan de borging van de kwaliteit in de toetsing van wetgeving en de controle op het regeringsbeleid.
Scholing van beleidsmedewerkers en informatiespecialisten.
Versterking van de informatievoorziening
Deze doelstelling draagt bij aan het kunnen leveren van snelle en volledige informatie aan de diverse doelgroepen.
– Verdere verbetering van de Eerste Kamer-website.
– Doorontwikkelen pro-actief mailsysteem voor doelgroepen.
– Doorontwikkeling educatieve website «Derde Kamer» (in samenwerking en co-financiering met de Tweede Kamer).
Intensivering van publiciteit en representatie
Deze doelstelling draagt bij aan de zichtbaarheid van de Eerste Kamer, en aan een actieve verantwoording over de taakuitoefening.
– Uitbrengen jaarbericht over de periode 2008–2009 en andere publicaties met betrekking tot het werkterrein van de Eerste Kamer.
– Gericht inviteren van relevante actoren en doelgroepen.
Vergroten van de toegankelijkheid van het Eerste Kamer-gebouw
Deze doelstelling draagt bij aan de bekendheid en zichtbaarheid van de Eerste Kamer als instituut en doet recht aan het openbare karakter daarvan.
– Verdere uitbreiding van de openstelling voor publiek.
– Aanpassen van het beveiligingsniveau aan de huidige normen.
Versterking van de ICT-voorzieningen
Deze doelstelling draagt bij aan een hedendaagse informatie- en communicatie infrastructuur, waarmee leden en ambtenaren effectief hun werk kunnen doen.
Upgraden ICT-infrastructuur
In het licht van de strategische ambities zoals weergegeven in De Kanteling, is de structuur van de ambtelijke organisatie van de Eerste Kamer ingrijpend gewijzigd. De nieuwe organisatiestructuur is formeel per 1 november 2005 in werking getreden, en de reorganisatie is lopende het jaar 2006 verder afgerond.
Voor 2010 zijn voor de organisatieontwikkeling en de bedrijfsvoering de volgende doelstellingen en prestatie-indicatoren relevant:
1. Ontwikkelingen financieel en materieel beheer
In de accountantsverklaring over de jaarrekening 2007 is kritisch geoordeeld over een aantal aspecten in het financiële en materiële beheer van de Eerste Kamer. De verklaring over de jaarrekening 2008 is sterk verbeterd. De aanbevelingen daarin betreffende de administratieve organisatie, worden nageleefd. In 2010 zal naar alle waarschijnlijkheid overgegaan worden op een nieuw financieel systeem.
Prestatie-indicator: ordentelijk financieel en materieel beheer.
Streefniveau 2010: een positief oordeel van de accountant in diens goedkeurende verklaring.
2. Ontwikkeling niet financiële beleidsinformatie
Doorontwikkeling van de ondersteuning aan leden en commissies.
Het betreft hier de doorontwikkeling van de kerntaak van de ambtelijke organisatie: het leveren van een effectieve en optimale ondersteuning aan haar leden en commissies op velerlei gebied: inhoudelijk, organisatorisch en publicitair.
Prestatie-indicator: tevredenheid van de leden over het geheel van de dienstverlening.
Streefniveau 2010: kwalificatie «goed».
Het faciliteren van Kamerleden.
In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan de verbetering van huisvesting, ICT-ondersteuning en digitalisering van de stukkenstroom.
Prestatie-indicator: flexibele werkplekken in de Mauritstoren.
Streefniveau 2010: gerealiseerd.
ARTIKEL 3: WETGEVING EN CONTROLE TWEEDE KAMER
Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: het controleren van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (Grondwetgeving) en enkele andere grondwets- en wetsartikelen.
De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces. De ambtelijke organisatie wil dit verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden en de fractie organisatie in alle facetten van het werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteit, zoals door de Kamer bepaald, is daarbij leidend voor de ambtelijke organisatie.
Het constitutioneel proces in de Tweede Kamer kenmerkt zich door een van jaar tot jaar toenemende complexiteit. Het aantal te behandelen onderwerpen neemt toe, de diepgang en omvang van de te beoordelen informatie wordt groter en de belangstelling vanuit de media en van de kant van belanghebbenden zorgen voor een toegenomen tijdsklem. Daarmee stijgt eveneens de druk op de Kamerleden en de ondersteunende functies. Zowel het aantal plenaire vergaderingen als het aantal commissievergaderingen vertoont de laatste jaren een stijgende lijn. Het aantal Kamervragen is in de periode 1987 tot en met 2008 zelfs ruim verdrievoudigd, van 963 in 1987 tot 3136 in 2008. Het aantal moties is in dezelfde periode ruim verzesvoudigd. In 1987 werden er 387 moties ingediend en in 2008 2543 (zie het rapport Vertrouwen en Zelfvertrouwen).
Op basis van de in de aanbiedings- en beleidsbrief (Kamerstuk nr. 1) genoemde doelen, de Raming 2009, de behandeling daarvan en recente ontwikkelingen ziet het Presidium de volgende clusters van doelstellingen voor de Raming 2010:
1. De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer een adequate ondersteuning bij haar wetgevende en controlerende taken.
2. De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer politiek neutrale, adequate en innovatieve informatie(voorziening) én stelt de met het politieke proces verbonden informatie ook beschikbaar aan de Nederlandse samenleving.
3. De ambtelijke organisatie ondersteunt (de leden van) de Tweede Kamer met een coherente, duurzame, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering.
Deze doelstellingen worden in paragraaf 4 nader toegelicht.
3. Budgettaire gevolgen van beleid
Parlementair onderzoek financieel stelsel
In 2009 wordt begonnen met het Parlementair onderzoek financieel stelsel. Voor dekking van de kosten uit 2009 is ruimte beschikbaar binnen het Onderzoeksbudget van de Tweede Kamer. De kosten van dit onderzoek in het jaar 2010 worden ingeschat op € 1 036 000. Bij nota van wijzing (31 952 Nr. 6) is dit bedrag aan het onderzoeksbudget toegevoegd.
3.b Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||
3: Wetgeving en controle Tweede Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Verplichtingen | 95 501 | 91 892 | 86 477 | 87 969 | 87 380 | 87 380 |
Uitgaven | 95 501 | 91 892 | 86 477 | 87 969 | 87 380 | 87 380 |
1. apparaat + PM | 69 582 | 64 925 | 60 543 | 62 035 | 61 446 | 61 446 |
2. onderzoeksbudget | 1 090 | 2 126 | 1 091 | 1 091 | 1 091 | 1 091 |
3. drukwerk | 2 839 | 2 852 | 2 852 | 2 852 | 2 852 | 2 852 |
4. fractiekosten | 21 560 | 21 559 | 21 561 | 21 561 | 21 561 | 21 561 |
5. uitzending leden | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 |
Ontvangsten | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 |
4. Operationele doelstellingen
De afgelopen jaren werden, ook in de keuze van de speerpunten, gekenmerkt door een optimalisering van de ondersteuning van leden door middel van (financiële) investeringen. Het Presidium meent dat, gelet op maatschappelijke ontwikkelingen, voor 2010 een koers moet worden gevaren waarbij de optimalisering van de ondersteuning van leden onverkort van kracht blijft, maar met een terughoudende instelling qua uitgavenpatroon (financiële middelen). De uitvoering van de taakstelling en uitbestedingen zullen dit jaar haar beslag krijgen, nog meer dan in de vorige jaren.
In 2009 is de Parlementaire zelfreflectie afgerond. De uitvoering van de aanbevelingen vergen een cultuurverandering. Dit is een continu proces. De aanbevelingen betreffen voor een deel ook meer concrete voorstellen. De uitvoering daarvan zal voor een deel in 2010 plaatsvinden.
In deze paragraaf worden de doelstellingen 2010 gekoppeld aan een aantal concrete maatregelen.
Ad. 1 De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer een adequate ondersteuning bij haar wetgevende en controlerende taken.
Kernpunt vormt hierbij het proces van Parlementaire Zelfreflectie. De motie Schinkelshoek (TK 30 996, nr. 9) heeft geleid tot een breed proces van Parlementaire Zelfreflectie, dat in 2009 is afgesloten met een conferentie en een bespreking van de aanbevelingen in een nota overleg1. Het Presidium verwacht bijvoorbeeld dat de invoering van de uitvoerbaarheidtoets (één van de conclusies die uit het onderzoek is voortgevloeid) tot een intensivering van de werkzaamheden van de ambtelijke diensten zoals het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven, de Griffie en de Diensten Commissieondersteuning kan leiden. Duidelijk moet zijn dat de regering primair verantwoordelijk is voor het beantwoorden van vragen van de Kamer. De ambtelijke diensten kunnen en zullen deze rol niet overnemen. Bij nota van wijziging is voor de uitvoering van de motie een PM-post opgenomen. In de begroting is het bedrag nog niet opgenomen. Bij voorjaarsnota zal aangegeven worden of er een additionele claim zal worden ingediend.
Ad 2 De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer politiek neutrale, adequate en innovatieve informatie(voorziening) én stelt de met het politieke proces verbonden informatie ook beschikbaar aan de Nederlandse samenleving.
Met het operationeel worden van Parlis neemt de hoeveelheid beschikbare informatie snel toe. Het Presidium laat in 2010 onderzoeken op welke wijze de informatiseringketen doelmatiger kan worden ingezet. De verwachting is dat de in de voorgaande jaren gedane investeringen nu leiden tot doelmatiger processen en dus efficiencywinst tot gevolg hebben. Overigens vindt al in 2009 een onderzoek plaats bij de Griffie. In 2010 wordt invulling gegeven aan de (efficiency- en besparingsmogelijkheden) die uit dit onderzoek voortvloeien.
De oprichting van het Huis voor democratie en rechtsstaat.
De oprichting van het Huis voor democratie en rechtsstaat is bij de behandeling van de begrotingen 2007 van de ministeries van Algemene Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door diverse fractiewoordvoerders aan de orde gesteld. Daarbij heeft de Kamer de motie-Heijnen / Van de Camp (TK 31 200 III, nr. 8H) met als dictum: «verzoekt het kabinet in overleg met beide Kamers en de gemeente Den Haag nog dit jaar een plan van aanpak te doen opstellen voor de realisatie van een «Huis van de Democratie», aangenomen». Voorts heeft de Kamer een amendement van de leden Schinkelshoek / Heijnen (TK 31 200 VII, nr. 27) op de begroting van het Ministerie van BZK aangenomen, waardoor een bedrag van € 0,5 mln. beschikbaar is gesteld als stimulans ten einde te komen tot de oprichting van het Huis voor democratie en rechtsstaat. Aan het bedrag van € 0,5 mln. wordt het bedrag toegevoegd dat zal vrijvallen door een daling van de schadeloosstelling voor leden van het Europees Parlement. De betrokkenheid van de Tweede Kamer bij het Huis voor democratie en rechtsstaat is groot. Dat betreft zowel het programma als de bouwkundige voorzieningen. De Kamer heeft grote ambities voor wat betreft de ontvangst en educatie van jonge en van nieuwe Nederlanders. Zo heeft de Kamer zich bij de behandeling van de Raming 2008 van de Tweede Kamer via de motie-Schinkelshoek (TK 30 996, nr.11) uitgesproken over de wenselijkheid om in principe alle jongeren voor hun 18e jaar een keer in de Tweede Kamer te hebben ontvangen alvorens zij voor de eerste keer bij de Kamerverkiezingen hun stem uitbrengen. Daarbij gaat het om bijna 200 000 jongeren per jaar. De Kamer wil ook nieuwe Nederlanders laten kennis maken met het feitelijk functioneren van de parlementaire democratie en ontvangt daartoe nu al tal van groepen.
Het belangrijkste obstakel voor het ontvangen van meer (groeps)bezoekers is de accommodatie waarover de Tweede Kamer momenteel voor dat doel beschikt. De toegangsprocedures zijn de laatste jaren aanmerkelijk tijdrovender geworden, waardoor de wachttijden soms te lang zijn. De Kamer heeft ook gebrek aan ontvangst-, tentoonstellings-, educatieve- en debatruimtes, toiletvoorzieningen, koffiecorners e.d. Het Huis voor democratie en rechtsstaat moet bouwkundig en programmatisch zeer nauw verbonden worden met de Tweede Kamer en kan zo bijdragen aan een verbetering van de ontvangstmogelijkheden van de Tweede Kamer.
De audiovisuele voorzieningen in de Tweede Kamer dateren uit de tijd van de oplevering van de nieuwbouw in 1992. Het Presidium acht het wenselijk na te gaan of de audiovisuele voorzieningen toereikend zijn voor toekomstig gebruik. De audiovisuele voorzieningen moeten bijdragen aan het toegankelijk en transparant maken van het functioneren van het Parlement voor burgers en andere geïnteresseerde gebruikers en de faciliteiten die ten dienste staan aan leden en fracties versterken. Om goed voorbereid te zijn op de toekomst wordt nu ambtelijk gewerkt aan het opstellen van een strategienota. In deze nota komen voorstellen voor de audiovisuele voorzieningen. De besluitvorming omtrent de audiovisuele voorzieningen zal in 2010 plaatsvinden. De eventuele start in 2011.
Ad 3 De ambtelijke organisatie ondersteunt (de leden van) de Tweede Kamer met een coherente, duurzame, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering.
In de Raming 2008 is door het Presidium een efficiencytaakstelling van 5% opgenomen. Deze taakstelling omvat de volgende reeks:
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
Opbouw in fte | 7 | 14,1 | 28,3 | 28,3 | 28,3 | 28,3 |
Bedrag | € 341 000 | € 681 000 | € 1 363 000 | € 1 363 000 | € 1 363 000 | € 1 363 000 |
2010 wordt gekenmerkt door soberheid. Het Presidium is van mening dat een behoudende instelling met betrekking tot (financiële) uitgaven en investeringen op zijn plaats is, mede gelet op de doelstellingen die de Kamerorganisatie zich heeft gesteld. Zoals de uitvoering van de taakstelling die in 2010 verder haar beslag zal krijgen. Daarnaast wordt dit jaar (in nauw overleg met de ondernemingsraad en de bonden) uitvoering gegeven aan een Europese aanbesteding tot uitbesteding van het schoonmaakonderhoud. De implementatie zal in 2010 zijn beslag krijgen door een verwerking in de jaarplannen van de diensten en de directies. Dit zal niet leiden tot gedwongen ontslagen.
De Kamer aanvaardde bij de behandeling van de raming voor 2008 de motie van het lid Duyvendak waarin werd opgeroepen om tot verdere energiebesparing bij de Kamer te komen. De Tweede Kamer doet al veel aan energiebesparing en participeert in een aantal energievriendelijke initiatieven (100% groene stroom, warmteterugwinning, gebruik van stadsverwarming, zonnepanelen, proeven met led-verlichting en energiezuinige tl-verlichting, veegpulsen, bewegingssensoren e.d.).
Technisch gezien was er op enkele onderdelen nog winst te behalen bijvoorbeeld door de introductie van een derde zogenoemde veegpuls en door toepassing van led-verlichting. Het dak- en gevelproject, dat de gebouwen weerbaar tegen ongewenst bezoek moet maken, heeft als bijkomend voordeel dat de isolatie van de gebouwen daardoor ook aanzienlijk wordt verbeterd. De grootste bijdrage aan energiebesparing moet evenwel gevonden worden in het gedrag van «de bewoners» van de Tweede Kamer.
Voor de Statenpassage is inmiddels een energielabel afgegeven. Dit jonge bouwdeel heeft als enige Rijksoverheidsgebouw het A-label gekregen. Het gebouw Hotel krijgt naar verwachting na de uitvoering van een aantal bouwkundige aanpassingen een B-label. De overige gebouwen op het Binnenhof zijn monumentaal van aard. Daarop is de energielabelling niet van toepassing.
Er heeft nog geen besluitvorming plaats gevonden over de invoering van de Rijkspas binnen de Kamer. De bestaande pas wordt in ieder geval zodanig verbeterd dat misbruik veel beter kan worden voorkomen. Wel zijn een aantal scenario’s verkend. De hoogte van de bedragen hangt af van het nog te kiezen scenario.
In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2004–2008) de uitgaven per artikelonderdeel binnen dit artikel als totaal en als gemiddelde per Kamerzetel opgenomen.
Uitgavenoverzicht (x € 1 000) | |||||
Wetgeving en controle Tweede Kamer | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 |
– apparaatskosten | 49 294 | 53 972 | 53 606 | 58 662 | 61 554 |
– onderzoeksbudget | 843 | 222 | 384 | 529 | 470 |
– drukwerk | 3 517 | 2 847 | 2 793 | 3 030 | 2 821 |
– fractiekosten | 18 521 | 17 347 | 18 933 | 23 057 | 21 746 |
– uitzending leden | 170 | 140 | 315 | 244 | 468 |
– enquêtes | |||||
totaal artikel 3 | 72 345 | 74 528 | 76 031 | 85 522 | 87 059 |
gemiddeld per zetel | 482 | 497 | 507 | 570 | 580 |
De volgende cijfers dienen in hun context te worden bezien. Wetsvoorstellen die met blanco verslag en als hamerstuk zijn behandeld, tellen bijvoorbeeld in dit overzicht even zwaar als wetsvoorstellen die voorwerp zijn (geweest) van uitvoerig voorbereidend onderzoek en dagenlange plenaire vergaderingen.
Specificatie inzake de werkzaamheden van de Kamer (in aantallen) | ||||
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | |
Vergaderingen | ||||
Plenaire vergaderingen | 106 | 100 | 106 | 111 |
Commissievergaderingen | ||||
– openbaar | 873 | 714 | 829 | 1 310 |
– besloten | 711 | 609 | 592 | 431 |
Spoeddebatten | 38 | 29 | 43 | 65 |
Overige vergaderingen | 6 678 | 5 321 | 7 569 | 8 568 |
Werkbezoeken commissies | ||||
Binnenland | 66 | 32 | 45 | 36 |
Buitenland | 23 | 23 | 15 | 35 |
Wetsvoorstellen, moties en vragen | ||||
Ingediende wetsvoorstellen | 291 | 269 | 214 | 285 |
– initiatief wetsvoorstellen | 9 | 23 | 9 | 14 |
– rijksbegrotingen | 18 | 18 | 20 | 20 |
– fondsen | 7 | 8 | 7 | 8 |
– suppletoire begrotingen | 54 | 45 | 46 | 76 |
In stemming gebrachte wetsvoorstellen* | 183 | 290 | 262 | 236 |
Ingediende moties | 1 434 | 1 170 | 1 968 | 2 543 |
– aangenomen* | 513 | 488 | 601 | 686 |
– verworpen* | 513 | 432 | 993 | 1 334 |
– ingetrokken | 85 | 84 | 89 | 105 |
– aangehouden* | 85 | 38 | 137 | 104 |
– gewijzigd | 109 | 74 | 111 | 212 |
– in behandeling* | 8 | – | 3 | 0 |
– vervallen | 121 | 54 | 34 | 102 |
Schriftelijke vragen | 2 045 | 1 772 | 2 671 | 3 002 |
– beantwoord* | 2 225 | 2 014 | 2 677 | 2 972 |
Mondelinge vragen | 96 | 92 | 113 | 134 |
Interpellaties | 5 | 5 | 4 | 8 |
Amendementen per fractie in 2008 | ||||
fractie | Aangenomen amendementen | Verworpen amendementen | Ingetrokken amendementen | Overgenomen amendementen |
CDA | 54 | 3 | 14 | 1 |
PvdA | 45 | 12 | 20 | 2 |
SP | 14 | 108 | 17 | 1 |
VVD | 15 | 79 | 8 | 0 |
GroenLinks | 2 | 15 | 2 | 0 |
ChristenUnie | 32 | 2 | 7 | 0 |
D66 | 3 | 13 | 3 | 1 |
SGP | 5 | 3 | 2 | 0 |
PVV | 0 | 14 | 0 | 0 |
PvdD | 0 | 13 | 1 | 0 |
Verdonk | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen | 0 | 0 | 0 | 0 |
totaal | 170 | 262 | 74 | 5 |
* waaronder ook in voorgaande jaren ingediende wetsvoorstellen, moties en vragen.
Ingediende moties per fractie | Aantal | Schriftelijke vragen per fractie | Aantal |
SP | 540 | SP | 770 |
PVV | 392 | PVV | 466 |
VVD | 380 | CDA | 464 |
CDA | 263 | VVD | 389 |
PvdA | 223 | PvdA | 367 |
GroenLinks | 242 | PVDD | 257 |
PVDD | 185 | GroenLinks | 195 |
D66 | 133 | D66 | 184 |
ChristenUnie | 138 | SGP | 89 |
SGP | 40 | ChristenUnie | 74 |
Verdonk | 7 | Verdonk | 13 |
De accenten in de bedrijfsvoering van de Tweede Kamer voor 2010 zijn in paragraaf 4 reeds toegelicht.
ARTIKEL 2: UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN LEDEN EN OUD-LEDEN TWEEDE KAMER, ALSMEDE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT
Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.
Bij het opstellen van de Raming 2010 is nog geen rekening gehouden met de financiële doorwerking van de uitslagen van de Europese verkiezingen. Dit kan pas gebeuren bij voorjaarsnota 2010.
2a. Zorg dragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen
De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:
– schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);
– reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);
– wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);
– pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);
– schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (artikel 2.3).
Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen verbonden.
Aantallen deelgerechtigden | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 |
Pensioenen oud-leden | 242 | 249 | 253 | 262 |
Wachtgelden oud-leden | 62 | 120 | 91 | 82 |
Weduwen- en Weduwnaarspensioenen | 124 | 132 | 122 | 120 |
Wezenpensioenen | 4 | 4 | 4 | 3 |
Totaal | 432 | 505 | 470 | 467 |
Daarnaast is binnen dit artikel een budget ten behoeve van outplacement voor oud-leden van de Tweede Kamer opgenomen. Het doel van de outplacementfaciliteit is tweeledig:
1. het bieden van een faciliteit voor oud-leden bij het zoeken naar een nieuwe functie;
2. het verminderen van het beroep op de wachtgeldregeling.
Het Presidium heeft in zijn vergadering van 12 december 2001 op grond van zowel een advies van de Commissie emolumenten als naar aanleiding van opmerkingen gemaakt bij gelegenheid van de behandeling van de Raming voor 2002, een vrijwillige outplacementregeling voor oud-leden van de Tweede Kamer vastgesteld. De outplacementregeling, die voor het eerst in de Raming van de Tweede Kamer voor 2003 (28 336, nr. 4, blz. 2) werd opgenomen, wordt door de Tweede Kamer beheerd.
In totaal is voor outplacement jaarlijks € 0,2 mln. beschikbaar. De uitgaven in 2008 beliepen € 0,059 mln.
3. Budgettaire gevolgen van beleid
Er is geen sprake van wijzigingen van de huidige meerjarencijfers. Wel wordt er een voorbehoud gemaakt voor wat betreft de begroting en verantwoording van de schadeloosstelling van de Europarlementariërs. Er is sprake van het vrijvallen van de schadeloosstelling voor leden van het Europees Parlement na de verkiezingen. Bij de nieuwe zittingsperiode van het Europarlement hebben de nieuwe Nederlandse leden van het Europarlement de plicht en de zittende leden de keuze de schadeloosstelling te laten betalen via het Europarlement en niet meer via de Tweede Kamer. Er zijn 14 nieuwe leden. De precieze hoogte van het vrijkomende bedrag zal afhangen van de keuze van de individuele 11 nog zittende leden van het Europarlement. Het bedrag dat vrijvalt zal worden aangewend voor het Huis voor democratie en rechtsstaat.
3b. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||
2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-ledenTweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Verplichtingen | 33 477 | 32 916 | 34 023 | 34 023 | 33 514 | 33 514 |
Uitgaven | 33 477 | 32 916 | 34 023 | 34 023 | 33 514 | 33 514 |
1. schadeloosstelling | 21 401 | 21 401 | 21 404 | 21 404 | 21 404 | 21 404 |
2. pensioenen en wachtgelden | 9 590 | 9 029 | 10 133 | 10 133 | 9 624 | 9 624 |
3. schadeloosstelling Europarlementariërs | 2 486 | 2 486 | 2 486 | 2 486 | 2 486 | 2 486 |
Ontvangsten | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 |
In onderstaand overzicht zijn als achtergrondinformatie de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden van de artikelonderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 opgenomen voor de jaren 2005–2008 en prognoses voor 2009 en 2010.
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
1. schadeloosstelling | 19 384 | 19 366 | 20 661 | 20 232 | 20 726 | 20 726 |
gemiddeld per lid TK | 129 | 129 | 138 | 135 | 138 | 138 |
2. pensioenen en wachtgelden. | 8 092 | 7 461 | 11 996 | 9 016 | 9 325 | 8 779 |
– totaal 2 en 3 | 27 476 | 26 827 | 32 657 | 29 248 | 30 051 | 29 505 |
gemiddeld per lid TK | 183 | 179 | 218 | 195 | 200 | 197 |
3. schadeloosstelling leden Europarlement | 2 291 | 2 296 | 2 362 | 2 429 | 2 381 | 2 381 |
Gemiddeld per lid EP* | 85 | 85 | 87 | 90 | 88 | 88 |
* In de EP berekening wordt geen rekening gehouden met onkostenvergoeding en wachtgeldverplichtingen.
ARTIKEL 4: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE EN TWEEDE KAMER
Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.
2. Budgettaire gevolgen van beleid
Er is geen sprake van wijzigingen van de huidige meerjarencijfers.
2b. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||
4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Verplichtingen | 1 490 | 1 483 | 1 483 | 1 483 | 1 483 | 1 483 |
Uitgaven | 1 490 | 1 483 | 1 483 | 1 483 | 1 483 | 1 483 |
2. apparaat griffie interparlementaire betrekkingen | 13 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 |
3. interparlementaire betrekkingen | 1 477 | 1 471 | 1 471 | 1 471 | 1 471 | 1 471 |
Ontvangsten | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 |
De raming van artikelonderdeel 3 «interparlementaire betrekkingen» heeft betrekking op de volgende onderdelen:
– uitzending leden naar internationale organen;
– aandeel Nederland in de kosten van interparlementaire organen;
– contacten tussen de parlementen van het Koninkrijk;
– ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organen;
– de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).
In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2004–2008) de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per Kamerzetel (van de Eerste en Tweede Kamer) opgenomen. Met ingang van 2009 maken ook de apparaatskosten van de Griffie interparlementaire betrekkingen geen onderdeel meer uit van het gezamenlijk artikel met de Eerste Kamer (artikel 4 «Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer»). Deze uitgaven maken thans onderdeel uit van artikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer».
Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (x € 1 000) | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 |
totaal apparaat | 444 | 452 | 414 | 486 | 435 |
gemiddeld per zetel (225) | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Interparlementaire betrekkingen | 1 963 | 1 174 | 1 177 | 1 282 | 1 392 |
totaal artikel 4 | 2 407 | 1 626 | 1 591 | 1 768 | 1 827 |
gemiddeld per zetel (225) | 11 | 7 | 7 | 8 | 8 |
ARTIKEL 10: NOMINAAL EN ONVOORZIEN
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||
10: Nominaal en onvoorzien SG | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Verplichtingen | 102 | – 17 | – 17 | – 17 | ||
Uitgaven | 102 | – 17 | – 17 | – 17 | ||
1. loonbijstelling | – 17 | – 17 | – 17 | |||
2. prijsbijstelling | ||||||
3. onvoorzien | 102 | |||||
Ontvangsten |
Totaal begroting Staten-Generaal (IIA)
Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal uitgaven IIA begroting | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 133 588 | 130 282 | 128 039 | 129 469 | 128 405 | 128 405 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | 7 933 | 4 406 | 4 343 | 4 387 | 4 353 | 4 353 |
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | – 21 | 2 036 | ||||
Stand ontwerp-begroting 2010 | 141 500 | 136 724 | 132 382 | 133 856 | 132 758 | 132 758 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal ontvangsten IIA begroting | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2010 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 | 2 454 |
ARTIKEL 1. WETGEVING EN CONTROLE EERSTE KAMER
Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||
1 Wetgeving en controle Eerste Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 10 358 | 10 105 | 10 074 | 10 073 | 10 073 | 10 073 |
1.1 apparaat | 6 395 | 6 143 | 6 111 | 6 111 | 6 111 | 6 111 |
1.2 vergoedingen voorzitter en leden EK | 3 920 | 3 919 | 3 920 | 3 919 | 3 919 | 3 919 |
1.3 verenigde vergadering | 43 | 43 | 43 | 43 | 43 | 43 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | 244 | |||||
1.1 apparaat | 244 | |||||
1.2 vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer | ||||||
1.3 verenigde vergadering | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 328 | 328 | 325 | 325 | 325 | 325 |
1.1 apparaat | 193 | 193 | 190 | 190 | 190 | 190 |
a. loon- en prijsbijstelling 2009 | 197 | 193 | 190 | 190 | 190 | 190 |
b. sociaal flankerend beleid | 4 | |||||
c. afrekening Kluwer | – 8 | |||||
1.2 vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer | 134 | 134 | 134 | 134 | 134 | 134 |
a. loonbijstelling 2009 | 134 | 134 | 134 | 134 | 134 | 134 |
1.3 verenigde vergadering | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
a. prijsbijstelling 2009 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 10 930 | 10 433 | 10 399 | 10 398 | 10 398 | 10 398 |
1.1 apparaat | 6 832 | 6 336 | 6 301 | 6 301 | 6 301 | 6 301 |
1.2 vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer | 4 054 | 4 053 | 4 054 | 4 053 | 4 053 | 4 053 |
1.3 verenigde vergadering | 44 | 44 | 44 | 44 | 44 | 44 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
1 Wetgeving en controle Eerste Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2010 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 |
ARTIKEL 2: UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN LEDEN EN OUD-LEDEN TWEEDE KAMER, ALSMEDE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT
Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||
2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden alsmede leden van het Europese Parlement | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 32 432 | 31 886 | 32 963 | 32 963 | 32 463 | 32 463 |
2.1 schadeloosstelling | 20 726 | 20 726 | 20 729 | 20 729 | 20 729 | 20 729 |
2.2 pensioenen en wachtgelden | 9 325 | 8 779 | 9 853 | 9 853 | 9 353 | 9 353 |
2.3 schadeloosstelling Europarlementariërs | 2 381 | 2 381 | 2 381 | 2 381 | 2 381 | 2 381 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | ||||||
2.1 schadeloosstelling | ||||||
2.2 pensioenen en wachtgelden | ||||||
2.3 schadeloosstelling Europarlementariërs | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 1 045 | 1 030 | 1 060 | 1 060 | 1 051 | 1 051 |
2.1 schadeloosstelling | 675 | 675 | 675 | 675 | 675 | 675 |
a. loon- en prijsbijstelling 2009 | 675 | 675 | 675 | 675 | 675 | 675 |
2.2 pensioenen en wachtgelden | 265 | 250 | 280 | 280 | 271 | 271 |
a. loon- en prijsbijstelling 2009 | 265 | 250 | 280 | 280 | 271 | 271 |
2.3 schadeloosstelling Europarlementariërs | 105 | 105 | 105 | 105 | 105 | 105 |
a. loonbijstelling 2009 | 105 | 105 | 105 | 105 | 105 | 105 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 33 477 | 32 916 | 34 023 | 34 023 | 33 514 | 33 514 |
2.1 schadeloosstelling | 21 401 | 21 401 | 21 404 | 21 404 | 21 404 | 21 404 |
2.2 pensioenen en wachtgelden | 9 590 | 9 029 | 10 133 | 10 133 | 9 624 | 9 624 |
2.3 schadeloosstelling Europarlementariërs | 2 486 | 2 486 | 2 486 | 2 486 | 2 486 | 2 486 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 |
ARTIKEL 3: WETGEVING EN CONTROLE TWEEDE KAMER
Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||
3 Wetgeving en controle Tweede Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 89 325 | 86 824 | 83 535 | 84 983 | 84 419 | 84 419 |
3.1 apparaat | 64 345 | 61 845 | 58 553 | 60 001 | 59 437 | 59 437 |
3.2 onderzoeksbudget | 1 057 | 1 057 | 1 058 | 1 058 | 1 058 | 1 058 |
3.3 drukwerk | 2 803 | 2 803 | 2 803 | 2 803 | 2 803 | 2 803 |
3.4 fractiekosten | 20 697 | 20 696 | 20 698 | 20 698 | 20 698 | 20 698 |
3.5 uitzending leden | 423 | 423 | 423 | 423 | 423 | 423 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | 3 095 | |||||
3.1 apparaat | 3 095 | |||||
3.2 onderzoeksbudget | ||||||
3.3 drukwerk | ||||||
3.4 fractiekosten | ||||||
3.5 uitzending leden | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 3 081 | 5 068 | 2 942 | 2 986 | 2 961 | 2 961 |
3.1 apparaat | 2 142 | 3 080 | 1 990 | 2 034 | 2 009 | 2 009 |
a. loon- en prijsbijstelling 2009 | 2 142 | 2 080 | 1 990 | 2 034 | 2 009 | 2 009 |
b. budget bouwkundige verbouwing | 1 000 | |||||
3.2 onderzoeksbudget | 33 | 1 069 | 33 | 33 | 33 | 33 |
a. loon- en prijsbijstelling 2009 | 33 | 33 | 33 | 33 | 33 | 33 |
b. parlementair onderzoek financieel stelsel | 1 036 | |||||
3.3 drukwerk | 36 | 49 | 49 | 49 | 49 | 49 |
a. prijsbijstelling 2009 | 49 | 49 | 49 | 49 | 49 | 49 |
b. afrekening kluwer | – 13 | |||||
3.4 fractiekosten | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 |
a. loon- en prijsbijstelling 2009 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 |
3.5 uitzending leden | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
a. prijsbijstelling 2009 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 95 501 | 91 892 | 86 477 | 87 969 | 87 380 | 87 380 |
3.1 apparaat + PM | 69 582 | 64 925 | 60 543 | 62 035 | 61 446 | 61 446 |
3.2 onderzoeksbudget | 1 090 | 2 126 | 1 091 | 1 091 | 1 091 | 1 091 |
3.3 drukwerk | 2 839 | 2 852 | 2 852 | 2 852 | 2 852 | 2 852 |
3.4 fractiekosten | 21 560 | 21 559 | 21 561 | 21 561 | 21 561 | 21 561 |
3.5 uitzending leden | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
3 Wetgeving en controle Tweede Kamer | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 | 2 066 |
ARTIKEL 4: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE EN TWEEDE KAMER
Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||
4 Wetgeving en controle EK/TK | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 1 473 | 1 467 | 1 467 | 1 467 | 1 467 | 1 467 |
4.2 apparaat griffie interparlementaire betrekkingen | ||||||
4.3 interparlementaire betrekkingen | 1 473 | 1 467 | 1 467 | 1 467 | 1 467 | 1 467 |
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | ||||||
4.2 apparaat griffie interparlementaire betrekkingen | ||||||
4.3 interparlementaire betrekkingen | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 17 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 |
4.2 apparaat griffie interparlementaire betrekkingen | 13 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 |
a. loon- en prijsbijstelling 2009 | 13 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 |
4.3 interparlementaire betrekkingen | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
a. prijsbijstelling 2009 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 1 490 | 1 483 | 1 483 | 1 483 | 1 483 | 1 483 |
4.2 apparaat griffie interparlementaire betrekkingen | 13 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 |
4.3 interparlementaire betrekkingen | 1 477 | 1 471 | 1 471 | 1 471 | 1 471 | 1 471 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
4 Wetgeving en controle EK en TK | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 |
Stand ontwerp-begroting 2010 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 |
ARTIKEL 10. NOMINAAL EN ONVOORZIEN
Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||
10 Nominaal en onvoorzien SG | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | – 17 | – 17 | – 17 | |||
10.1 loonbijstelling | – 17 | – 17 | – 17 | |||
10.2 prijsbijstelling | ||||||
10.3 onvoorzien | ||||||
10.4 waarde-overdracht en -overname | ||||||
10.5 taakstellingen | ||||||
Mutaties 1e suppletore begroting 2009 | 4 594 | 4 406 | 4 343 | 4 387 | 4 353 | 4 353 |
10.1 loonbijstelling | 3 708 | 3 676 | 3 662 | 3 689 | 3 664 | 3 664 |
10.2 prijsbijstelling | 780 | 730 | 681 | 698 | 689 | 689 |
10.3 onvoorzien | 106 | |||||
10.5 verdeling taakstelling | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | – 4 492 | – 4 406 | – 4 343 | – 4 387 | 4 353 | – 4 353 |
10.1 loonbijstelling | – 3 708 | – 3 676 | – 3 662 | – 3 689 | – 3 664 | – 3 664 |
a. loonbijstelling 2009 | – 3 708 | – 3 676 | – 3 662 | – 3 689 | – 3 664 | 3 664 |
10.2 prijsbijstelling | – 780 | – 730 | – 681 | – 698 | – 689 | – 689 |
a. prijsbijstelling 2009 | – 780 | – 730 | – 681 | – 698 | – 689 | – 689 |
10.3 onvoorzien | – 4 | |||||
a. sociaal flankerend beleid | – 4 | |||||
10.5 taakstellingen | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2010 | 102 | – 17 | – 17 | – 17 | ||
10.1 loonbijstelling | – 17 | – 17 | – 17 | |||
10.2 prijsbijstelling | ||||||
10.3 onvoorzien | 102 | |||||
10.4 waarde-overdracht en -overname | ||||||
10.5 taakstellingen |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
10 Nominaal en onvoorzien | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Stand ontwerp-begroting 2009 | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2010 |