Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2010
Onder verwijzing naar het schrijven van de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, ingezonden donderdag 1 april met kenmerk 32 123 I /2010D16357, laat ik u weten dat het niet mogelijk is om binnen de gevraagde termijn van één week de bij het schrijven gevoegde 38 Kamervragen te beantwoorden. Reden hiervoor is gelegen in het feit dat voor afronding van de beantwoording meer tijd nodig is. Mijn streven is erop gericht me te houden aan de reguliere termijn van drie weken zoals die in het algemeen geldt voor vragen gesteld door leden van uw Kamer.
De minister-president, minister van Algemene Zaken
J. P. Balkenende