Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2009
Ten behoeve van het Algemeen Overleg op 3 december a.s. over Koninginnedag 2009 hebben de Vaste Commissies voor Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van uw Kamer een reactie verzocht op de uitzending van «Undercover in Nederland» van 15 november jl. over de beveiliging van het Paleis Noordeinde1. Als minister verantwoordelijk voor de beveiliging van de leden van het koninklijk huis bericht ik u hierbij als volgt.
Ik hecht eraan te benadrukken hoezeer de feiten ten aanzien van het veiligheidsincident op het Paleis Noordeinde, zoals die thans bekend zijn, worden betreurd. Dit voorval had niet mogen plaatsvinden. Naar de toedracht van het incident vindt onderzoek plaats. Tevens zijn, naar aanleiding van de ongewenste betreding, de beveiligingsmaatregelen ten aanzien van de toegang tot de Koninklijke woonen werkverblijven meteen aangescherpt.
Onderzoek naar de toegangsprocedure
Het voorval geeft bovendien aanleiding om de procedures en de gevolgde werkwijze goed tegen het licht te houden en daar waar nodig aan te scherpen. Ik heb de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding opgedragen een onderzoek te laten uitvoeren naar de toegangscontroles, werkwijzen en uitvoering van de procedures bij de Koninklijke woon- en werkverblijven. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Departementale Auditdienst van het Ministerie van Justitie en zal naar verwachting nog dit jaar worden afgerond. Het dient te leiden tot een beoordeling van de beveiligingsprocedure bij toegang van personen en voertuigen bij de Koninklijke woon- en werkverblijven. Het onderzoek zal uitmonden in aanbevelingen voor verbetering van de procedures en de naleving ervan.
Ik benadruk dat het onmogelijk is om alle veiligheidsrisico’s volledig uit te sluiten. Het functioneren van de leden van het Koninklijk Huis en het passend gebruik van objecten dienen zoveel als mogelijk van risico’s en verstoringen te worden gevrijwaard.