Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2010
Ten behoeve van de vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2010 (Kamerstuk 32 123 A, nr. 10) heeft u mij onder meer gevraagd (vraag 79, onderdeel g) of ik bereid ben de uitkomsten van de MKBA’s van de afgevallen projecten binnen het programma «capaciteits-knelpunten herstelplan spoor tweede fase», naar de Kamer te sturen. Ik heb u toegezegd de gevraagde informatie te doen toekomen.
In bijlage 1 bij deze brief heb ik een overzicht met de uitkomsten van de MKBA’s van de betreffende projecten opgenomen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings
Knelpunt Schiedam – Rijswijk
Er zijn drie varianten onderzocht:
A: Integrale viersporigheid Rotterdam – Rijswijk
B: Partiële viersporigheid: Delft aansluiting – Delft Zuid
C: Partiële viersporigheid: Schiedam – Rotterdam
De uitkomsten van de MKBA zijn:
Variant A | Variant B | Variant C | |
|---|---|---|---|
Kosten (€ mln) | 841 | 202 | 253 |
Baten (€ mln) | 64 | 29 | 14 |
Verhouding | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Knelpunt Dordrecht – Lage Zwaluwe
Er zijn drie varianten onderzocht:
A: Integrale viersporigheid Dordrecht – Lage Zwaluwe
B: Partiële viersporigheid Dordrecht: Dordrecht – Dordrecht Zuid
C: Seinverdichting op het betreffende traject
De uitkomsten van de MKBA zijn:
Variant A | Variant B | Variant C | |
|---|---|---|---|
Kosten (€ mln) | 482 | 75 | 19 |
Baten (€ mln) | 52 | 28 | 5 |
Verhouding | 0,1 | 0,4 | 0,3 |
Den Haag HS (noordzijde)
Er zijn vier varianten onderzocht:
A: Vrije kruising nabij Den Haag HS
B: Extra eilandperron op Den Haag CS
C: Combinatie van de varianten A en B
D: Wisselverbindingen op Den Haag CS (sporen 3, 4 en 5)
De uitkomsten van de MKBA zijn:
Variant A | Variant B | Variant C | Variant D | |
|---|---|---|---|---|
Kosten (€ mln) | 72 | 264 | 336 | 9 |
Baten (€ mln) | 27 | 0 | 24 | 5 |
Verhouding | 0,4 | 0,0 | 0,1 | 0,6 |
Amsterdam CS perronspoorcapaciteit
Er is een variant onderzocht:
A: Losleggen sporen 3 en 6 en verlengen perronsporen 2, 4, 5, 7 en 8
De uitkomsten van de MKBA zijn:
Variant A | |
|---|---|
Kosten (€ mln) | 36 |
Baten (€ mln) | 13 |
Verhouding | 0,4 |
Tilburg (aansluiting)
Er zijn drie varianten onderzocht:
A: Vrije kruising Tilburg aansluiting
B: Vrije kruising Tilburg aansluiting met vierde spoor Tilburg – Tilburg aansluiting
C: Ontvlechting keersporen Tilburg en sporen vanuit Breda
De uitkomsten van de MKBA zijn:
Variant A | Variant B | Variant C | |
|---|---|---|---|
Kosten (€ mln) | 87 | 128 | 14 |
Baten (€ mln) | 6 | 16 | 5 |
Verhouding | 0,1 | 0,1 | 0,4 |
Amsterdam CS – Bijlmer
Er zijn drie varianten onderzocht:
A: Integrale viersporigheid Amsterdam CS – Bijlmer
B: Partiële viersporigheid: Duivendrecht – Bijlmer
C: Seinverdichting op het betreffende traject
De uitkomsten van de MKBA zijn:
Variant A | Variant B | Variant C | |
|---|---|---|---|
Kosten (€ mln) | 454 | 137 | |
Baten (€ mln) | 116 | 46 | |
Verhouding | 0,3 | 0,3 |
Seinverdichting is met de huidige beveiligingssystemen niet mogelijk. Pas wanneer ERTMS is ingevoerd ontstaat deze mogelijkheid. Dit wordt echter niet vóór 2013 voorzien.
Rotterdam – Lombardijen
Er zijn twee varianten onderzocht:
A: Toevoegen wisselverbinding nabij Lombardijen
B: Doortrekken goederenspoor Barendrecht – Lombardijen
Voor beide varianten geldt dat het oplossen van het geïdentificeerde knelpunt zal leiden tot andere conflictsituaties nabij Rotterdam. De betrouwbaarheid zal derhalve niet toenemen en de baten zullen eerder negatief dan positief zijn.
Perronspoorcapaciteit diverse stations
Den Haag CS, Deventer, Enschede, Groningen en Utrecht CS worden opgepakt in andere verbanden zoals versnellingsmaatregelen, milieuproblematiek en toegankelijkheid en dus niet binnen het herstelplan spoor. Voor de overige knooppunten zijn op dit moment geen knelpunten voorzien.
Voor Zutphen wordt nog een integrale emplacementsstudie uitgevoerd. Wanneer de uitkomsten hiervan bekend zijn moet worden bekeken of er sprake is van een knelpunt.
Voor Groningen en Leeuwarden wordt nog onderzocht of met logistieke aanpassingen de mogelijke knelpunten door de inzet van nieuw materieel kunnen worden opgevangen.