Ontvangen 23 mei 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel Db een onderdeel ingevoegd, luidende:
Dc
Aan titel 1 wordt na artikel 15a een artikel toegevoegd, luidende:
1. Onze Minister zendt een voorstel voor een lijst van gebieden, geheel of gedeeltelijk gelegen in de exclusieve economische zone, of een voorstel tot aanpassing daarvan, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van richtlijn 92/43/EEG, niet eerder aan de Europese Commissie toe dan vier weken nadat het ontwerp van dat voorstel aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2. Het eerste lid is niet van toepassingen op voorstellen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora en faunawet in verband met de uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten naar de exclusieve zone aan de Europese Commissie zijn toegezonden.
Het aanmelden van gebieden door Nederland bij de Europese Commissie gebeurt op basis van de beoordelingscriteria van bijlage III bij de Habitatrichtlijn en op basis van relevante wetenschappelijke gegevens. De aanmelding geschiedt op ecologische gronden. Bij de aanmelding wordt het gebied ook begrenst.
De Europese Commissie stelt op basis van de aangemelde gebieden een «lijst van gebieden van communautair belang» vast (art. 4, lid 3). Het gevolg hiervan is dat Nederland ervoor moet zorgen dat er geen verslechteringen of significante verstoringen optreden in de gebieden.
Aangezien een aanmelding het proces van mogelijke gebiedsmaatregelen in gang zet en er discussie kan zijn tussen betrokken partijen over de begrenzing van gebieden regelt dit amendement dat aanmelding van gebieden, geheel of gedeeltelijk gelegen in de exclusieve economische zone, of een voorstel tot aanpassing daarvan, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van richtlijn 92/43/EEG, niet eerder plaatsvindt dan vier weken nadat het ontwerp van dat besluit, aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Slob